Louis Nieweg

Louis kwam met een uitstekende reputatie naar Doetinchem, wat blijkt uit de uitnodiging die hij kreeg om als gastspreker op te treden bij de viering van de verjaardag van prinses Juliana op 30 april 1936. Hij was een zeer gewaardeerd spreker en hij was een voorzanger met een prachtige stem, naar wie de sjoelgangers ademloos luisterden.

Het gezin Nieweg met Louis, Betty, Marie en Maurits.
Bron: De Joodse gemeente Aalten - P. Lurvink, pag. 63


Foto links: Louis en Marie Nieweg (foto uit privéarchief)

Louis Nieweg

Voornaam
Louis Karel
Achternaam
Nieweg
Geboortedatum
20 september 1896
Geboorteplaats
Leek
Sterfdatum
31 maart 1944
Sterfplaats
Auschwitz

Louis Karel Nieweg werd geboren in Leek op 20 september 1896 als zoon van Heiman B. Nieweg (Delfzijl, 24 oktober 1860) en Bettje Stoppelman (Winschoten, 16 februari 1860). Zij hadden zes kinderen, van wie één slechts een paar dagen oud werd. (*1)


Groninger archieven. Geboorteakte Louis Nieweg

Heiman Nieweg was godsdienstleraar in dienst van de Joodse gemeente in Leek. In 1893 gaf hij les aan 23 Joodse kinderen, bij wie hij zeer geliefd was.

NIW, 9 januari 1914. Viering van Chanoeka.

Bovendien was hij voorzanger in de synagoge, en ritueel slachter. In 1896 werd hij ook mohel, degene die besnijdenissen mag verrichten.

De Heer en Mevr. H. B. Nieweg, Isr. Leeraar te Alphen a/d Rijn, die dezer dagen hun 40-jarig Huwelijksfeest vieren.. "Nieuw Israelietisch weekblad". Amsterdam, 26-12-1930, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 18-07-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010858649:mpeg21:p004

 

Vanaf 1900 tot 1911 woonden Heiman en Bettje met hun kinderen in Dieren waar hij godsdienstleraar en ritueel slachter was en waar ze een pension runden, Pension Mon Repos.

NIW 24 juli 1908 Zieke Joodse kinderen uit Groningen gingen een paar weken logeren in
het pension van Heiman en Bettje in Dieren om beter te worden.

NIW 14 juli 1911 Het kerkbestuur van Dieren zocht
een nieuwe voorzanger, leraar en ritueel slachter.

In de zomer van 1911 keerde het gezin terug naar Leek waar Heiman per 1 september weer leraar en voorganger werd.
Van januari 1909 tot november 1911 stond Louis ingeschreven in Amsterdam, in 1909 komende uit Rheden (Dieren) en in 1911 vertrekkende naar Leek. Waarschijnlijk heeft hij daar twee jaar aan het Nederlands Israëlitisch Seminarium aan de Rapenburgerstraat gestudeerd, van zijn 13de tot 15de jaar, nadat zijn bar mitswa was gevierd in Dieren op 2 oktober 1909.

NIW 24 september 1909 Aankondiging van de bar mitswah van Louis

In 1912 werd hij, nog maar 16 jaar oud, benoemd tot godsdienstleraar voor de Joodse Gemeente in Zwartsluis, en in 1914 ging hij naar Smilde en Hoogeveen om Joodse les te geven aan de Joodse kinderen daar. Hij bleef studeren en haalde verschillende diploma’s om hogerop te komen als godsdienstleraar en voorzanger.

NIW 27 november 1914


In 1915 werd hij benoemd in Wageningen.

NIW 8 september 1915 ter gelegenheid van Rosh Hashana, Joods Nieuwjaar,
wenst Louis iedereen een gezegend en zoet nieuw jaar.

In december van dat jaar vierden de familie Nieweg en de Joodse Gemeente van Leek het 25-jarig huwelijksfeest van Heiman en Bettje:

In december 1914 had Louis zich verloofd met Marie van Tijn (Haulerwijk, 7 juli 1893). Zij was het jongste kind in het gezin met elf kinderen van Mozes van Tijn (Gouda, 18 juli 1835 – Harderwijk, 9 augustus 1901) en Aleida Schaap (Groningen, 18 november 1851 – Amsterdam, 7 april 1919). (*2 voor broers en zussen van Marie).

In juni 1917 werd Louis benoemd in Aalten. In de advertentie staat dat hij in militaire dienst was in de periode tussen zijn standplaatsen Wageningen en Aalten.

Op 30 april 1918 trouwden Louis en Marie voor de burgerlijke stand in Leek en in de synagoge van Leek.


https://www.allegroningers.nl/zoeken-op-naam/deeds/adc2feb5-987d-9b7f-5cda-0304a14490fc

In Aalten was Louis behalve leraar en voorzanger ook voorzitter van de Huurcommissie. Onder zijn leiding kwam er een regeling dat verhuurders de huur niet mochten verhogen zonder toestemming van deze commissie.

Op 23 februari 1919 werd Betty geboren.

NIW, 28 februari 1919

Toen zij ruim een half jaar oud was verhuisde het gezin naar Harlingen, waar Louis per 1 november 1919 was benoemd als leraar bij de Joodse Gemeente.

Aaltensche Courant, 16 september 1919

Ook in Harlingen was hij actief in de huurcommissie, als secretaris.

Nieuwe Harlinger Courant, 17 december 1920

Het tweede kind van Louis en Marie, Maurits, werd geboren in Harlingen, op 8 juli 1920.

Nieuwe Harlinger Courant, 16 juli 1920

Na een vrij korte periode in Harlingen volgde een benoeming in Hoogezand. Louis was daar leraar en voorzanger van 1 januari 1921 tot februari 1927. Uit onderstaand krantenartikel blijkt dat hij een goede reputatie had opgebouwd.

NIW, 14 januari 1921

Toch was het voor veel kinderen uit omringende dorpen een probleem om naar de Joodse lessen te komen. Daarom stelde Louis voor dat hij die kinderen in hun eigen dorp zou lesgeven in lokalen van Openbare Scholen. De scholen weigerden echter om mee te werken. Tenslotte verschaften de gemeenten ruimte en konden meer kinderen Joods onderwijs genieten. Louis was behalve leraar ook chazzan (voorzanger in de synagoge) en secretaris van het kerkbestuur van Hoogezand-Sappemeer. Marie was president van de Joodse vrouwenvereniging Le chavod oe le tifferet (tot eer en glorie).

NIW 2 januari 1925
Om de kinderen enthousiaster te maken voor de Joodse lessen werden er voor hen feestjes
georganiseerd; Marie was betrokken bij de organisatie van dit Chanoekafeest in december 1924.

NIW, 14 december 1928
Maurits was 8 jaar bij deze Chanoekaviering. Het feest was door Marie georganiseerd, en Louis deelde de cadeautjes uit.

NIW 19 maart 1926
In de periode dat Louis in Hoogezand werkte gaf hij deze lezing in Pekela.

In februari 1927 volgde de benoeming als leraar en voorzanger in Stadskanaal en in Oude Pekela.

Aaltensche Courant, 25 februari 1927

Louis bleef studeren en behaalde hogere rangen als leraar godsdienstonderwijs:

Betty en Maurits brachten een belangrijk deel van hun jeugd door in Oude Pekela. Maurits schreef in 1932 regelmatig naar de kinderpagina van het Centraal Blad voor Israëlieten in Nederland. Hij loste de puzzels op en stuurde de antwoorden in, met een briefje aan ome Jacob, die in de krant briefjes aan kinderen terugschreef. Hij was kennelijk een bekende van Louis Nieweg, en gaf in elk briefje aan Maurits de groeten aan zijn vader.



De grootvader van Maurits was inmiddels inderdaad Chazzan in Alphen aan de Rijn geworden, in 1930. Ome Jacob had zich duidelijk vergist met de naam: grootvader heette niet Van der Wijk, maar Nieweg. Het 40-jarig huwelijksfeest van Louis’ ouders werd gevierd toen zij in Alphen woonden.

NIW 1930 G. Abram – Nieweg is de oudste zus van Louis, Gesiena.


Onderstaande foto van het gezin van Louis en Marie Nieweg zal genomen zijn in de periode dat ze in Oude Pekela woonden.

Het gezin Nieweg met Louis, Betty, Marie en Maurits.
Bron: De Joodse gemeente Aalten - P. Lurvink, pag. 63


Op 22 juli 1933 werd Maurits Bar Mitswah in de synagoge van Oude Pekela. Het zal een groot feest zijn geweest, met recepties op zaterdag en zondag.

NIW, 14 juli 1933 Bar Mitswah van Maurits

In onderstaand krantenartikel wordt beschreven hoe in Oude Pekela werd gememoreerd dat de synagoge 50 jaar bestond. Louis Nieweg hield een prachtige rede, waar ademloos naar werd geluisterd door de aanwezigen. Hij noemde als reden waarom door het kerkbestuur was besloten deze dag sober te vieren de dreiging vanuit Duitsland, waar Joden al werden buitengesloten en daardoor in de diepste ellende verkeerden. “Voor overdreven pessimisme waaraan in verschillende bladen werd uiting gegeven, is echter geen reden”, verzekerde hij zijn gehoor.

NIW, 7 september 1934

Behalve dat Louis een uitmuntend spreker was, kon hij ook prachtig zingen. In januari 1934, in Veendam, zong hij na zijn lezing over het Joodse één God geloof en de tien geboden een aantal liederen, wat indruk maakte op zijn gehoor.

Een nieuwe standplaats volgde voor het gezin Nieweg. Per 1 januari 1936 werd Louis benoemd als leraar en voorzanger in Doetinchem en verhuisden ze naar de Burgemeester Tenkinkstraat 17 aldaar.

De Noord Ooster 30 december 1935

Bij Louis’ installatie in Doetinchem in 1936, hij zit als derde van links.
INSTALLATIE VAN DEN EERW. HEER L. K. NIEWEG Als Leeraar en Voorganger der Joodsche Gemeente te Doetinchem. Druk bezochte bijeenkomst. — Diverse toespraken.. "De Graafschap-bode : nieuws- en advertentieblad voor stad- en ambt-Doetinchem, Hummelo en Keppel, Wehl, Zeddam, 's Heerenberg, Ulft, Gendringen, Sillevolde, Terborg, Varsseveld, Dinxperlo, Aalten, Breedevoorde, Lichtenvoorde, Groenlo, Neede, Eibergen, Bor". Doetinchem, 03-01-1936, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 18-07-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011153256:mpeg21:p021

Louis kwam met een uitstekende reputatie naar Doetinchem, wat blijkt uit de uitnodiging die hij kreeg om als gastspreker op te treden bij de viering van de verjaardag van prinses Juliana op 30 april 1936.

Uit hoofde van zijn functie als leraar en voorzanger was hij lid van de Kerkeraad der Nederlands Israelitische Gemeente van Doetinchem. Bij de dienst in de synagoge ter gelegenheid van de verloving van prinses Juliana in september 1936 sprak Louis de feestrede uit.


Louis was in Doetinchem lid van het comité voor hulp aan Joodse vluchtelingen. Hij was lid van de Joods Literaire Club (JLC), voorzitter van de reclasseringscommissie, hij sprak vaak bij feesten, herdenkingen, huwelijksvoltrekkingen en begrafenissen en telkens weer werd hij geprezen om zijn gloedvolle redevoeringen.
Uit onderstaand krantenartikel blijkt dat Louis zich ook als toneelregisseur verdienstelijk maakte:

Betty en Maurits voltooiden hun schoolopleiding in de Doetinchemse periode. Maurits behaalde zijn eindexamen in juni 1941, net voordat het Joodse leerlingen door de bezetter werd verboden naar school te gaan. Hij was lid van de damvereniging en speelde wedstrijden. Betty deed vanaf 1938 of 1939 een opleiding als verpleegkundige in het Apeldoornsche Bosch, een Joodse psychiatrische inrichting in Apeldoorn.

De Graafschap Bode, 16 juni 1941  Eindexamen Lyceum B Doetinchem

Op 18 maart 1942 trouwde Maurits met Juliëtte Meijer (Amsterdam, 25 december 1919) in Doetinchem. De ouders van de bruidegom en de moeder van de bruid (Marianne Hartlooper) waren aanwezig en gaven toestemming. De vader van de bruid (Jacob Meijer) was in die tijd opgenomen in het Apeldoornsche Bosch en was niet in staat toestemming te geven, zo staat vermeld in de huwelijksakte. Daarin staat ook dat Maurits huisknecht was en Juliëtte juffrouw voor de huishouding.

Het Joods Weekblad, 13 maart 1942



Hun aanwezigheid bij het huwelijk van Maurits laat zien dat Louis en Marie begin 1942 nog niet waren ondergedoken; naar alle waarschijnlijkheid waren zij dat later dat jaar wel. Op de Joodse Raadkaart van Marie staat dat ze was gesperrt vanwege ‘functie’. Of dat om Louis’ functie gaat is niet duidelijk, want op zijn JR kaart staat niets over een sperre.

 Louis en Marie Nieweg (foto uit familiebezit)


In het dagboek van Juliëtte, dat is bewaard gebleven ( Kenniscentrum Joods Cultureel Centrum), en dat ze in 1943 schreef, zich richtend tot Maurits, die in de gevangenis zat, staat “vandaag 19 augustus (1943) kwam Ger me vertellen dat je ouders gepakt zijn”. Op 26 augustus 1943 kwamen Louis en Marie aan in Westerbork, waar ze werden opgesloten in de strafbarak, barak 67. Dat laatste betekent zeer waarschijnlijk dat ze ondergedoken zaten, wat strafbaar was, dat ze toen waarschijnlijk verraden waren, misschien eerst in een gevangenis waren vastgezet, en uiteindelijk naar Westerbork waren overgebracht. Ze bleven heel kort in Westerbork, want met het transport van 31 augustus 1943 werden zij naar Auschwitz gedeporteerd. Marie van Tijn werd bij aankomst op 3 september 1943 vergast; zij werd 50 jaar. De officiële sterfdatum van Louis is 31 maart 1944, wat betekent dat hij in Auschwitz nog maanden dwangarbeid heeft moeten verrichten. Louis Karel Nieweg werd 47 jaar.

Op 26 augustus 1943 kwamen Louis en Marie aan in Westerbork, waar ze werden opgesloten in de strafbarak, barak 67.

Op 24 juni 1943 werd Maurits opgepakt en in de gevangenis van Den Bosch vastgezet. De burgemeester van Doetinchem, die niet met de Duitsers heulde maar zich ook niet tegen hun besluiten verzette, had opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Maurits Nieweg verzocht. Hij werd ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder daartoe de vereiste vergunning te hebben. Deze omschrijving duidt op onderduik. In het bewaarde dagboek van Juliëtte zijn een paar brieven te vinden die Maurits vanuit de Bosche gevangenis schreef aan een vriend, Max, en een brief aan Betty, die op dat moment in Westerbork zat. Op 30 juni 1943 schreef hij aan Max: Ik zit hier nu 6 dagen en weet niet wanneer ik naar Westerbork zal verhuizen. ….. Mijn vrouw zal wel vreselijk ongerust zijn geworden omtrent mijn wegblijven; helaas kan ik haar niet schrijven. Jammer dat jij haar adres in Den Haag niet weet, dan had je haar kunnen geruststellen. Ik maak me wel bezorgd over haar; ze verwacht ieder ogenblik de baby en deze situatie zal de bevalling niet voorspoediger maken, als ze zich nerveus maakt…………..Men kan zijn lot toch niet ontlopen, ik ben een echte fatalist. …………….. Verleden jaar om deze tijd zat mijn vader ook in de bajes…………….. breng mijn dagen door met enveloppen vouwen.
Juliëtte was in die dagen hoogzwanger. Zij beviel van een dochter op 8 juli 1943, de verjaardag van Maurits die toen dus in de gevangenis zat. De verwijzing naar de gevangenschap van Louis, in juni 1942, is interessant, maar het is moeilijk na te gaan wat er toen was gebeurd.

Op 11 juli 1943 schreef Maurits aan Max: … op 29 juni ontving ik van mijn oudste zus Betty een brief. Ze schreef dat ik vader was geworden van een flinke dochter.
In de brieven aan Max en ook in de brief aan Betty schreef Maurits over een jonger zusje, Ida:
Enige dagen later ontving ik een brief van mijn jongste zus Ida (gemengd gehuwd). Ook in latere brieven schreef hij aan Max over Ida, die hem veel over de baby vertelde, en ook foto’s van haar stuurde.
Maurits had geen zus Ida. Het verzinnen van dit zusje was een truc van hem en Juliëtte om haar en de baby te beschermen; zij zaten ondergedoken. Zijn brieven werden ongetwijfeld door de autoriteiten gelezen, en zij mochten Juliëttes adres niet te weten komen. Daarom schreef hij naar Ida, en schreef Juliëtte als Ida, zijn verzonnen zusje die gemengd gehuwd was. Dat ze gemengd gehuwd was schreef hij er in elke brief naar Max bij, om de autoriteiten eraan te herinneren dat ze haar niet hoefden te zoeken. Joden die met niet-Joden waren getrouwd waren immers in principe vrijgesteld van deportatie. Ida zou geen gevaar lopen, was de redenering. Aan Betty schreef hij bijvoorbeeld:
Als je Ida spreekt, zeg haar dan dat f.100,- onder het kastpapier in het buffet liggen en f.50,- of in het Latijns woordenboek of in het inktpotje van de kalender. Dit is een bericht dat Betty aan Juliëtte kon doorgeven.

Maurits met zijn ouders, mei 1943 (foto uit familiebezit)


Maurits zat in Den Bosch gevangen tot hij op 10 december 1943 werd overgebracht naar Westerbork. Daar bleef hij in barak 67, de strafbarak, tot 8 februari 1944; op die dag werd hij op transport gesteld naar Auschwitz. Of Maurits en Betty elkaar in Westerbork hebben gesproken is niet duidelijk, maar wel waarschijnlijk. Hij bleef in Auschwitz totdat het kamp door de Russen dreigde te worden bevrijd in januari 1945 en de Duitsers de gevangenen in westelijke richting stuurden. Via de kampen Buchenwald en Natzweiler kwam Maurits uiteindelijk terecht in Bergen Belsen. Daar is hij op uiterlijk 31 mei 1945 omgekomen, misschien door honger, ziekte en uitputting, zoals zoveel andere gevangenen. Maurits Nieweg werd 24 jaar.

https://prod.jck.hubs.delving.org/page/aggregation/jhm-documenten/D006555

Juliëtte en haar dochter overleefden de oorlog.


In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werden alle patienten en veel personeelsleden van het Apeldoornsche Bosch op huiveringwekkende wijze uit het instituut gehaald, in vrachtwagens geladen en naar het station van Apeldoorn gebracht, vanwaar ze direct naar Auschwitz werden vervoerd. Meer dan 1000 mensen werden daar meteen na aankomst vermoord. Betty was niet bij die groep; zij werd iets later met een groep personeelsleden naar Westerbork gevoerd. Omdat zij verpleegkundige was kreeg zij werk in het ziekenhuis van het kamp en kon zij tot de bevrijding in Westerbork blijven. In dat ziekenhuis ontmoette zij Nathan (Nico) van Zuiden, die arts was in het kamp. Betty en Nico trouwden in Westerbork op 18 mei 1945. Over de ouders van zowel de bruid als de bruidegom staat in de huwelijksakte :”beiden zonder bekende woon-en verblijfplaats”. De werkelijkheid was dat alle vier waren vermoord in Auschwitz.

“De ouders van de bruid zijn in de onmogelijkheid hun wil ten opzichte van dit huwelijk te verklaren”.
Betty kreeg pas later de officiële verklaringen over de dood van haar ouders via het Rode Kruis.
Drents Archief, BS Huwelijk - Deel: 1945, Periode: 1945, Westerbork (Kamp), 18 mei 1945, Huwelijksregister Westerbork (kamp) - 1945, aktenr 2
Afbeelding op 18 juli 2025 gedownload via https://www.openarchieven.nl/dar:0fa8104f-14f6-d06b-2d09-6a6911874c9f

Portret van Betty, gemaakt door Leo Emiel Kok (7 januari 1923 – Sankt Wolfgang, 12 mei 1945, overleden tijdens de dodenmarsen na de bevrijding van Auschwitz) in kamp Westerbork op 16 juli 1944 . (portret: kenniscentrum JCK -https://prod.jck.hubs.delving.org/page/aggregation/jhm-museum/M001631 ).

Betty en haar man kregen drie kinderen. Zij overleed in 1991.

De ouders van Louis Karel Nieweg, Heiman Nieweg en Bettje Stoppelman werden opgepakt en kwamen op 20 maart 1943 aan in Westerbork, waar ze in barak 69 en later in 68 zaten. Ze hebben moeite gedaan om een Palestina certificaat te krijgen, bij de groep te horen die kon worden uitgeruild tegen door de Britten geïnterneerde Duitsers in Palestina. Daarvoor hadden ze een zogenaamde Albersheimverklaring gekregen, die aantoonde dat ze geschikt waren voor pionierswerk, maar dit alles was tevergeefs. Op 20 juli 1943 werden zij op transport gesteld naar Sobibor. Over dit transport schreef Philip Mechanicus in zijn dagboek: dit transport was verschrikkelijk ……….er waren voornamelijk mensen die hun hoop hadden gevestigd op Palestina, maar wier papieren waren afgekeurd. Het was voor deze mensen verschrikkelijk omdat ze zich in hun hoop bedrogen achtten. Onder hen bevonden zich zo goed als alle leraren, die op Westerbork lesgaven. Het was verschrikkelijk voor de vrome Joden, omdat een aantal bekende rabbijnen in het transport opgenomen was. Het was verschrikkelijk omdat het snikheet was. Het was waarschijnlijk psychisch gesproken wel het ellendigste transport ooit van Westerbork naar het Oosten vertrokken.

Heiman en Bettje werden bij aankomst in Sobibor op 23 juli 1943 meteen vergast. Heiman Nieweg werd 82 jaar, Bettje Nieweg – Stoppelman werd 83 jaar.

Monument op de Joodse begraafplaats in Doetinchem.
https://www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten/zoeken/3215/doetinchem-monument-op-de-joodse-begraafplaats

 

 

* 1 Broers en zussen van Louis Karel Nieweg
• Gesiena (Leek 4/11/1891 – Auschwitz 7/9/1942) X Simon Abram (Amsterdam 6/9/1882 – Auschwitz 7/9/1942)
 Heiman (Amsterdam 27/1/1914 – Furstengrube 20/8/1943)


Familiebericht. "Nieuw Israelietisch weekblad". Amsterdam, 01-12-1911, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 18-07-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010859357:mpeg21:p006

• Aaron Henry (André) (Leek 4/7/1893 – 1973) X Henriëtte Zilverberg (Coevorden 30/4/1891 – Amsterdam 2/8/1976)
 Bettie (Amsterdam 27/7/1918 – 1996) X Emanuel Verveer (Rotterdam 2/7/1914 – Amsterdam 6/8/1973)
 Silvi (Amsterdam 10/1/1920 – 15/11/2013) X Michael Samuel McKay (Amsterdam 1911 – 2002)
• Benjamin Hartog Alexander (Leek 11/9/1894 -?) X Betty Weiss (Amsterdam 1888 - ?)
• Sander Mozes (Leek 12/2/1900 – 15/2/1900)
• Henriëtte (Rheden 28/7/1903 – Auschwitz 24/9/1943) X Gerrit van Praag (Amsterdam 23/12/1909 – Auschwitz 26/3/1944)

* 2 Broers en zusters van Marie van Tijn
• Mietje (Hoogeveen 9/12/1869 – Amsterdam 13/1/1943) X ? en Alexander Brouwer (Hoorn 22/6/1873 – Sobibor 5/3/1943)
 Johanna van Tijn (Leiden 1893-1894)
 Salomon Brouwer (Amsterdam 22/7/1899 – 18/1/1930) X Elisabeth Koekoek (Amsterdam 4/1/1901 – Sobibor 11/6/1943)
 Henny (Amsterdam 7/5/1926 – Sobibor 11/6/1943)
 Aleida Brouwer (Amsterdam 2/8/1901 – Auschwitz 16/8/1942) X Nathan Tonninge (Dordrecht 29/10/1902 – Auschwitz 30/9/1942)
 Abraham Sal (Amsterdam 12/9/1934 – Auschwitz 16/8/1942)
 Mia (Amsterdam 21/2/1940 – Auschwitz 16/8/1942)
 Adele Brouwer (Amsterdam 19/2/1910 – Auschwitz 12/10/1942) X Samuel Bacharach (Amsterdam 11/6/1906 – Auschwitz 31/1/1943)
• Joël Lazarus (Hoogeveen 21/9/1871 – Sobibor 20/3/1943) X Hester Stibbe (Kampen 8/5/1864 – Sobibor 20/3/1944)
 Aleida ( Amsterdam 5/10/1897 – Auschwitz 8/10/1942) X Abraham Mol (Amsterdam 28/5/1896 – Blechhammer 31/3/1943)
 Jacobus (Amsterdam 24/3/1899 - ?) heeft oorlog overleefd
 Melchior Mozes (Amsterdam 15/11/1902 - ?) heeft oorlog overleefd X Johanna Hendrika Wilgenhof (?)
• Esther (Groningen 25/11/1873 – Auschwitz 12/10/1942) X Samuel Berkelo (Leek 15/8/1869 – Groningen 16/4/1942)
• Joop (Jozef) (Groningen 15/12/1875 – Auschwitz 12/10/1942) X Leentje Nieweg (Groningen 16/4/1882 – Auschwitz 12/10/1942)
 Aleida (Assen 17/8/1917 – Utrecht 20/12/2017) X Salomon Boekbinder (Assen 9/11/1917 – Auschwitz 11/3/1943) en Izaak Josef (Ido) Wolf (Assen 1/3/1922 – Laren 29/3/2003)
 Comprecht van Tijn (Assen 10/9/1920 – Auschwitz 30/9/1942)
 Jacob (?)
• Sophia (Fietje) (Groningen 17/4/1878 – Amsterdam 27/11/1926) X Jacob Andries Cune (Mijdrecht 20/2/1879 – Auschwitz 17/9/1942)
 Mozes (Maurice) (Amsterdam 8/1/1907 - ?)
• Benjamin (Oostellingwerf 17/6/1880 – Sobibor 23/7/1943) X Betje Goslinski (Groningen 29/1/1881 – Sobibor 23/7/1943)
 Mozes (Maurits) (Amsterdam 17/7/1905 – Sobibor 9/4/1943) X Helena de Jong (Enschede 16/12/1902 – Sobibor 9/4/1943)
 Benjamin (Amsterdam 12/121929 – Sobibor 9/4/1943)
 Sara Sophia (Amsterdam 17/4/1933 – Sobibor 9/4/1943)
 Betty Louise (Amsterdam 26/8/1935 – Sobibor 9/4/1943)
 Sara (Amsterdam 1/1/1907 - ?) heeft oorlog overleefd
 Aleida Esther (Amsterdam 25/9/1918 - ?) heeft oorlog overleefd
• Saartje (Oostellingwerf 23/11/1882 – Auschwitz 14/1/1943) X Samuel van Maarsen (Amsterdam 1/9/1882 – Auschwitz 14/1/1943)
 Aleida (Amsterdam 24/8/1916 – Sobibor 11/6/1943)
 Catharina (Amsterdam 31/1/1919 – Sobibor 11/6/1943) X Abraham Lierens (Amsterdam 2/8/1916 – Auschwitz 2/1/1944)
 Hanna (Amsterdam 22/1/1943 – Sobibor 11/6/1943)
• Jetje (Oostellingwerf 22/9/1885 – Auschwitz 24/9/1942) X David Groen (Amsterdam 23/3/1884 – Auschwitz 25/9/1942)
 Barend (1915 – 1968)
• Anna (Oostellingwerf 22/9/1885 – Auschwitz 5/11/1942) X Salomon Italiaander (Amsterdam 23/2/1888 – Auschwitz 27/8/1943)
 Joseph (Joop) (1917 – 2009)
 Maurits (1919 – 2007)
 George (Amsterdam 9/6/1921 – Seibersdorf 31/3/1943)
 Herman (1923- 2014)
• Lazarus (Oostellingwerf 2/3/1890 – Auschwitz 5/10/1942) X Esther Kops (Amsterdam 19/12/1886 – Auschwitz 5/10/1942)

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.