Louis Deen

Louis Deen is geboren op 18 november 1906 in Amsterdam. Zijn vader was Abraham Joseph Deen (1886-Sobibor 2 juli 1943) en zijn moeder was Jansje Deen-Schrijver (1881-Sobibor 2 juli 1943). Louis was de oudste van de vier zonen van dit echtpaar. Na hem kwamen Hartog (4 september 1908), Josef (8 augustus 1914) en Isaac (14 september 1916). Josef werd op 21 juli 1942 vermoord in Auschwitz, zijn twee andere broers en hun gezin overleefden de oorlog. Vader Abraham Deen was koopman. Op zijn kaart van de Joodsche Raad staat ook genoteerd: Vroegere werkkring: ‘makelaar onroerende en vaste goederen’.

Louis Deen

Voornaam
Louis
Achternaam
Deen
Geboortedatum
18 november 1906
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
01 februari 1944
Sterfplaats
Warschau

Het gezin woonde op de Raamgracht 57 in Amsterdam. Onderstaande advertenties uit 1931 en 1936 laten zien dat van de vier zonen op dat moment alleen Hartog verloofd en later getrouwd en vader was.

Louis was koopman. Hij stond met zijn ‘ongeregelde waren’ van maandag t/m vrijdag op het Waterlooplein.

Louis trouwde op 15 januari 1941 met Gretel Kaufmann. Na korte tijd aan de Sint Antoniesbreestraat 71 woonden ze weer in bij de ouders van Louis op de Raamgracht 57.

Gretel Kaufman is geboren op 1 februari 1914 in Ziegenhain, Duitsland. Ze was de dochter van Karl Kaufmann (1874- Sobibor 23 juli 1943) en Martha Kaufmann-Wachtel 1885- Sobibor 23 juli 1943). Ze was het derde kind van de vier in dit gezin. Gretel was in 1933 uit Duitsland naar Nederland gekomen om te werken als dienstmeisje. Later zou ze een semester medicijnen studeren.

Op de onderstaande familiefoto staat het echtpaar Deen-Kaufmann bovenaan links.

Van Louis is een handafdruk bewaard gebleven. Hij bezocht op 28 oktober 1941 de toen bekende chiroloog (handleeskundige) Lennart van Meerloo.

 

Toen Marita op 27 juli 1944 aankwam in kamp Westerbork leefde haar vader al niet meer.

Tijdens de bezettingsjaren had Louis een Sperre, door zijn werk bij de broodvoorziening van de Joodse Raad in Amsterdam. Ondanks dat werden hij en zijn vrouw Gretel opgepakt en kwamen op 27 mei 1943 aan in Ruim een jaar later werd ook Marita opgepakt. Ze kwam op 27 juli 1944 aan in kamp Westerbork. Ze was een van de ‘Unbekannte Kinder’, ofwel Onbekende Kinderen. Over deze groep kinderen schreef Daphne Meijer in 2001 het boek: ‘Onbekende Kinderen. De laatste trein uit Westerbork’. Onderstaande tekst is overgenomen uit dit boek:

Gretel Deen ontvangt in 1942 haar oproep voor tewerkstelling. Omdat zij een semester medicijnen gestudeerd had, probeert zij bij de Joodse Raad werk te krijgen als verpleegster. De Joodse Raad kan niets voor haar doen, maar via haar huisarts kan zij aan het werk als kraamverpleegster in gemengd gehuwde gezinnen. Wanneer Gretel Deen werkt, wordt haar babydochter Marita door familie opgevangen. Marita komt, samen met haar familie een aantal keren in de Hollandsche Schouwburg terecht. Elke keer weet Gretel haar kind te bevrijden. Marita is een jaar oud als zij een oproep krijgt om zich in de Schouwburg te melden. Gretel zorgt ervoor dat haar dochtertje in de crèche terechtkomt. Een dag later wordt Marita uit de crèche ontslagen. Gretel laat haar meteen onderduiken. In eerste instantie vindt ze een adres bij een familie in Brabant met dertien kinderen. De familie Deen protesteert; het onderduikadres is niet deftig genoeg voor hun enige kleindochter en oogappel. Gretels schoonouders vinden voor hun kleindochter een adres in Amsterdam. Marita komt terecht bij de familie Gottmer. Ze gaat Sientje Gottmer heten.

Louis Deen en Gretel Deen-Kaufmann moesten na een verblijf van drie-en-een-halve maand in kamp Westerbork op transport. Op 7 september 1943 vertrok hun trein naar Auschwitz. Louis werd hier van zijn vrouw gescheiden, hij werd doorgestuurd naar kamp Warschau. Uit het boek:

Haar ouders zijn tijdens een razzia in mei 1943 van huis gehaald en naar Westerbork gebracht. Gretel Deen kan er als verpleegster aan de slag. In september 1943 vertrekken Gretel en Louis naar Auschwitz. Marita: ´Op 10 september 1943 kwam de trein in Birkenau aan. Op die dag heeft zij mijn vader voor het laatst gezien.’
Ze heeft geluk: een SS´er denkt haar te herkennen en zorgt dat zij als verpleegster kan werken. Gretel verzorgt vrouwen met difterie en vlektyfus en overleeft dankzij de steun van een arts. Op een gegeven moment gaat zij met een groep Hongaarse vrouwen op transport naar Breslau (Wroclaw). Ook hier werkt zij als verpleegster.

Louis werd doorgestuurd naar kamp Warschau. Kamp Warschau, het kamp waar Louis in terechtkwam, was gebouwd op de resten van het getto van Warschau dat eerder dat jaar door de Duitsers was ontruimd. In het getto van Warschau werden voor de ontruiming zo’n half miljoen Joden gevangen gehouden. Na de ontruiming moest alles met de grond gelijk gemaakt worden, niets mocht er nog aan herinneren. De dwangarbeiders kregen de opdracht tussen de resten van het getto waardevolle materialen te zoeken, zoals bakstenen, stukken ijzer, lood en koper en de porseleinen potten van elektriciteitsmasten. Kort voor de Russen kwamen werd concentratiekamp Warschau ontruimd en werd de kampadministratie vernietigd
Er zouden tussen de 400 en 500 Nederlandse Joden in kamp Warschau gewerkt hebben. Overlevenden spraken over 1200 tot 1700 Nederlanders. Van hen zouden nog geen dertig mensen het kamp hebben overleefd.

Getto van Warschau

Louis Deen overleefde kamp Warschau niet. Volgens getuige Engelsman is hij in februari 1944 aan de gevolgen van tyfus overleden. Zijn overlijdensdatum is vastgesteld op 1 februari 1944.
Louis Deen is 37 jaar geworden.

Toen Marita op 27 juli 1944 aankwam in kamp Westerbork leefde haar vader al niet meer. Hoe het kwam dat ze opgepakt werd, is niet bekend. Ze werd geplaatst in barak 35, het weeshuis. Dat lag aan de rand van het kamp. Ze werd aangemeld als Onbekend Kind. Marita was toen bijna tweeëneenhalf jaar.
Op 13 september 1944 vertrok de groep Onbekende Kinderen, waaronder Marita Deen, met het laatste transport uit kamp Westerbork. De bestemming was Bergen-Belsen. Haar moeder Gretel werkte toen nog steeds als verpleegster in Breslau,

De situatie in Bergen-Belsen verslechterde in het najaar van 1944 snel. Er kwamen steeds meer gevangenen uit andere kampen bij. Het was er overvol en er braken besmettelijke ziekten uit. De groep Onbekende Kinderen had het geluk dat ze op 17 november 1944 getransporteerd werden naar Theresienstadt. Daar zou de groep blijven tot de bevrijding in mei 1945. Over Gretel Deen-Kaufmann vertelt het boek:

In januari 1945 moeten de vrouwen nogmaals op transport. Na veertien dagen arriveren de vrouwelijke gevangenen lopend in Groß-Rosen. Een trein brengt hen naar Mauthausen. Op 14 februari komen zij ten slotte in Bergen-Belsen aan. Ook hier gaat Marita’s moeder in het hospitaal werken. Van gevangenen die zij in andere kampen had ontmoet, hoort zij dat haar dochter in Bergen-Belsen was gesignaleerd en tot een groep kinderen behoorde die doorgestuurd was naar een volgend kamp. Gretel Deen verliest op dat moment alle hoop dat Marita nog in leven zou kunnen zijn.
Na de bevrijding van Bergen-Belsen wordt zij directrice van het Britse hospitaal. Zij komt met de Britten overeen dat zij met het leger naar Engeland reist om daar haar medicijnenstudie weer op te pakken. Er komt echter iets tussen, een verzoek om een groep kinderen uit Bergen-Belsen te begeleiden op hun terugreis naar Nederland. Waarschijnlijk betreft het hier de kinderen van de Diamantjoden, van wie de ouders in 1944 nog waren doorgestuurd naar Sachsenhausen en Ravensbrück. Gretel Deen neemt deze kinderen mee naar Eindhoven. In een schriftje van het Rode Kruis ontdekt zij de naam van haar dochtertje, waarschijnlijk op een lijst van in Theresienstadt verblijvende Nederlanders. Veertien dagen later arriveert Marita terug uit Theresienstadt en zijn moeder en dochter herenigd.

Gretel en haar dochter gingen wonen op een kamer in Amsterdam. Gretel werkte hard en stimuleerde haar dochter om op school goed haar best te doen.
Gretel hertrouwde in 1950. Haar tweede man heette Szlama Zypior. Hij kwam uit Polen; in de oorlog had hij zijn vrouw en twee zoontjes verloren. Gretel Zypior-Kaufmann overleed op 86-jarige leeftijd op 3 februari 2000.

Marita werd arts. Ze trouwde en kreeg twee zoons. Haar man heeft als kind ook in kamp Westerbork en Theresienstadt gezeten.

Meer informatie over Marita Deen en de Onbekende Kinderen is te lezen in haar portret op deze website.

Over het concentratiekamp Warschau is het boek verschenen ’In het puin van het getto’, geschreven door Pauline Broekema en Helma Coolman.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.