Lina Winter werd op 1 september 1884 in Hemmerden (Duitsland) geboren. Ze trouwde in dezelfde plaats op 27 april 1908 met Mozes Aussen, geboren op 16 januari 1883 in Steenderen.
Lina Aussen-Winter
- Voornaam
- Lina
- Achternaam
- Aussen-Winter
- Geboortedatum
- 01 september 1884
- Geboorteplaats
- Hemmerden
- Sterfdatum
- 25 januari 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Het echtpaar kreeg drie kinderen: Henny werd op 4 februari 1909 geboren in Hörde (Duitsland). Exact een jaar later werd in Hemmerden Karl geboren. Sofie, de jongste dochter werd geboren op 8 november 1918. Mozes en Lina hadden een slagerswinkel in Zelhem aan de Ruurloscheweg. Ze woonden in dezelfde plaats aan de Smidstraat 89a.
Aanvankelijk leek het erop dat de nazi’s Het Apeldoornsche Bosch ongemoeid zouden laten; in Apeldoorn sprak men van de ‘Jodenhemel’.
Lina en Mozes Aussen met hun dochters Henny en Sofie en hun zoon Karl
Vanaf 13 april 1938 werd Lina verpleegd in Het Apeldoornsche Bosch.
Het Apeldoornsche Bosch en Achisomog gingen beide uit van de vereniging Centraal Israëlietisch Krankzinnigengesticht (CIK), die zich ten doel stelde Joodse geesteszieken te laten verzorgen in een Joodse omgeving. Aanvankelijk leek het erop dat de nazi’s Het Apeldoornsche Bosch ongemoeid zouden laten; in Apeldoorn sprak men van de ‘Jodenhemel’. Woensdag 20 januari 1943 verscheen echter de Ordedienst van Kamp Westerbork, naar later bleek een dag te vroeg. Op het station van Apeldoorn werd ondertussen een goederentrein met 40 wagons gereed gemaakt. De helft van het personeel is die nacht gevlucht en ondergedoken. In de nacht van donderdag 21 op vrijdag 22 januari 1943 werden alle patiënten, soms naakt, verward of in dwangbuis, door eenheden van de SS en de Ordnungspolizei onder de persoonlijke leiding van Hauptsturmführer Ferdinand aus der Fünten van de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung (daarbij geholpen door Albert Konrad Gemmeker, de SS-commandant van Kamp Westerbork) in vrachtwagens naar de gereedstaande goederentrein gebracht. Deze trein vertrok de volgende ochtend om 7 uur en bracht de bijna 1200 patiënten en 50 van de personeelsleden, rechtstreeks naar Auschwitz, waar de patiënten bij aankomst direct zijn gedood.
Zo ook Lina. Ze is gedeporteerd en meteen na aankomst op 25 januari vermoord. Ze is 58 jaar oud geworden. Haar man heeft de oorlog overleefd door onder te duiken, zo ook dochter Sofie. Zoon Karl kwam al in 1941 om in Mauthausen. Dochter Henny overleefde Auschwitz, haar man en zoontje echter niet.
In Zelhem worden de omgekomen Joden uit deze plaats herdacht met een gedenkplaat.
