Betsy was de dochter van Wolf Wertheim en Clara van Kleef. Ze is geboren op 24 augustus 1915 in Amsterdam. Betsy was de jongste van het gezin van zes dochters, waarvan één al voor de oorlog overleed. De oorlog eiste een hoge tol van het gezin, zowel Betsy’s ouders als vier van de vijf dochters, alle vijf de partners van deze dochters en de veertien kinderen uit deze gezinnen werden vermoord. Slechts één zus van Betsy overleefde de oorlog.
Betsy Velleman-Wertheim
- Voornaam
- Betsy
- Achternaam
- Velleman-Wertheim
- Geboortedatum
- 24 augustus 1915
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 16 juli 1947
- Sterfplaats
- Sobibor
Op 16 juni 1933 trouwde Betsy, bijna achttien jaar oud, met Levie Velleman. Levie is geboren op 29 november 1909 in Den Bosch. Hij was de zoon van Abraham Marcus Velleman en Cateau Sara Hartog. Levie was de jongste in het gezin van vijf kinderen. Ook in dit gezin maakte de oorlog veel slachtoffers. De ouders van Levie stierven al voor de oorlog, maar van de vijf kinderen en hun partners zou slechts één broer van Levie de oorlog overleven. Twaalf van de dertien kinderen uit deze gezinnen werden vermoord, slechts één kind overleefde het concentratiekamp Auschwitz.
Levie Velleman was automonteur. Daarnaast was hij ook radioamateur. De familie Velleman woonde in het centrum van Den Bosch in de Tweede Korenstraatje 14boven, boven een fietsenstalling. De oudste dochter van Levie en Betsy, Cato, werd geboren op 25 mei 1934. Op 2 september 1937 werd Abraham Levie (Bram) geboren en de jongste zoon Wolf volgde op 12 oktober 1942, toen de oorlog al vijf maanden aan de gang was.
Cato, baby Wolf en Bram Velleman. Eens per jaar kregen de kinderen nieuwe kleren van de familie. Van dat moment werd traditiegetrouw een foto gemaakt.
Betsy, Cato, Bram en Wolf moesten naar kamp Vught. In Vught kon het gezin niet bij elkaar blijven.
21 februari was een dramatische dag voor de familie Velleman. Levie werd gearresteerd toen hij zich in een café bevond waar Joden niet binnen mochten komen. Hij werd door een lokale brigadier meegenomen naar het politiebureau. Daar werd hij door zijn gezin van voedsel voorzien. Als straf werd Levie Velleman naar kamp Mauthausen gebracht, waar hij al op 9 juli 1942 werd vermoord, 32 jaar oud.
Nadat Levie was weggevoerd, bleef moeder Betsy met haar drie kleine kinderen achter. In april 1943 werd het voor Joden verboden om nog langer in Den Bosch te blijven wonen. Betsy, Cato, Bram en Wolf moesten naar kamp Vught. In Vught kon het gezin niet bij elkaar blijven: Cato, bijna 9 jaar oud, kwam alleen in een barak terecht, Wolf, 2 jaar oud, bleef bij zijn moeder omdat hij nog zo jong was en Bram van 5 jaar oud kwam in de aparte jongensbarak terecht. Op 24 mei 1943, de dag voordat Cato 9 werd, werd het gezin van kamp Vught naar kamp Westerbork gebracht. Na een aantal weken, op 13 juli 1943, moesten ze alle vier mee met een groot transport van bijna tweeduizend mensen naar Sobibor. Betsy, Cato, Bram en Wolf werden daar op 16 juli 1943 vermoord. Ze waren toen respectievelijk 27, 9, 5 en 2 jaar oud.