Levie Kurk werd geboren op 3 juni 1880 in Amsterdam. Zijn ouders waren Abraham Kurk, geboren in 1841, en Lea Pachter, geboren in 1846. Hij was de broer van David (1878-1928), Salomon (1882-1883), Judith (1884-1943), Eva (1886-1943), Salomon (1888-1942) en Jeanne (1892-1943). Behalve de eerste Salomon, die slechts vier maanden oud werd en David die in 1928 overleed, zijn ze allemaal vermoord in de Nazivernietigingskampen Auschwitz en Sobibor.
Levie Kurk
- Voornaam
- Levie
- Achternaam
- Kurk
- Geboortedatum
- 03 juni 1880
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 21 januari 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Levie trouwde op 31 maart 1909 met Hester Coini, die in 1913 overleed. In de familie gaat het verhaal dat ze in het kraambed zou zijn overleden. Korte tijd na het huwelijk hebben beiden nog enige tijd bij de ouders van Levie gewoond, voordat ze op zichzelf gingen wonen. Na het overlijden van Hester keerde Levie weer voor een tijdje terug naar het ouderlijk huis.
In 1916 trouwde Levie met Margartha Bonte, roepnaam Grietje. Zij werd geboren op 11 oktober 1888. Na het trouwen ging het gezin wonen in de Vrolikstraat in Amsterdam.
Op 19 maart 1917 werd Abraham (Ab) geboren en een jaar later, op 21 maart 1918 hun tweede zoon Isaac. Het gezin is gaan wonen in de President Brandstraat nummer 11. Levie was sigarenmaker van beroep. Dat was beslist geen vetpot en dus maakte zijn vrouw Grietje zuurwaren die hij af toe op een markt of gewoon op de hoek van een straat verkocht. Het gezin dat de eindjes toch al moeilijk aaneen kon knopen werd in 1942 getroffen door diefstal zo weten we uit een politierapport. Op 24 maart 1942 werd er 16 gulden en een Philips scheerapparaat gestolen. Isaac deed aangifte bij de politie.
In oktober 1942 vond een razzia plaats waarbij zoon Isaac werd opgepakt. De andere zoon, Ab, wist weg te vluchten. De broers zouden op zolder nog een felle woordenwisseling hebben gehad.
In oktober 1942 vond een razzia plaats waarbij zoon Isaac werd opgepakt. De andere zoon, Ab, wist weg te vluchten. De broers zouden op zolder nog een felle woordenwisseling hebben gehad. Isaac was van mening dat het gezin bij elkaar moest blijven, Abraham vond dat in ieder geval zij beiden moesten vluchten. Isaac verweet zijn broer dat hij de familie in de steek liet. Dat weerhield Abraham er niet van om toch via het dakraam te vluchten. Via de brede regengoten slaagde deze erin om naar een ander pand te vluchten en zo de dans te ontspringen door onder te duiken. Volgens dochter Marga heeft haar vader Abraham de rest van zijn leven geworsteld met zijn beslissing, hij heeft immers zijn familie nooit meer teruggezien.
Abraham heeft veel gedaan in het verzet, met name in De Kwakel, een klein plaatsje tussen Uithoorn en Aalsmeer. Het valse persoonsbewijs, met daarop de naam Piet Schenk, heeft hem daarbij beslist geholpen. Na de oorlog vertrok Ab voor een periode naar Belgisch Congo. Na terugkomst in Nederland trouwde hij en ging naar Suriname om voor de Staatsolie Suriname te werken. Hier werden ook zijn drie kinderen, Bernhardine, Abraham en Margaretha (Marga) geboren.
Levie en Grietje Kurk kwamen op 9 januari 1943 aan in kamp Westerbork. Ze kregen een plek in barak 85. Op 18 januari 1943 volgde transport naar Auschwitz waar beiden direct na aankomst, 21 januari, zijn vermoord.