Leon Beek werd geboren in Amsterdam op 7 maart 1893. Hij was een Joods officier in beide wereldoorlogen al was hij natuurlijk alleen actief in de Tweede Wereldoorlog. Leon Beek vocht aan de Grebbelinie. Hij bracht het tot reserve-majoor en sloot zich in de oorlog aan bij een militaire verzetsbeweging. Zijn werkzame leven bracht hij van 1926 tot 1941 door in de Amsterdamse Bijenkorf als personeelschef totdat hij vanwege de maatregelen tegen Joden werd ontslagen. Hij was getrouwd met een niet-Joodse vrouw, de schrijfster Cissy van Marxveldt (Setske de Haan). Ze hadden twee zonen, Leo en Ynze.
Leon Beek
- Voornaam
- Leon
- Achternaam
- Beek
- Geboortedatum
- 06 maart 1893
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 15 augustus 1944
- Sterfplaats
- Overveen
Op dinsdag 26 januari 1943 werd Leon verraden en opgepakt in de Amsterdamse Jacob Obrechtstraat. Er begon toen voor hem een lange weg langs verschillende gevangenissen zoals het beruchte Oranjehotel in Scheveningen en de gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam. Uiteindelijk kwam hij met vier medegevangenen terecht in strafbarak 67 in het doorgangskamp Westerbork op de Drentse heide. Hij zat daar in dezelfde periode als Anne Frank en haar familie.
In het boek ‘De laatste zeven maanden’ vertelt overlevende Rachel van Amerongen-Frankfoorder over Beek: ‘In de S-barak ontmoette ik Leo Beek. Hij was mijn personeels-chef in de Bijenkorf, waar ik dertien jaar heb gewerkt. Een hele lange, knappe man, ongenaakbaar hautain, maar nu was hij ontluisterd, hij liep moeizaam, gebogen op die klompen en was helemaal niet meer zo lang. Hij was gepakt, hoewel gemengd gehuwd was. Hij was getrouwd met Cissy van Marxveldt, de bekende schrijfster van meisjesboeken. Dat heeft hem toch niet mogen redden, want hij werkte aan een militair plan- hij had een hele hoge militaire rang – een bevrijdingsplan voor Nederland. Hij is daarbij gepakt en belandde in Westerbork in de strafbarak, waar ik hem ontmoette. Ondanks de droeve omstandigheden was hij ontzettend blij, en ik ook. Dat was dan een man, die je, wanneer je hem op de gang in de bijenkorf tegenkwam, helemaal niet probeerde aan te kijken, want hij had zo’n strenge uitstraling. Dat was hier helemaal afgelopen. Nu was hij zo menselijk als maar kon. Helaas, na een paar weken is hij gefusilleerd.’
De vier mannen, waaronder Leon Beek kregen een graf op de Eerebegraafplaats in Bloemendaal.
In augustus 1944 werd in het kamp een samenzwering op touw gezet met een marechaussee officier die Leon tot kampcommandant wilde maken zodra de Geallieerden in de buurt zouden zijn. Dit lekte uit en de betreffende marechaussee werd door de Duitse Sicherheitsdienst gearresteerd. Leon werd ook opgepakt nadat hij en zijn medegevangenen met een zaag de luchtkoker wilden doorzagen om zo uit de strafbarak te ontsnappen. Via de gevangenis in Assen ging hij naar de Sicherheitsdienst in Amsterdam waar hij onder andere door Willy Lages werd ondervraagd
Zijn leven eindigde samen met dat van zijn medegevangenen op 15 augustus 1944 in de duinen van Overveen waar de mannen werden geëxecuteerd. Hun lichamen werden in juli 1945 gevonden. De vier mannen, waaronder Leon Beek kregen een graf op de Eerebegraafplaats in Bloemendaal. Daar bevinden zich ook de graven van de verzetsstrijders Gerrit van der Veen en Hannie Schaft, het meisje met het rode haar.