Leo van Oosten

Leo van Oosten werd geboren op 19 mei 1926 in Assen. Het gezin van Oosten woonde aan de Kloosterstraat nummer 5 in Assen. Op de foto hieronder uit 1940 is rechts nog net een stukje van het huis te zien.

Leo van Oosten

Voornaam
Leo
Achternaam
van Oosten
Geboortedatum
19 mei 1926
Geboorteplaats
Assen
Sterfdatum
30 september 1942
Sterfplaats
Auschwitz

De vader van Leo, Abraham van Oosten, werd geboren op 25 april 1897 in Assen. Abraham van Oosten overleed al voor de oorlog in februari 1937. De moeder van Leo heette Heintje Stork en werd geboren in Amsterdam op 14 oktober 1895. Ook zij kwam om in Auschwitz, op 19 februari 1943. Verder had Leo twee zussen; Tamar Gonda en Johanna Hester. Johanna van Oosten (29 januari 1931) is op dezelfde dag als haar moeder in Auschwitz vermoord. Tamar Gonda overleefde de oorlog en emigreerde naar Israël.

Leo zat op het Rijks Hoogere Burgerschool in Assen, zo blijkt uit een brief waarin de directeur van die school in 1941 moet aangeven welke joodse leerlingen bij zijn school zijn ingeschreven. In de eerste weken nadat kamp Westerbork op 1 juli 1942 een doorgangskamp was geworden, kwam Leo in kamp Westerbork terecht. Hij meldde zich volgens de bewaard gebleven lijsten vrijwillig aan voor het transport van 24 augustus 1942 naar Auschwitz. Waarschijnlijk is hij na aankomst in Auschwitz geselecteerd voor werk. Enkele weken later is hij omgekomen. Zijn overlijdensdatum is 30 september 1942.

Met betrekking tot Leo’s vrijwillige opgave voor Auschwitz kan men enkel naar zijn motief gissen.

Met betrekking tot Leo’s vrijwillige opgave voor Auschwitz kan men enkel naar zijn motief gissen. In de Kroniek van de Jodenvervolging te Assen van Jan Ridderbos is te lezen dat er meerdere jongens van zijn HBS op transport naar Auschwitz waren gegaan. Was het misschien kameraadschap? De voorstelling van zaken over wat hij in Auschwitz te wachten stond, zal hem wellicht, als 16-jarige, avontuurlijk in de oren geklonken hebben. Dr. Jan Ridderbos schrijft in zijn Kroniek van de Jodenvervolging te Assen hierover het volgende:


"Tot het laatst toe wist de bezetter, met behulp van de `Joodsche Raad voor Amsterdam, afdeling Hulp aan vertrekkenden´ de indruk te wekken dat de reis naar het Oosten misschien wel onaangenaam was, maar dat het uiteindelijke reisdoel een werkkamp was. En met dat fenomeen was men inmiddels in Nederland ook wel vertrouwd. Er werden gedetailleerde richtlijnen gegeven van wat men moest meenemen; en die richtlijnen werden in aanvullingen nog verder uitgewerkt. Volgens de eerste richtlijn bestond een kampuitrusting uit:
Rugzak, eventueel tas of koffertje
Een of twee broodzakken, per persoon
Een geldzakje dat op de borst gedragen moest worden
Hoge schoenen, zo mogelijk winter- of skischoenen
Twee paar wollen sokken
Meerdere stukken ondergoed (het verdiende aanbeveling om een dubbel stel aan te trekken)
Een slaapzak, een kussentje, twee dekens, lakens, beddengoed
Zakmes, lepel, emaille bord of schaaltje, beker en een veldfles
Ritualien: tefilloh, tefillin, klein tallis choemasj enz.
Een keur aan medicijnen
Schaar, schrijfgereedschap, naaigereedschap, veters, en natuurlijk niet te vergeten: de Jodensterren
Geboortebewijs, trouwboekje, diploma´s en getuigschriften, bewijzen van militaire
verdiensten enz.
Later wordt nadrukkelijk gesteld, dat men geen koffers maar rugzakken moest meenemen, en dat tijdens het verblijf te Westerbork de bagage niet bereikbaar was. Aanvankelijk werd het wenselijk, later zelfs noodzakelijk geacht om Duits geld tot maximaal HFl. 250 mee te nemen. Bovendien moet men naast de voorwerpen in de officiële lijst genoemd ook meenemen: toiletartikelen, als zeep, kam, kleine borstel, tandenborstel, handdoeken, maandverband, WC-papier, spons of waslap; eetwaren voor drie dagen, waaronder: busje melkpoeder, en bij voorkeur roggebrood. Aangeraden werd om eveneens mee te nemen: enige reeds van te voren geadresseerde briefkaarten met betaald antwoord, potlood en vulpenhouder, een niet te groot blok schrijfpapier met enveloppen en voorts veiligheidsspelden, naaigerei en band. Ook ontving men advies, hoe de rugzak gepakt moest worden: de zwaarste voorwerpen onderin, en tegen de rug zachte voorwerpen."

Leo’s vader, Abraham van Oosten, was een gerenommeerd architect. Nog steeds zijn er in Assen door hem ontworpen woningen te vinden.
Hij ontwierp ook de zes glas-in-lood ramen van de Asser Joodse Synagoge.

Door de oorlog werd deze synagoge flink beschadigd en de inboedel verdween. Toen Tamar Gonda, Leo’s zus en de enige overlevende uit het gezin van Oosten, in 1974 haar geboortestad bezocht, stond het gebouw leeg en was in gebruik als meubelopslag. Tamar Gonda heeft ervoor gezorgd dat de door haar vader ontworpen glas-in-lood ramen in Israël terechtgekomen zijn. Eerst in de eetzaal van de kibboetz Beit Keshet, later werden de ramen overgebracht naar het Yad Vashem in Jeruzalem, Israël's Nationaal Holocaust monument.
De joodse synagoge van Assen is nu de Bethelkerk, in  gebruik bij de Gereformeerde Gemeente van Assen.

De voormalige Joodse synagoge in Assen

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.