Leo, Fiete, Joke en Carla Bloch

‘Westerbork, geregistreerd, koffie, gaan nu weer naar de trein terug,’ schreef Fiete Bloch-Ricardo op 16 juli 1942 toen ze met haar man en twee dochters op die dag vanuit kamp Westerbork terug moest naar de gereedstaande deportatietrein op het station van het nabijgelegen dorpje Hooghalen. Kort daarna werden alle gezinsleden vermoord in Auschwitz. Nicole Rehe-Calisch, nicht van Fiete, schreef het verhaal over dit gezin op.

Leo, Fiete, Joke en Carla Bloch

Achternaam
Bloch
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfplaats
Auschwitz

Leo Bloch werd geboren op 13 juli 1905 in Amsterdam als zoon van Joseph Bloch (1878-1913) en Jeannet (Jansje) Bloch-Zeldenrust (1881-1967).

Leo had één zus, Marie (Mies Bloch, zij werd later bekend van de kruissteekpatronen die zij maakte voor het tijdschrift Margriet).

Leo trouwde met Sophie Johanna Rachel (Fiete) Ricardo, geboren in Amsterdam op 23 maart 1908.

Het echtpaar kreeg twee dochters: op 3 september 1935 werd Joke (Josefa Jacqueline) geboren en op 18 mei 1938 volgde Carla (Carla Sophie).

Het gezin woonde sinds 1940 aan de Deurloostraat 105 II.

Fiete Bloch-Ricardo werd geboren op 23 maart 1908 in Amsterdam als dochter van de Joodse Isaac Ricardo en de rooms-katholieke Beppie Ricardo-Egtberts.


De ouders van Fiete.

Fiete had twee zussen, Hannie en Jacqueline en één broer Paul.


De kinderen Ricardo in 1919.

Het was een muzikale familie, vader speelde piano, zo ook Fiete en Jacqueline. Paul en Hannie speelden viool. Fiete heeft gewerkt als secretaresse bij de schrijfster Jo van Ammers-Kueller. In die tijd is ze op het “Pencongres” geweest in het Rijksmuseum op 25 juni 1931. Jo was daar de secretaresse en had een voorname rol. Een groot succes was de avondreceptie in het Rijksmuseum. Organisator van dat congres was P.C. Boutens. Fiete was gekleed in een mooie middeleeuwse japon.

“Pen-Nederland” is een vertakte organisatie voor schrijvers. Voorzitter was Carel Dinauw.

Fiete en Leo hebben elkaar vast leren kennen op de tennisbaan. Daar waren ze vaak, vergezeld door vele vrienden en familie. Ook hebben ze samen vele buitenlandse reizen gemaakt. Heel veel gewandeld. Ze zijn getrouwd in Amsterdam op 23 september 1931.

Leo heeft gewerkt als advocaat bij de rechtbank. Al heel snel tijdens de bezetting zijn daar vijf Joodse medewerkers ontslagen.

De 2 dochters Joke en Carla waren 6 en 4 in de zomer van 1942. Van Carla weet ik niets. Van Joke weet ik dat er iemand was, die haar huppelend naar het Roelof Hartplein had zien gaan. Ze had een ster op. Ze mocht toen niet meer naar school en was op weg naar haar tante Lien Ricardo (zus van haar opa) om les te krijgen. Tante Lien was onderwijzeres. 

Tante Lien (Celina) Ricardo (23-12-1880). Zij kwam op 20 mei 1943 aan in kamp Westerbork en werd op 4 september 1944 naar Theresienstadt gedeporteerd en van daar uitgewisseld naar Zwitserland. Ze overleefde de oorlog.  


Joke (linksachter) en Carla (rechtsvoor), met hun nichtjes Renee (linksvoor)
en Els (met vlechten) en neefje Peter (rechts). 

Op 9 juli 1942 kreeg Leo bericht, dat hij met vrouw en kinderen op woensdag de 15de ’s nachts om 10 voor één bij de tramhalte van lijn 25 moest staan. Meteen na de oproep, moest hij bij de Joodse raad komen om de lijsten op te halen, waarop stond wat ze mee mochten nemen.

Ze waren ingedeeld voor het tweede transport naar Polen, de oproep gingen nog alfabetisch. Er waren onderduik-aanbiedingen, ook voor Joke en Carla, 4 en 6 jaar oud. Maar Leo en Fiete gingen nergens op in, onder meer omdat ze dachten, dat ze anders in plaats daarvan ouders en naaste familie zouden pakken.

Op het moment dat Leo bij de Joodse Raad was om de lijst te halen, is zijn zus Mies, woonachtig in Bergen en op de fiets naar Amsterdam gereden om het gezin nog even te zien, net aangekomen. Het was de verjaardag van Leo. De tocht was een hele onderneming, maar helaas heeft Mies haar broer niet meer gezien. Fiete en de kinderen waren in de slaapkamer, waar hun haren kortgeknipt werden. Er waren meer mensen om afscheid te nemen. Onder andere hun tandarts en Jo van Ammers-Kueller. Zij gaf Fiete een goudstuk om in haar schoen mee te nemen. De kinderen waren heel opgewonden. Ze riepen ‘mam, mogen wij aan ’t raampje zitten’ en ‘tante Mies, we krijgen een eigen rugzak’. Er kwam ook nog een meneer Lodder binnen om het gezin gerust te stellen. Hij zei dat ze vast een eigen huisje in Polen zouden krijgen en werk en zo.

Omdat het steeds gevaarlijker werd in de straten (razzia’s) moest Mies naar huis. En Leo was nog steeds niet terug. Zo heeft Mies haar broer niet meer gezien. Toen ze na heel veel moeilijkheden weer veilig terug was in Bergen heeft ze het uitgeschreeuwd van machteloos verdriet. De volgende dag heeft ze Leo gebeld en gezegd: ‘Ik ben bij jullie’. Dit vond ze natuurlijk een waanzinnige opmerking, maar ze wist niets beters te zeggen (dit verslag komt uit dagboek van Mies Bloch).
Later heeft ze een brief van Hannie gekregen, waarin het verslag van het werkelijke afscheid stond.

Zo zijn ze 15 juli ’s avonds om kwart voor een vertrokken naar Westerbork. Vanuit het kamp heeft Fiete nog een kaart geschreven, met de volgende tekst:

“Westerbork, geregistreerd, koffie, gaan nu weer naar de trein terug. Behandeling tot nu toe behoorlijk. We hebben allemaal nog wat geslapen in de trein. Kinderen lief, bagage loodzwaar. Alles best. Kinderen vinden alles eenig.
Zoenen Fiet”.

De kaart, geschreven in het kamp, hebben ze nog uit de trein weten te gooien. Deze is gevonden, gepost en keurig aangekomen bij de ouders van Fiete: familie Ricardo, Hondecoeterstraat 4, Amsterdam Z. Later was erop geschreven: ‘eerste bericht van Fiete en eenige tot nu toe’. (Het origineel wordt bewaard in het Herinneringscentrum kamp Westerbork.)

Toen het gezin al een tijd weg was, mochten de ouders van Fiete een, grotendeels voorgeschreven, brief sturen in het Duits:

‘An den leiter de altesten Rates der Judischen Kultur-Gemeide Ost-Ober Schlesien
Evidenz- Referat
Markstrasse 12/111
Sosnorvice
Ober Schlesien
Gross Deutschland

Betr….. (naam)
Geb….. (datum)
Korrespondenz adr…..(thuis)
Transport….(datum en van waar)
Nach……(Birkenau)

Dit schrijven op de enveloppe en op de brief. 25 woorden in het deutsch. Brief aantekenen met bericht v. Ontvangst (roode kaart). Porto 35 ct. En internationaal antwoord-coupon (6 ct. Insluiten.’

Dit was een nepbrief, die de Duitsers de ouders toestond om aan hun vertrokken kinderen te sturen. Zij waren toen echter al vermoord.

In het naoorlogse bericht van het Rode Kruis is het volgende vermeld:
Leo Bloch, Fiete Bloch-Ricardo, Joke en Carla kwamen aan op 13 juli 1942 in Kamp Westerbork en zijn op 16 juli 1942 gedeporteerd naar Auschwitz. De reis duurde 2 dagen. Fiete en haar 2 dochters zijn direct na aankomst vergast. Leo is, volgens het Sterbebuch van Auschwitz op 20 augustus 1942 om 19.45 uur overleden. Zijn dood is geconstateerd door Dr.Meyer, met als officiële doodsoorzaak darmontsteking en long-TBC. De werkelijkheid is dat Leo na medische experimenten gedood is, waarschijnlijk met een injectie. 

Boven de receptie van de rechtbank aan het IJ hangt een plaquette, waar de naam van Leo op staat.

Er is een officiële akte van overlijden opgemaakt op 30 januari 1950 door de Arrondissementen Rechtbank van Amsterdam.

 .                                  

Afgezien van de Stolpersteine, die in 2016 gelegd zijn hebben we in 2002 een boom geplant in het bos van de Toekomst in Westerbork. Daar staat een bordje bij: ‘We zullen jullie nooit vergeten’ met daarbij hun namen.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.