Van Leendert Kleerekoper zijn twee aankomstdata bekend in kamp Westerbork. De reden was zijn beroep, hij was elektrotechnicus. De eerste keer was op 13 april 1943. Hij werd op 17 mei 1943 doorgestuurd naar kamp Vught, om aan het werk te gaan bij het Philips-Kommando. Op 21 maart 1944 kwam hij weer terug in kamp Westerbork, om twee dagen later, op 23 maart 1944 op transport gesteld te worden naar Auschwitz. Daar werd hij geselecteerd als dwangarbeider in Monowitz. Daar is hij na ongeveer drie maanden gestorven.
(bron foto: Piet Sebregts, https://www.tracesofwar.nl/sights/24370/Stolpersteine-Transvaalstraat-136.htm)
Leendert Kleerekoper
- Voornaam
- Leendert
- Achternaam
- Kleerekoper
- Geboortedatum
- 15 januari 1923
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 31 juli 1944
- Sterfplaats
- Monowitz
Leendert Kleerekoper is geboren in Amsterdam op 15 januari 1923. Hij was het oudste kind van Gerrit Kleerekoper (1897) en Kaatje Kleerekoper-Ossedrijver (1895). Na hem werd op 14 oktober 1928 Elisabeth (Elly) geboren. Het gezin woonde voor de oorlog in de P.L. Takstraat 25 in Amsterdam.
De ouders van Leendert werkten in hun jonge jaren beiden in de diamantindustrie. Later werd vader Gerrit gymnastiekleraar; hij werkte aan de 2e vijfjarige HBS in Amsterdam. Gerrit Kleerekoper werd echter bekend door zijn successen als turncoach: zijn damesturnploeg haalde in 1928 goud op de Olympische Spelen van Amsterdam. Zijn succes als coach was mede te danken aan het feit dat hij zijn ploeg voorbereidde door de maanden ervoor zijn trainingen in de open lucht te houden, de olympische wedstrijd zou tenslotte ook buiten gehouden worden.
Ook verzorgde Gerrit een dagelijks gymnastiekuurtje voor de radio. ’s Ochtends vroeg om kwart voor zeven zond de VARA zijn programma met lichamelijke oefeningen uit. De sessie begon met de vraag ‘Luisteraars, staat u allen klaar?’
1931. Familiefoto van de familie Kleerekoper (Bron: Privé-collectie, Joods Monument, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/175153/gerrit-kleerekoper)
Leendert meldde in een brief dat hij in Vught in zijn beroep werkte en zo zelfs de mogelijkheid had om wat te studeren.
Hij schreef ook dat hij op 8 juli nog een brief van zijn moeder ontvangen had, ze had dit geschreven op maandag 29 juni, dus de dag voor hun vertrek naar Sobibor. Leenderts ouders en zus leefden dus niet meer toen hij deze brief las.
De capitulatie van Nederland op 15 mei 1940 veroorzaakte een drama in de familie Kleerekoper. Leenderts tante Mina Judels-Kleerekoper pleegde, tezamen met haar man Louis Judels en hun twee kinderen Mia en Bert zelfmoord.
In november 1942 moest Leendert met zijn ouders en zusje gedwongen hun huis aan de Rivierenlaan 94 verlaten. Ze moesten naar de Transvaalstraat 136 in Amsterdam.
De eerste transporten van leden van de familie Kleerekoper naar kamp Westerbork vonden plaats in maart en april 1943. De eersten waren Leenderts oom Abraham Monnikendam en zijn grootouders Jacob en Elisabeth Kleerekoper-van Es. Leendert zelf moest op 13 april 1943 naar Westerbork, in mei 1943 gevolgd door zijn tante Sara Monnikendam-Kleerekoper en haar vier kinderen Isidore, Jacob, Bettie en Henriette. Ten slotte moesten ook zijn ouders en zus naar Westerbork, dat was op 21 juni 1943. Er zijn nog vergeefse pogingen gedaan om de familie op de Barneveldlijst te krijgen. Allen verbleven kort in kamp Westerbork, maakten de zware treinreis van drie dagen naar Sobibor en zijn daar bij aankomst vermoord.
Leenderts tante Trien was gemengd gehuwd en bleef daardoor gespaard voor deportatie, en zijn oom Herman verbleef ten tijde van de oorlog in Brazilië.
Leenderts beroep was elektrotechnicus. Dit beroep was de reden voor zijn overplaatsing naar kamp Vught op 17 mei 1943. Daar werd hij tewerkgesteld bij het Philips-Kommando. Het Philips-Kommando was een arbeidscommando in concentratiekamp Vught. Er werkten tussen februari 1943 en juni 1944 Joodse en niet-Joodse gevangenen in relatief beschermde omstandigheden.
Op Leenderts registratiekaart is te lezen dat hij op 11 november 1943 in het ziekenhuis was opgenomen. Tevens is vermeld dat hij geen godsdienst had.
Zowel Leendert als zijn ouders schreven brieven naar de oudste zus van zijn vader, Trien (Catharina). Leendert meldde in een brief dat hij in Vught in zijn beroep werkte en zo zelfs de mogelijkheid had om wat te studeren. Hij schreef ook dat hij op 8 juli nog een brief van zijn moeder ontvangen had, ze had dit geschreven op maandag 29 juni, dus de dag voor hun vertrek naar Sobibor. Leenderts ouders en zus leefden dus niet meer toen hij deze brief las.
Op Leenderts registratiekaart is te lezen dat hij op 11 november 1943 in het ziekenhuis was opgenomen.
Op 3 juni 1944 werden alle 496 Joodse Philips-gevangenen op transport gesteld naar Auschwitz waar zij op 6 juni 1944 aankwamen. Leendert was echter al ruim twee maanden eerder, op 21 maart 1944 teruggestuurd naar kamp Westerbork. Twee dagen later, op 23 maart 1944, werd hij op transport gesteld naar Auschwitz. Daar is hij geselecteerd als dwangarbeider in Monowitz. Daar is hij ook gestorven, zijn overlijdensdatum is vastgesteld op 31 juli 1944.
Leendert Kleerekoper was 21 jaar.
Voor het adres Transvaalstraat 136 te Amsterdam zijn Stolpersteine gelegd voor het gezin Kleerekoper.
(bron: Joodsmonument, https://www.joodsmonument.nl/nl/page/175153/gerrit-kleerekoper)
