Koenraad Huib Gezang (alias Remi van Duinwijck)

Pas ruim zestig jaar na zijn overlijden in Sobibor werd duidelijk wat de ware identiteit was van het eenjarige jongetje Remi van Duinwijck. Edward Gezang had foto’s van zijn jongere broertje, genomen in de crèche aan de Plantage Middellaan in Amsterdam. In 2002 deed hij een oproep met de vraag wie het kind op de foto kende en wie kon vertellen wat er met hem in de oorlog gebeurd was. Het jongetje werd herkend en zijn verhaal verteld: Remi van Duinwijck kreeg zijn ware naam terug: hij was Koenraad Huib Gezang.

Koenraad Huib Gezang (alias Remi van Duinwijck)

Voornaam
Koenraad Huib
Achternaam
Gezang
Geboortedatum
29 januari 1942
Geboorteplaats
Den Haag
Sterfdatum
21 mei 1943
Sterfplaats
Sobibor

Koenraad Huib Gezang werd geboren op 29 januari 1942 in Den Haag aan de Noordwijkselaan 9 in Kijkduin. Zijn ouders waren Maurits Gezang, geboren op 17 juni 1904 en Florence (Florrie) Gezang-Goudeket, geboren op 17 september 1908. Zijn oudere broer was Edward Bram, geboren op 10 augustus 1930. 

Koen met zijn moeder

Maurits turnde voor de oorlog op hoog niveau. In de oorlog was hij al vroeg betrokken bij het verzet. Op 13 augustus 1942 dook het gezin, gescheiden van elkaar, onder.
Vader Maurits en zoon Edward zouden de oorlog overleven. Hij hertrouwde met Rachel (Elly) Kapper. Zijn tweede vrouw had in de oorlog man en zoon verloren.
Broer Edward verhuisde later naar Zweden.

Maurits en Florrie

Moeder Florence kwam op 3 april 1943 aan in kamp Westerbork, ze werd als strafgeval geplaatst in barak 66. Op 6 april volgde haar transport naar Sobibor, waar ze op 9 april 1943 op 34-jarige leeftijd werd vermoord.

Het politierapport van diezelfde dag meldde het volgende: 'H. van de Bunt, accountant, wonende alhier, Duinwijckweg 1, deelde per telefoon mede dat hedenavond ± 20.45 uur voor zijn woning een kind te vondeling is gelegd.'

Koentje was nog geen acht maanden oud toen hij bij zijn eerste onderduikadres kwam, dat was bij een tante van de familie. Zijn volgende verblijf was bij een familie in Overveen. Volgens de dochter van deze familie werd Koentje enkele dagen later, op 16 oktober 1942, te vondeling gelegd voor het huis van de familie Van de Bunt aan de Duinwijckweg 1 te Bloemendaal.

Het huis aan de Duinwijckweg

Het politierapport van diezelfde dag meldde het volgende:
'H. van de Bunt, accountant, wonende alhier, Duinwijckweg 1, deelde per telefoon mede dat hedenavond ± 20.45 uur voor zijn woning een kind te vondeling is gelegd. Het is een kind van het mannelijke geslacht en ongeveer 6 maanden oud. hij heeft het kind voorlopig in zijn huis opgenomen. De recherche stelt een onderzoek in.'

Een paar dagen stond deze oproep in de Haarlemsche Courant:

Het jongetje werd liefdevol opgenomen in het gezin van de familie Van de Bunt. Ze gaven het kind de naam Remi van Duinwijck. Zijn voornaam komt van Remi uit ‘Alleen op de Wereld’, het boek van Hector Malot en zijn achternaam is vernoemd naar de weg waar hij gevonden was. Hendrik van der Bunt gaf het kind op 26 oktober aan bij de burgerlijke stand.

Vier dagen na de aangifte kregen mevrouw en meneer Van de Bunt het bevel van de Sicherheitspolizei om de kleine Remi naar de Sicherheitsdienst aan de Euterpestraat (thans Gerrit van der Veenstraat) in Amsterdam te brengen. Ondanks de protesten van de pleegouders: het jongetje was immers niet besneden, dus wellicht was het helemaal niet Joods. (Vanaf 15 januari 1943 zouden alle vondelingen als Joodse kinderen worden beschouwd.)

Remi werd overgebracht naar de kindercrèche tegenover de Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam en afgegeven aan directrice Henriette Pimentel.
Dat het gezin Van de Bunt zich in deze korte tijd gehecht had aan de baby bleek uit de volgende regels uit een brief die mevrouw van de Bunt schreef op 6 november 1942:
‘Is het niet vreselijk. Wil je wel gelooven, dat ’t ons was of we een eigen kind moesten afstaan?’ en ‘Thuis was er ook veel verdriet. Mary hield zóóveel van hem. “Maar de lieve Heer zal hem wel terugbrengen” zei ze steeds.’

De kindercrèche aan de Plantage Middenlaan

Koen zat tot 14 april 1943 in de crèche en werd het lievelingetje van de directrice Henriëtte Pimentel. Ook de kinderverzorgsters waren dol op hem en een van de Duitse bewakers gaf hem speelgoed, waaronder een beer.

 

Met zijn diepblauwe ogen wist hij zelfs SS-Hauptsturmführer Ferdinand aus der Fünten te vertederen. De speciale aandacht die Aus der Fünten hem gaf, had heel andere gevolgen dan dat aangenomen werd. ‘Het heeft hem zijn leven gekost,’ aldus verzetsvrouw Semmy Glasoog, ‘want als Aus der Fünten niet elke dag bij hem was gekomen, hadden wij hem kunnen laten ontsnappen.’
Door de dappere inspanningen van onder meer het verzet en het crèchepersoneel werden veel Joodse kinderen gered, maar Remi werd op 15 april 1943 gedeporteerd naar kamp Westerbork. De teddybeer schijnt meegegaan te zijn op transport. Koentje kwam in barak 6, de ziekenhuisbarak terecht.

Op 18 mei 1943 werd Koenraad Huib Gezang, alias Remi van Duinwijck op transport gesteld naar Sobibor, het was transport 64. 1943 staat transport 64 gereed in Kamp Westerbork. De trein bestond uit 48 wagons. In de trein zaten 2511 gedeporteerden, waaronder 602 kinderen Op 21 mei werd Koen vermoord. Hij was toen bijna 1 jaar en 4 maanden oud.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.