Jonas van Oosten (links op de foto) was de zoon van Machiel van Oosten en Johanna van Oosten-Jakobs. Hij werd geboren op 9 augustus 1926. Na hem werden nog twee jongens geboren: Israel Berty (Iwan) op 27 december 1927 en Maurits Henk (Maunie) op 7 januari 1933.
Door zijn familie werd Jonas 'Jonnie' genoemd.
Foto links: Collectie HcKW
Jonnie van Oosten
- Voornaam
- Jonas
- Achternaam
- van Oosten
- Geboortedatum
- 09 augustus 1926
- Geboorteplaats
- Assen
- Sterfdatum
- 16 januari 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Jonnies ouders hadden de meubel- en beddenzaak De Walvisch, die ook verhuizingen verzorgde. Jonnie speelde bij de Asser voetbalvereniging Achilles. Zijn naam staat nu, met die van zeven andere Joodse clubleden die in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord, op een monument dat geplaatst is op het sportcomplex van deze vereniging aan de Marsdijk.
Jonnie was dertien jaar toen de oorlog begon en bezocht de middelbare school. In september 1941 werd het voor Joodse kinderen verboden nog langer naar hun eigen school te gaan. Vanaf mei 1942 was ook Jonnie verplicht een gele ster op zijn kleding te dragen.
De nazi's hadden de winkel en het huis van zijn ouders in beslag genomen. Korte tijd daarna is het gezin Van Oosten ondergedoken op een klein eilandje in de Friese meren. Daar zijn ze ontdekt en gearresteerd. Jonnie, zijn vader en zijn oom werden naar het kamp Amersfoort gestuurd. Zijn moeder, zijn broer Iwan en broer Maurits werden naar kamp Westerbork gestuurd.
Jonnie (links) met zijn broertjes Iwan en Maunie - Collectie HcKW
'En mijn Jonneman die nu bijna 17 jaar is. Wat dat arme kind te lijden heeft, als hij nog leeft. Daar moet je niet bij denken.'
In kamp Amersfoort werden Joodse gevangenen zeer slecht behandeld. De voeding was slecht en de gevangenen werden mishandeld. In brieven uit kamp Westerbork schrijft de moeder van Jonnie over haar zorgen over haar man, zwager en kinderen: 'De mensen zijn hier vol hoop en opgewekt. Ik denk ook tegen de winter het eind (van de oorlog) maar ik ben bang dat we nog weggaan. Mijn arme schatten van jongetjes. Ik wil ze zo graag sparen. En hier wachten op mijn trio (man, zwager en zoon). Ik heb af en toe hoop dat ze nog leven. Het is om stapelgek te worden in deze hel en dan alleen. Niemand weet hoe goed of het geweest is, en hoe fijn we het hebben gehad die 18 jaren en dat dat nu weg is, dat kan niet. En mijn Jonneman die nu bijna 17 jaar is. Wat dat arme kind te lijden heeft, als hij nog leeft. Daar moet je niet bij denken. Men zegt, dat Mau (Jonnies vader) en Jonnie ong. 20 november via Oberhauzen Essen zijn gegaan met 80 andere Joden. En Mie (zijn oom) ongeveer 19 december dezelfde richting. Ik sprak gisteren nog een Ariƫr die met hem in Amersfoort heeft gezeten. Mie heeft ook gezegd dat hij tot het eind zijn best zal doen erdoor te komen en hij vond Jonnie een lief flink kind. Hij was de jongste daar maar Amersfoort is heel heel erg geweest.'
Jonas van Oosten werd op 16 januari 1943 in Auschwitz vermoord. Hij was toen zestien jaar. Ook zijn vader Machiel en oom Maurits kwamen om in Auschwitz.
Jonnies moeder Johanna van Oosten-Jakobs en zijn beide broers Maunie en Iwan werden op 21 september 1943 naar Auschwitz gedeporteerd. Na aankomst in Auschwitz op 24 september 1943 zijn zij direct in de gaskamer vermoord.
De brieven vind je in het boek 'Het mankeert ons aan een goed adres', geschreven door Niek van der Oord.