Jonas Joseph de Bruin is geboren op 21 maart 1894 in Leeuwarden Hij was de zoon van Joseph de Bruin (1855-1926) en Fronika Broekhuijsen (1855-1895). Toen Jonas 1 jaar was overleed zijn moeder. Zijn vader hertrouwde met Debora (Doortje) Italie (1862- Auschwitz 1943). Jonas was het vijfde en laatste kind uit het eerste huwelijk van zijn vader, hij had drie oudere broers. Zijn zusje was al voor zijn geboorte, op 1-jarige leeftijd overleden. Uit het tweede huwelijk van zijn vader werd een halfzus geboren.
Jonas Joseph de Bruin
- Voornaam
- Jonas Joseph
- Achternaam
- de Bruin
- Geboortedatum
- 21 maart 1894
- Geboorteplaats
- Leeuwarden
- Sterfdatum
- 26 maart 1943
- Sterfplaats
- Sobibor
Op 1 mei 1917 verloofde Jonas zich met Kaatje Cohen. Kaatje is op 11 april 1889 geboren in Leeuwarden, als zesde van de elf kinderen van David Hartogh Cohen en Sara Cohen-Keizer. Op 23 november 1921 trouwden ze.
Kaatje Cohen. Foto: Privé-collectie
Een jaar later, op 28 december 1922, werd hun enige kind Dora geboren. Het valt aan te nemen dat het meisje vernoemd is naar Jonas’ stiefmoeder Doortje.
Het gezin De Bruin woonde aan de Peperstraat 16 in Leeuwarden. Daar dreven Jonas en Kaatje hun winkel ´Corset Royal´. Corsetten behoorden in die tijd tot de dagelijkse kleding van de moderne vrouw. De winkel is begonnen in 1915 aan Over de Kelders 26, als filiaal van het ´Groninger Corsetten Magazijn´. De corsetten betrok men vooral uit Amerika.
De firma groeide in de jaren ‘20 en ‘30 en de zaak verhuisde naar de Peperstraat, op de hoek van de Weaze. Het assortiment werd verbreed met onder andere kousen en bustehouders. Kaatje runde de winkel en Jonas vertegenwoordigde de zaak als handelsreiziger.
Zoals te lezen valt in een advertentie in november 1929 is dochtertje Dora ernstig ziek geweest. Kort voor haar 7e verjaardag is ze weer hersteld. Later zou Dora haar MULO-diploma behalen.
Dora in 1934. Foto: Privé-collectie
Jonas, Kaatje en Dora de Bruin hadden alle drie een Sperre en ze vreesden daardoor in eerste instantie geen deportatie. Ze hadden dan ook een mogelijkheid om onder te duiken afgeslagen.
Jonas was actief binnen de Joodse gemeenschap. Hij was sinds 1926 ‘kabran’ (lijkbezorger/doodgraver) en sinds 1937 vicevoorzitter van de NIG (Nederlands Israëlitische Gemeente) in Leeuwarden. Ook had Jonas tijdens de oorlog een functie bij de Joodse Raad: hij was sinds 5 november 1941 Medewerker bijstand niet-Nederlandse Joden.
En Dora was sinds 30 juli1942 geregistreerd als ‘Algemeen arbeidsreserve’.
Foto afkomstig van digitaal joods monument. Jonas zit uiterst rechts.
Jonas, Kaatje en Dora de Bruin hadden alle drie een Sperre en ze vreesden daardoor in eerste instantie geen deportatie. Ze hadden dan ook een mogelijkheid om onder te duiken afgeslagen. Dat is te lezen in het onderstaande fragment, waarin het onderduikverhaal van nichtje Dora de Bruin te lezen valt, verteld door Dora’s zus Betty. (Deze Dora en Betty zijn dochters van Jonas’ broer Aron de Bruin.)
‘In Leeuwarden bezocht Dora wel eens haar oom en tante de Bruin die woonden in de Peperstraat. Die hadden daar een winkel genaamd "Corset Royal". Op een keer was zij getuige van een gesprek van haar tante met politieagent Halma. Deze waarschuwde haar tante voor de Duitsers en zei dat ze moest onderduiken. Maar oom en tante waren te gehecht aan hun spulletjes en bleven waar ze waren. Voor Dora was dit de aanleiding om eens met Halma te gaan praten. Konden niet in plaats van oom en tante, Betty en zij gaan onderduiken?’
(Uit: http://www.jadeboer.nl/BettydeBruinDl1.htm )
Het gezin De Bruin werd wel opgepakt. Op 4 februari 1943 kwamen Jonas, Kaatje en Dora aan in kamp Westerbork. Op 23 maart 1943, twee dagen na Jonas’ verjaardag volgde hun transport naar Sobibor. Daar werden ze op 26 maart 1943 vermoord. Jonas was 49, Kaatje 53 en Dora 20 jaar oud.