Jo Polak

Jo Polak was één van de beste schaakspelers van Amsterdam. Op zijn vijftiende deed hij, onder begeleiding van zijn vader, mee aan wedstrijden in Valkenburg. Kort daarop werd hij lid van de Amsterdamse schaakclub 'Het Oosten'. Na enkele succesvolle wedstrijden gespeeld te hebben werd hij lid van het Vereenigd Amsterdamsch Schaak Genootschap.

Jo Polak

Voornaam
Joseph August Jean
Achternaam
Polak
Geboortedatum
24 januari 1915
Geboorteplaats
Watergraafsmeer
Sterfdatum
29 september 1944
Sterfplaats
Auschwitz

Joseph August Jean (Jo) Polak werd op 24 januari 1915 geboren als zoon van Juda Alexander Polak en Sophia Polak-Heertje. Zijn vader was handelaar/vertegenwoordiger in tabaksartikelen. Het gezin woonde aan de Newtonstraat 23hs in Amsterdam. Vòòr Jo waren er in 1907 en 1909 twee meisjes geboren. Deze twee zussen overleefden de oorlog. Jo’s vader werd op 26 oktober 1942 in Auschwitz vermoord. Moeder Sophia werd vermoord in Sobibor op 21 mei 1943.

Joseph Polak trouwde op 17 november 1941 met Roza Presser (Amsterdam, 29-01-1922).

De tijd, 20-11-1941

Roza werkte als bontwerkster. Jo was van beroep timmerman. Ze woonden aan de Waalstraat 120 II.


Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond, 01-11-1939


Nieuws van den Dag, 11-12-1939

Na mei 1940 speelde Jo nog enkele schaakwedstrijden onder de schuilnaam T.A. Bakker. In september 1941 werd het voor Joden verboden lid te zijn van een club. Vanaf die datum kwamen Joodse schaakspelers op zondag samen in de Joubertstraat. De bijeenkomsten werden steeds kleiner in aantal door arrestaties en onderduik van leden. Joseph en Roza doken ook onder. Door verraad zijn ze gearresteerd en naar kamp Westerbork afgevoerd.

".....zoals J.A.J. Polak die maandenlang in de strafbarak zat, voor hij op transport ging, en die altijd blindpartijen speelde met zijn medegevangenen.”

Op 24 juli 1943 kwamen Jo en Roza aan in kamp Westerbork waar ze werden ondergebracht in de strafbarak 67. Daar heeft hij ook zijn laatste schaakpartij gespeeld. In het boekje ‘Partij verloren…’ waarin de schaakbond al in 1947 de in de oorlog omgekomen schakers herdacht wordt beschreven hoe vooral in de tweede helft van 1943 volop werd geschaakt in kamp Westerbork. De barakken met speelborden tussen de driehoog stapelbedden op de tafels met daarbij zitbankjes, werden het decor voor een echte schaakcompetitie. Barak tegen barak of groep tegen groep. Een overwinning op de ‘Barneveldbarak’ met vele goede schakers werd gezien als het hoogst haalbare in de competitie. In de vrije uren en avonduren werd er geschaakt en tijdens het werk vond de nabespreking plaats. Uit het hiervoorgenoemde boek: “Avond aan avond werd er gespeeld en wanneer het licht uitging en ieder naar bed moest, verdwenen de enthousiaste spelers in het waschhok waar de heele nacht een klein pitje brandde en men speelde of analyseerde tot laat in de avond.” Ook Jo Polak wordt in het boek genoemd: “Want de komende transporten sleepten de meeste schaakspelers weg. Verschillende van hen worden in dit boek herdacht, zoals J.A.J. Polak die maandenlang in de strafbarak zat, voor hij op transport ging, en die altijd blindpartijen speelde met zijn medegevangenen.”

Roza was zwanger bij aankomst in kamp Westerbork en dat was ook de reden voor een voorlopige vrijstelling van transport voor Roza en Jo. Op 18 oktober 1943 om 5 over acht ’s avonds werd in het ziekenhuis van kamp zoon Frans Alexander geboren.



Roza had als zwangere vrouw en later jonge moeder recht op extra voedselrantsoenen.

Net als relatief veel zuigelingen in kamp Westerbork leefde het jongetje maar kort; 33 dagen. Hij overleed op 20 november 1943 om kwart voor acht ‘s avonds in Westerbork.

Op 24 november werd het jongetje gecremeerd waarna de urn met zijn as werd begraven op de begraafplaats in Diemen. Na deze dramatische gebeurtenis verbleven Roza en Jo nog twee maanden in het kamp op de Drentse heide.

Met het transport van 25 januari 1944, één dag na de 29e verjaardag van Jo, vertrokken Jo en Roza Polak naar Auschwitz. Philip Mechanicus schreef die dag in zijn dagboek: “De storm heeft vannacht getoornd: met gebalde vuisten raasde hij tegen die paar onnozele barakken, die weerloos op dit stuk kale heide staan. Onbegrijpelijk dat zij niet in splinters zijn uiteengerukt en dat de daken niet zijn opgevlogen. Bij vliegende storm en gutsende regen is een transport van duizend man naar Auschwitz vertrokken. Weer in beestenwagens. Het hoofdaandeel heeft de S-barak geleverd: vijfhonderdnegentig man. De rest, de jonge mannen van de Alijah, oude mannen uit het ziekenhuis, en eenendertig kleine, naamloze kinderen, die in het Weeshuis lagen en wier ouders òf onder water zijn òf reeds naar Polen zijn doorgezonden. Onder deze kinderen een tienjarig jongetje met 39.9o, dus met ééntiende graad koorts te weinig om tot de gelukkige categorie der ‘Untransportfähigen’ te behoren. Opruiming van straf- en improductieve elementen, die het kampbudget slechts bezwaarden. Nog altijd weet men niet, wat er met de gedeporteerde Joden in Polen gebeurt.”

Roza werd direct na aankomst in Auschwitz vermoord. Jo werd geselecteerd om te werken en is uiteindelijk op 30 september 1944 omgekomen in Birkenau.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.