Jeremias Hillesum
- Voornaam
- Jeremias Elia
- Achternaam
- Hillesum
- Geboortedatum
- 05 december 1884
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 06 maart 1944
- Sterfplaats
- Auschwitz
Tussen 1925 en 1940 woonden ze aan de Den Texstraat 34 in Amsterdam. Daarna aan de Milletstraat 43 aldaar. Jeremias was een uiterst begaafd student en had een enorme werkkracht. Van moeders’ zijde was hij een afstammeling van de Presburgse geleerde Chassam Sofer. Zijn vader Uri M. Ph. Hillesum was leraar in de Hebreeuwse taal en grammatica.
NadatJeremias in de herfst van 1904 zijn rechtenstudie begon, deed hij al op 30 juni 1905 het kandidaatsexamen en op 19 december 1906 het doctoraalexamen. Op 14 mei 1907 promoveerde hij tot Doctor. Hij werd advocaat-procureur en diamanthandelaar en bekleedde vervolgens vele hoge functies op Joods maatschappelijk gebied. Zo was hij onder meer voorzitter van de Weldadigheidsvereniging Montifiore, tot steun van weduwen en wezen van alle gezindten, voorzitter van het Genootschap der Joodse Wetenschap in Nederland en regent van het Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis te Leiden.
Dr. Hillesum was aangesloten bij de ondergrondse en hielp Joden om onderduik te vinden.
Op 1 december 1911 werd Jeremias benoemd als directeur van de Beurs voor den Diamanthandel. Dit voelde hij als zijn levenswerk. Bij haar 30-jarig bestaan in december 1919 schreef hij in het gedenkboek, de voor de Amsterdamse Joden zo belangrijke geschiedenis in een levendige stijl, volgens het Nederlands Israëlietisch Weekblad. Ondanks zijn drukke werkzaamheden en vele vergaderingen verheugde hij zich in een gelukkig gezinsleven. Zijn vrouw kwam uit een zeer orthodox-Joods gezin en samen met haar man handhaafden zij de traditionele sfeer beider families. In 1937 bezocht Jeremias Palestina
Dr. Hillesum was aangesloten bij de ondergrondse en hielp Joden om onderduik te vinden. Hij werd verraden en door de Gestapo opgepakt. Ook zou hij een Joodse relatie advies hebben gegeven hoe hij zijn vermogen in veiligheid kon brengen. Deze relatie sloeg bij zijn arrestatie door. Hij kwam samen met vrouw en jongste zoon Uri als strafgeval in Westerbork terecht. Samen met zijn vrouw werd hij op 3 maart op transport gesteld naar Auschwitz waar zij op 6 maart werden vermoord. De jongste zoon Uri Meijer Philip (geboren 13 juli 1925), met dezelfde namen als zijn opa werd 10 dagen na zijn 18e verjaardag in Sobibor vermoord. De oudste zoon vluchtte naar België en overleefde. Zijn dochter overleefde de oorlog ook.