Het gezin Rimini

‘Wij zitten nu te Westerbork en wachten op transport naar D. Het onzekere tegemoet.’ Dit schreef Jechiel Rimini vanuit het kamp op de Drentse heide aan zijn oude buren in Heer (Limburg). Kort erna volgde transport naar Auschwitz.

Het gezin Rimini

Voornaam
Jechiel
Achternaam
Rimini
Geboortedatum
28 augustus 1898
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
28 februari 1943
Sterfplaats
Auschwitz

Jechiel Rimini was de zoon van Emanuel Rimini en Eva Meir Groen en kwam uit een oud geslacht van Sefardische Joden afkomstig uit Spanje.

Hij werd geboren in Amsterdam op 28 augustus 1898 en was werkzaam in de diamantindustrie, eerst als roosjessnijder en later briljantsnijder:

De uiteindelijke vorm waarin een diamant gesneden en geslepen wordt bepaalt de moeilijkheidsgraad en daarmee ook de betaling van de snijders en de slijpers. De meest bekende vorm is de briljant waarvan zowel de bovenkant (de tafel) als de onderkant wordt gefacetteerd om een manier die optimale lichtreflectie en dus schittering geeft. Door die dubbele bewerking is de briljant een meer gecompliceerde slijp- en snijdvorm dan de roos.

In 1924 en 1926 ging hij met Lea Wijnschenk, die sinds 1923 zijn vrouw was, naar België, werkte daar ook in de diamantindustrie als diamantbewerker in een deelgemeente van Antwerpen.

Lea was geboren in Amsterdam op 27 april 1899. In Antwerpen werden hun eerste kinderen geboren: Emanuel Jechiel in 1927 en de tweeling Max Josua en Maurits Alexander in 1928. Daarna vertrokken ze in 1932 weer naar Nederland en kwamen in Eindhoven terecht. Drie jaar later, in 1935, werd daar hun vierde kind geboren: Sal Bernard.

In Eindhoven wisselde Jechiel van beroep en kwam in de vishandel terecht, waarschijnlijk vanwege zijn schoonvader Mozes Wijnschenk die er een viswinkel had.

Uiteindelijk bracht die handel hem naar Heer in Limburg, toen nog een zelfstandige gemeente nu deel van Maastricht. Het gezin woonde aan de Emmastraat 4 te Heer en die woning was eigendom van de Maastrichtenaar Halmans. Zij huurden daar vijf kamers. In Heer kreeg ook dit gezin te maken met de maatregelen tegen Joden die vanaf het begin van de bezetting werden ingevoerd. In het kader van de VO 6/1941 melde Rimini zich op 17 februari 1941 aan bij de Burgerlijke Stand van de gemeente Heer en tegen betaling van 6 gulden schreven zij zich in als “Voljoden”. Op of omstreeks 15 mei 1941 leverde Jechiël Rimini zijn radiotoestel merk “Philips Super Indectano (onleesbaar)” in bij de gemeente Heer. Op 22 juni 1942 leverde Jechiël Rimini zijn herenrijwiel en een jongensrijwiel van E. Rimini in bij de gemeente Heer, die door veldwachter Blokker naar de Ortskommandant van de Wehrmacht in Maastricht wordt gebracht en achtergelaten. Hun namen komen voor op twee lijsten: een lijst van leden van de Ned. Israelitische Hoofdsynagoge Maastricht; en op de zogenaamde 'burgemeesterslijst’ van de burgemeester van Heer mei 1942. Bij de eerste grote arrestatie van Limburgse Joden op 25 augustus 1942 werd de familie Rimini nog ongemoeid gelaten, maar op 12 november 1942 werd het gezin opgepakt en weggevoerd. De lokale veldwachter Blokker, de "schrik van Heer" speelde daarbij een belangrijke rol. Duidelijk komt in zijn verklaring naar voren dat veldwachter Blokker samen met een collega het gezin Rimini heeft gearresteerd en uitgeleverd aan de Maastrichtse SD Aussenstelle. Onder begeleiding van de marechaussee moesten ze naar de trein en kwamen diezelfde dag nog in kamp Westerbork aan.

"Nu beste luitjes mijn hartelijke groeten van ons."

In Westerbork verbleef het gezin ruim een week. Er werd nog een brief naar de buren in Heer geschreven waarin zij bedankt werden voor ‘al hetgeen U voor ons gedaan heeft. (…) Ik schrijf deze op mijn krib zoodat U ons niet moet kwalijk nemen dat ik zo slecht schrijf. Laat brenger dezen U maar vertellen die heb ik van alles geschreven. Nu beste luitjes mijn hartelijke groeten van ons.’

De brief werd bezorgd via de machinist van de trein die hen naar Westerbork had gebracht.

Op 20 november 1942 werd het gezin gedeporteerd naar vernietigingskamp Auschwitz. Moeder Lea en de jongste kinderen werden vrijwel meteen vergast op 23 november 1942. Vader Jechiel en zijn zoon Emanuel bleven het langst in leven. Waarschijnlijk werden beiden tewerkgesteld en zijn vader en zoon uiterlijk 28 februari 1943 omgekomen.

In Maastricht zijn struikelstenen gelegd voor het gezin Rimini (https://www.struikelsteentjes-maastricht.nl/namenlijst/rimini-jechiel/).

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.