Jacques Abas

Jacques Abas is 29 juli 1892 in Amsterdam geboren. Zijn vader was diamanthandelaar. Jacques en zijn één jaar oudere broer Pim groeiden op in een milieu dat open stond voor kunst. Het gezin verhuisde naar Hilversum,waar Jacques de HBS bezocht. Daarna ging hij naar het conservatorium in Amsterdam om piano te studeren. Hij was zeer getalenteerd, maar helaas openbaarde zich tijdens de studie een spieraandoening, waardoor hij geen concertpianist kon worden en voor pianoleraar vond hij zichzelf niet geschikt.
Dit was een grote teleurstelling. Op het conservatorium leerde hij de pianostudente Bé Nolthenius kennen. Ze trouwden in 1920.

Jacques (rechts) en zijn broer Pim

Jacques Abas

Voornaam
Jacques
Achternaam
Abas
Geboortedatum
28 juli 1892
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
10 oktober 1944
Sterfplaats
Auschwitz

 

Jacques was een goed tennisser. Een tennisvriend van hem was directeur van Inventum, (een pas opgerichte fabriek in huishoudelijke elektrische apparaten in De Bilt). Hij vroeg Jacques in 1922 om bij Inventum exportleider te worden. Kennelijk had hij opgemerkt dat Jacques ook zakelijk talent bezat. In 1922 werd zoon Erik en in 1925 zoon Matthijs geboren. Vanaf 1927 woonde het gezin in ‘De Steenbok’ in Bilthoven. Moeder Abas gaf pianoles en maakte kamermuziek. Vader Abas had een enkele leerling en speelde ook zelf regelmatig. Het huis gonsde van muziek.

Jacques en Bé

De Jodenvervolging werd steeds grimmiger. Jacques was moedig, maar kon niet geloven in de slechtheid en de waanzin van de mensen.

Jacques en Bé hadden een grote vriendenkring. Met de componist Julius Röntgen, die met zijn gezin vlak om de hoek woonde schaakte Jacques regelmatig. De jaren 1922-1937 waren gelukkige jaren. ’s Zomers ging men naar Camperduin, waar ook regelmatig vrienden langs kwamen en af en toe maakte men een reis naar het buitenland. Voor zijn werk moest Jacques veel reizen, o.a. naar Engeland en Marokko. Door een griep kreeg Jacques een oogziekte, waardoor hij niet voor Inventum naar Nederlands-Indië kon gaan. Daardoor werd hij 1939 bij Inventum ontslagen.

Er vormde zich een kring van vrienden, die het gezin financieel ondersteunde. De ogen werden steeds slechter, door het loslaten van het netvlies. Operaties hielpen niet en Jacques werd gaandeweg bijna blind. Een kring van Bilthovense vrienden las hem regelmatig voor. Filosofen, (vooral Plato en Hegel) werden grondig bestudeerd. Ook had hij een groot interesse voor dichters en het Nieuwe Testament, met name het Johannesevangelie. In zijn toespraak voor Erik, op diens 21ste verjaardag (3 januari 1943), bleek dat hem het Nieuwe Testament en het ware Christendom na aan het hart lag.

 

De Jodenvervolging werd steeds grimmiger. Jacques was moedig, maar kon niet geloven in de slechtheid en de waanzin van de mensen. Hij wilde niet onderduiken. Erik en Matthijs zaten in het verzet. Ze werden verraden en in november 1943 thuis gevangengenomen. Jacques werd begin 1944 ook opgepakt. Op 9 maart 1944 kwamen Jacques en zijn zonen in Westerbork aan. Jacques ging naar de ziekenbarak, barak 6, de jongens naar de strafbarak. Op 23 maart 1944 werd Jacques naar Auschwitz gedeporteerd. Overlevende Hetty Rudelsheim vertrok met hetzelfde transport en schreef daar later over in haar boek Gesprekken met mijzelf in Auschwitz: “Die dag klom ik in een veewagon en was gezeten tussen professoren, artiesten, mensen die volgens de rassenwetten half-joods waren. We waren in totaal met 39 ‘bevoorrechte’ mensen. (…) Drie dagen en nachten brachten we door in de gesloten wagon, een passende fysieke voorbereiding op wat ons te wachten stond. Sommige passagiers aten en dronken; anderen aten helemaal niets. Na drie dagen kwam de trein tot stilstand en gingen de deuren open. ‘Heraus! Heraus! Schnell! Schnell!’ Nauwelijks in staat te staan tuimelden we op het perron.” Verder beschreef ze dat de bevoorrechte groep ook in Auschwitz apart werd gehouden. Het is waarschijnlijk dat ook Jacques Abas bij deze groep hoorde. Na aankomst heeft hij nog enkele maanden geleefd in Auschwitz. Uiteindelijk is hij op 10 oktober 1944 vermoord.
Zijn vrouw Bé en zijn zonen Erik en Matthijs hebben de oorlog overleefd.

 

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.