Jacob Voltijn is de jongste zoon in het gezin van Abraham Voltijn en Betje Voltijn-de Jong. Hij is geboren in 1925 in Nijmegen. In 1919 was de oudste zoon Meijer geboren en in 1921 Louis, beiden in Amsterdam.

Jacob Voltijn

Jacob was leerling van de ambachtsschool De Kronenburg, hij leerde voor elektriciën. Het gezin woonde aan de Lange Burchtstraat 27 in Nijmegen, waar Jacobs vader Abraham een winkel had.

Een blik vanaf de Lange Burchtstraat richting Korte Burchtstraat en Grote Markt in de jaren '30

Na het huwelijk in augustus 1942 van zijn oudste broer Meijer met Edith Aussen bleef het jonge echtpaar wonen in het gezin van Abraham en Betje. Vijf dagen na het huwelijk van Meijer verhuisde Louis naar Amsterdam waar hij een week later, op 19 augustus 1942, trouwde met Judith de Hond, dochter van Markus de Hond en Susanna Ketellapper. Het valt aan te nemen dat de dreiging van de deportaties deze huwelijksvoltrekkingen van de broers, zo kort na elkaar beïnvloed heeft.

In het najaar 1942 begonnen in Nijmegen de deportaties van Joden. Jacob is, tezamen met zijn ouders Abraham en Betje en zijn broer en schoonzus Meijer en Edith op 16 oktober 1942 gedeporteerd vanuit Westerbork naar Auschwitz. Dit was het 28e transport. Abraham, Betje en Edith vonden daar op 19 oktober de dood, resp. 56, 54 en 24 jaar oud. Van Meijer en Jacob staat geregistreerd dat ze op 31 maart 1944 overleden zijn in Midden-Europa. Zij waren 24 en 19 jaar oud.

Broer Louis en zijn vrouw Judith werden eerst naar Vught gebracht op 16 april 1943 en van daar op 3 juli 1943 naar Westerbork. Louis kwam in barak 93, Judith in barak 65. Op 6 juli 1943 was hun transport naar Sobibor. Op 9 juli 1943 werden ze daar vermoord, beiden 22 jaar oud.