Jaap van Lochem

Jacob (Jaap) van Lochem werd geboren in Amsterdam op 31 januari 1923. Hij is het tweede kind van Hijman van Lochem en Sara van Lochem-Walg. De zus van Jacob, Rachel (Chelly)van Lochem, was een jaar ouder. Het gezin woonde op het Thérese Schwartzeplein 31 te Amsterdam.

Jaap van Lochem

Voornaam
Jacob
Achternaam
van Lochem
Geboortedatum
31 januari 1923
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
28 februari 1943
Sterfplaats
Auschwitz

Vader was actief als diamantbewerker in de diamantfabriek. Jacob was bankwerker of metaalbewerker. Jaap en Chelly waren beiden aangesloten bij de socialistische jeugdbeweging AJC (Arbeiders Jeugd Centrale), die als doel had de arbeidersjeugd zowel lichamelijk als geestelijk op te voeden. Er werden regelmatig kampeerweekenden georganiseerd op het eigen terrein in Vierhouten.

Waarschijnlijk hoorde Jacob bij de groep Amsterdamse Joden die op 31 maart 1942 arriveerde in het Joodse werkkamp De Landweer in Elsloo. Dat was een werkkamp waar werkloze Joden werden ondergebracht en tewerkgesteld. Het vertrek van de mannen was al eerder gepland maar vanwege de strenge winter, waardoor werkzaamheden op het land onmogelijk waren, uitgesteld. Eind maart was de komst van de mannen wel mogelijk. Eén van de mannen schreef naar huis dat zij die dag met 180 mannen per trein naar Steenwijk en van daar per tram naar Elsloo waren gereisd. In de stromende regen werden daarna lopend de laatste kilometers naar het kamp overbrugd. De nieuwe bewoners van De Landweer moesten heide ontginnen, bomen planten, een weg aanleggen en later aardappelen rooien. Het kampregime was niet heel streng en er was meestal voldoende te eten.

Tewerkgestelde mannen in werkkamp De Landweer

Met mij gaat het tot nog toe goed, maar er gaan geruchten, dat wij allemaal naar Duitsland gaan, en daar voel ik niet veel voor.

Jaap van Lochem mocht net als de andere mannen brieven en briefkaarten schrijven. Een brief en een kaart die hij schreef aan Reina, die hij kende van de AJC, zijn bewaard gebleven. Op 14 juli 1942 schreef Jaap:

Beste Reina,

Ik heb je brief ontvangen, en zo je ziet hou ik van handelen, en schrijf meteen terug. Met mij gaat het tot nog toe goed, maar er gaan geruchten, dat wij allemaal naar Duitsland gaan, en daar voel ik niet veel voor. In Amsterdam moeten alle jongens en meisjes Joden en ook getrouwden met hele gezinnen naar Duitsland. Allemaal moeten ze weg van 16 tot 40 jaar. Wat verschrikkelijk he! Chelly zal ook wel weg moeten. Ze zijn ook alle Joodsche mannen tussen 45 en 55 jaar aan het keuren voor kampen. Mijn vader zal ook wel bericht krijgen, maar ik hoop maar, dat hij word afgekeurd. Ook moeten er 600 politieagenten en 300 postbeambten naar Duitsland. Erg he! Hier in het kamp is natuurlijk niet zo’n goede stemming, maar wij laten ons hoofd niet hangen. Wat een slecht weer anders de laatste tijd. Het lijkt wel of het zo moet. Hier in het kamp krijgen wij nog steeds geen versche groente. We krijgen niets anders dan gedroogte groente, en dat verteerd haast niet. Reina als je voor die rijksdaalder, die heb je toch nog, niets kan kopen, stuur hem dan maar op als je wilt, want ik kan hem hier goed gebruiken. Ik stuur je hierbij een paar foto’s. Laat die ook maar aan Pietje zien, en als je ze goed bekeken heb, wil je ze dan naar mijn huis sturen in Amsterdam. Ze zijn aardig geworden he? Wat erg he van Bram zijn vader. Ze pikken je maar op, zonder dat je wat gedaan heb. Een mooi zootje he.
Verder heb ik niet veel nieuws dan mijn hartelijke groeten aan je ouders en broers en jij een stevige poot.
J. van Lochem

Dat ook Jaaps vader in hetzelfde kamp als zijn zoon terechtkwam is te lezen in een briefkaart die Jaap een maand later schreef op 11 augustus:



Beste Reina,

Ik heb je briefkaart ontvangen en schrijf meteen terug. Met mij en mijn vader gaat het goed. Ik ben erg blij dat mijn vader bij mij in het kamp zit. Dat is een bof. Het eten is hier wel wat beter, maar nog steeds gedroogde groente. Hoe vond je de foto’s, aardig he! Wij moeten hier nog steeds exerceren, maar dat valt wel mee. Het weer is anders nog erg slecht, en dan valt het niet mee op de hei. Het werk gaat nog zijn gewone gangetje. Verder niet veel nieuws dan de hartelijke groeten aan je familie en jij een stevige poot en kopop.
J. van Lochem

Jaap kon in Elsloo zelfs bezoek ontvangen zo blijkt uit een foto van hem en zijn zus Chelly die werd gemaakt op de heide in de nabijheid van het kamp.


Maar in de nacht van 2 op 3 oktober werd het werkkamp De Landweer net als alle andere Joodse werkkampen in Nederland ontruimd. Rond middernacht moesten alle bewoners onder begeleiding van 10 mannen van de Grüne Polizei vanuit Elsloo lopen naar het station in Assen. Van daar werden ze naar kamp Westerbork gebracht. In datzelfde weekend werden in het kader van de gezinshereniging overal in Nederland de vrouwen en kinderen van deze mannen opgehaald en naar kamp Westerbork overgebracht. Zo ook Jacobs moeder Sara en zus Chelly. Nog twee weken verbleven ze in Westerbork voordat het hele gezin met het transport van 19 oktober 1942 naar Auschwitz werd gedeporteerd. Van de 1327 gedeporteerden van dit transport werden bij aankomst in Auschwitz voor zover bekend alle vrouwen en kinderen direct vermoord. Van de 677 voor arbeid geselecteerde mannen uit dit transport zouden er acht de oorlog overleven. Hijman en Jaap van Lochem overleefden niet. Van beiden is de na de oorlog vastgestelde sterfdatum: 28 februari 1943, Auschwitz. Van Jaap is echter uit de dodenboeken van Auschwitz later bekend geworden dat hij al op 4 december 1942 is omgekomen in dat kamp.

Op de plaats waar de Landweer was, het werkkamp waar Jacob een half jaar verbleef, is nu een monument te vinden, ter nagedachtenis aan de dwangarbeiders van het kamp.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.