Estella Klein-Rubens

Estella Klein-Rubens is geboren op 24 maart 1912 in Amsterdam. Ze was de dochter van diamanthandelaar Ruben Rubens (1863-1937) en Abigael (Elisabeth) Rubens-de Miranda (1873-1941). Estella was de jongste van de vier dochters in dit gezin. De oudste was Mathilda (1904), Judith was de tweede (1909) en daarna kwam Celine (1910). Estella was fröbelonderwijzeres.

Mathilda, Judith, Estella en Celine Rubens. Foto: privé-collectie

Estella Klein-Rubens

Voornaam
Estella
Achternaam
Klein-Rubens
Geboortedatum
23 maart 1912
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
23 juli 1943
Sterfplaats
Sobibor

Estella trouwde op 4 februari 1938 in Den Haag met Izak Klein.

Izak Klein kwam uit Oldenzaal. Hij was het jongste kind van Marcus Klein (1874) en Jette Klein-Cohen (1877). Hij is geboren op 5 december 1910. Het oudste kind in dit gezin was Daniel, geboren op 6 september 1908, en de tweede, Esther, kwam ter wereld op 17 augustus 1909. De familie woonde ten tijde van de geboortes van de kinderen aan de Kerkstraat 22 in Oldenzaal. Het gezin Klein heeft op meerdere adressen in Oldenzaal gewoond. De vader van Izak, Marcus Klein, was godsdienstleraar. Ook zijn grootvader, Daniel Klein, had dit beroep. De traditie werd voortgezet, zowel Izak als zijn oudere broer en zus kozen dit vak.

Izak slaagde in oktober 1932 te Amsterdam als godsdienstonderwijzer. In januari 1933 vertrok hij naar Den Haag. Hier was hij sedert 1934 klerk ter Secretarie van de Nederlands Israëlitische Gemeente. En later tevens koster in de Bezuidenhoutsynagoge.

Vanwege haar functie als onderwijzeres op de school aan de Ammunitiehaven 45 had Estella in de oorlog een Sperre.

Izak en Estella woonden na hun huwelijk aan de Moucheronstraat 38 te Den Haag. De zus van Estella, Mathilda, woonde met haar gezin in dezelfde straat, aan de Moucheronstraat 56.
Izak en Estella kregen twee kinderen, hun zoon Marcus Eljakoem werd geboren op 16 december 1938 en hun dochter Abigael Chajan op 13 november 1940. Beiden kwamen in Den Haag ter wereld.

In het tweede oorlogsjaar, op 7 april 1941 overleed Izak Klein, ‘na een kortstondige ziekte’, zoals de rouwadvertentie omschrijft.


Vanwege haar functie als onderwijzeres op de school aan de Ammunitiehaven 45 had Estella in de oorlog een Sperre. Op haar kaart van de Joodse Raad stond als datum genoteerd: 03-10-1941. Sinds 1925 was op dit adres een bewaarschool gevestigd en in 1933 werd er een Joodse kleuterklas aan toegevoegd.

Maar in 1943 werden Estella en haar twee kinderen Marcus en Abigael naar kamp Vught gebracht. Dat was waarschijnlijk op 22 april. Ook haar zus Mathilda kwam met haar man en twee zoontjes in kamp Vught.

Een van Mathilda’s zoontjes overleed een maand later in kamp Vught. Mathilda’s man werd 10 dagen na de dood van hun zoontje tewerkgesteld in het buitencommando Moerdijk.

De barakken van kamp Vught waren overvol. Er heersten besmettelijke ziekten, er was gebrek aan voedsel en de hygiëne was slecht. De chaos in de barakken was de Duitse SS-leiding van kamp Vught een doorn in het oog. Op 5 juni 1943 werd bekendgemaakt dat alle kinderen het kamp moesten verlaten. De volgende dag al de kinderen van 0 tot 3 jaar met hun moeders en een dag later de kinderen van 4 tot 16 jaar met een van beide ouders.
Dat bericht veroorzaakte paniek en ontzetting in kamp Vught. Veel vaders konden niet eens afscheid nemen omdat ze te werk waren gesteld buiten het kamp. Kinderen vanaf 16 jaar bleven vaak alleen achter.

Proclamatie Kindertransport Kamp Vught (Bron: joodsekindereninkampvught.nl)

Met het kindertransport van 7 juni 1943 kwamen de zussen Estella en Mathilda met hun drie kinderen vanuit kamp Vught aan in kamp Westerbork. Ze werden op 8 juni ingeschreven, Estella kwam in barak 62. Vrijwel alle uit Vught aangekomen kinderen en ouders werden direct doorgestuurd naar Sobibor op 8 juni 1943, met uitzondering van de zieken. Waarschijnlijk was een van de kinderen van Estella of Mathilda ziek bij aankomst, want zij bleven nog een ruime maand in het kamp.

De aantekening op Estella’s Joodse Raad-kaart over haar aanvraag voor plaatsing op Palestina-lijst, vanwege haar betrokkenheid in de zionistische jeugdbeweging, helpt haar niet. Op 20 juli 1943 moeten Estella en haar twee kinderen Marcus en Abigael op transport naar Sobibor. Ook haar zus Mathilde, haar man die inmiddels ook in kamp Westerbork was, en haar zoontje zitten op dit transport. In totaal waren er 2209 personen in deze trein. Niemand overleefde hiervan.

Transport Westerbork - Sobibor, 20 juli 1943. Estella en Mathilda op de lijst.

Estella Klein-Rubens, Marcus Eljakoem Klein en Abigael Chajan Klein werden direct na aankomst in Sobibor, 23 juli 1943 vermoord. Ze waren respectievelijk 31, 4 en 2 jaar oud.

Monument der verloren kinderen. Kamp Vught. (Wikipedia)

 

Bron: https://oorlogsdodenoldenzaal.nl/personen/slachtoffers-k-t-m-m/2088-2/

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.