Izaäk Akker was vanwege een plek op de ‘Stammliste’ bijna twee jaar in kamp Westerbork voordat hij op transport moest. Hij stond op deze lijst vanwege zijn werkzaamheden als bakker in het kamp. Izaäk werd geboren op 17 november 1925 te Leeuwarden. Hier woonde hij aan de Slotmakerstraat 6, samen met zijn ouders Aäron Akker, geboren op 24 november 1895 te Sneek, en Dora Akker-Herz, geboren op 1 maart 1895 te Apeldoorn. Ook zijn opa woonde bij hen in huis.

Opa, geboren op 3 mei 1869, was getrouwd geweest met Leentje van Gelder uit Beilen. Hij was van beroep borstelmaker/winkelier in schoonmaakartikelen. Leentje overleed op 16 september 1935.

Izaäk Akker

Aäron was de enige Joodse werknemer bij Frico, de Friese Coöperatieve Zuivelfabriek, en hij hield toezicht op de boterbereiding in de fabriek te Giekerk (een dorpje ten noordoosten van Leeuwarden). Daarnaast had hij thuis nog een winkeltje waar hij kaas verkocht en ook schoonmaakartikelen en papierwaren. Eerst op het adres Nieuwburen 112, later aan de Slotmakersstraat.

Verder was Aäron in meerdere functies actief binnen de Joodse gemeente Leeuwarden. Op 5 november 1924 trouwde hij met Dora en een jaar later werd Izaäk geboren.

In 1941 was Izaäk nog leerling van het Joods Lyceum in Leeuwarden en is hij op een groepsfoto te zien gemaakt tijdens de viering van het poerimfeest. In 1942 werkte hij als bakkersknecht.

Foto: Izaäk Akker in 1941 tijdens het poerimfeest - collectie Joods Historisch Museum

Op 20 augustus 1942 moesten Izaäk en zijn vader Aäron naar een Joods werkkamp. Op 3 oktober 1942 kwamen ze na de ontruiming van de werkkampen in kamp Westerbork terecht. Dora kwam in diezelfde periode in Westerbork aan. Opa Izaak werd ingeschreven op 12 november 1942. Vier dagen later vertrok hij alweer naar Auschwitz. Zijn zoon, schoondochter en kleinzoon vertrokken pas op 4 september 1944 naar Theresienstadt. Alle drie stonden zij op de ‘Stammliste’ van het kamp. Izaak als bakker en Aäron was dienstleider van de Gruppe WC binnen Dienstbereich 6, de Aussendienst.

Aäron, toen verblijvend in barak 43, schreef op 5 juli 1944 nog een brief uit het kamp aan een vriend in Leeuwarden waarin het gaat over een uitstapje naar Leeuwarden dat hij blijkbaar vanuit kamp Westerbork mocht maken:

Westerbork, 5-7-1944

Waarde vrienden,

Het is alweer 14 dagen geleden wij elkaar gesproken hebben en hopen dat alles nog is zoals het toen was, en is bij ons nog alles goed in orde. Ten eerste feliciteer ik jou Willem met je jubileum en hopen nog vele jaren mogen bijkomen. Jullie kunt wel denken dat mijn vrouw en Ies verlangend waren dat ik thuis kwam en moest ik natuurlijk van A-Z vertellen hoe of ik mijn dag besteed had en waar ik allemaal geweest was, en wie ik allemaal gesproken heb, en wat ze allemaal wel zeiden. Jammer dat de tijd maar zo kort was en speet het mij dat ik niet even nog bij de jongens achter kon komen, maar ja wat is ook maar een uurtje, en als je dan zoveel mensen moet spreken en steeds weer hetzelfde vertellen. De baas was heel aardig en zeide ik ’s avonds tegen mijn vrouw: op zo’n dag kan ik er wel weer een half jaar tegen. …zeker ook wel een gezellige middag zo de stad door rijden. We waren om half 8 weer in het kamp. De bruine boontjes waren lekker. De vorige brief kregen wij pas donderdagavond. Verder weet ik geen bijzonders meer te schrijven na jullie hartelijk gegroet en bedankt te hebben in de goede ontvangst van ons drieën.

Fam. Akker

De gevangenen van de Stammliste zijn voor een groot deel met het transport van 4september 1944 naat Theresienstadt gedeporteerd. Slechts enkele honderden bleven achter in Westerbork. Ook Izaäk en zijn ouders vertrokken na een verblijf van bijna twee jaar op die maandagmorgen naar het kamp waar de ‘bevoorrechten’ terechtkwamen. Nadat het gezin Akker in september 1944 was aangekomen in Theresienstadt bleek ook dat voor hen slechts een tussenstation. Eind september 1944 kregen enkele duizenden mannen in het kamp te horen dat ze voor tewerkstelling zouden worden doorgestuurd. De bestemming was niet bekend, maar bleek later Auschwitz te zijn. In oktober volgden ook de vrouwen en kinderen. Izaäk en zijn vader werden op 29 september 1944 van Theresienstadt naar Auschwitz gebracht. Dora ging op 12 oktober 1944 door naar Auschwitz. Zij werd er direct na aankomst vermoord. Aäron en Izaäk hebben begin 1945 bij de ontruiming van het kamp Auschwitz verlaten. Wat er met Izaäk is gebeurd, is niet precies bekend, maar hij is waarschijnlijk onderweg vermoord. Zijn sterfdatum is 28 februari 1945, Midden-Europa. Het lot van zijn vader is vanwege de getuigenis van een medegevangene duidelijker. Hij is onderweg tijdens een dodenmars naar Buchenwald tussen 3 en 6 april 1945 omgekomen.