Israel Spanjar werd geboren op 13 juli 1892 in Zwolle. Hij werd op 1 maart 1913 tijdelijk onderwijzer bij het Lager Onderwijs aldaar, om de volgende maand een vaste aanstelling te krijgen in Wanneperveen bij Meppel. Die betrekking bekleedde hij tot 16 mei 1914 toen hij naar Zwolle terugkeerde als onderwijzer aan de ULO-school van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen.
Israel Spanjar
- Voornaam
- Israel
- Achternaam
- Spanjar
- Geboortedatum
- 13 juli 1892
- Geboorteplaats
- Rotterdam
- Sterfdatum
- 23 juli 1943
- Sterfplaats
- Sobibor
In augustus 1915 behaalde Israel de akte Middelbaar Onderwijs A voor de Franse taal. Op 1 september 1917 aanvaardde hij zijn eerste betrekking als leraar in dat vak en wel aan de HBS van het instituut Hommes. In 1921 werd hij tijdelijk leraar bij het Gemeentelijk Middelbaar Onderwijs te Rotterdam. Vanaf 1921 is hij leraar aan de 1ste Gemeentelijke HBS aan de ’s Gravendijkwal te Rotterdam.
Op 24 oktober 1922 trouwde Israel Spanjar in Nijmegen met Carolina de Jong, geboren op 3 april 1888 in Millingen. Zij is dan 34 jaar oud, Israel 30 jaar. Op 9 december 1924 werd hun zoon Abraham geboren. Nadat Israel in september 1926 ook zijn B akte verwierf voor de Franse Taal en Letterkunde kreeg hij een vaste aanstelling aan de 1e HBS in Rotterdam. Israel Spanjar werd in 1930 benoemd tot lid van de Rotterdamsche kerkraad. Op 28 augustus 1930 werd de tweede zoon Jacob Benjamin geboren.
Na zijn gedwongen vertrek gaf Israel Spanjer nog bijna een jaar, van 15 oktober 1941 tot 1 september 1942, les aan het Gemeentelijk Lyceum voor Joodse leerlingen.
Spanjar was een gelovig man, streng orthodox. Sinds 1930 was hij lid van de kerkenraad der Israëlitische Gemeente en hij bekleedde verschillende functies in Israëlische culturele commissies. Zijn geloof gaf hem later kracht zijn lot te dragen.
Bijna 20 jaar was hij aan de 1e HBS werkzaam geweest toen hij op 1 maart 1941 werd ontslagen als gevolg van de maatregelen tegen Joden. De Duitse bezetter vorderde in september 1940 het schoolgebouw en met ingang van 1 september 1941 mochten de Joodse leerlingen niet meer naar de openbare en christelijke scholen en waren ze alleen nog welkom op Joodse scholen. Aan de Speelmanstraat in Rotterdam werd in een gebouw, waarvan de bovenverdieping was weggebombardeerd, een Joodsch Lyceum opgericht. Na zijn gedwongen vertrek gaf Israel Spanjer nog bijna een jaar, van 15 oktober 1941 tot 1 september 1942, les aan het Gemeentelijk Lyceum voor Joodse leerlingen.
In april 1943 kreeg ook het gezin Spanjar een oproep zich in kamp Vught te melden. Op 22 april 1943 werden ze daar ingeschreven. Op 7 juni 1943 moest het gezin met de kindertransporten mee naar Westerbork waar ze terecht kwamen in barak 60. Een verzoek tot plaatsing op de Barneveldlijst leverde niets op. Op 20 juli volgde transport naar Sobibor.
De allerlaatste trein van Westerbork naar Sobibor vertrok op dinsdag 20 juli 1943. Dit was het negentiende transport naar dat kamp. In de goederenwagons bevonden zich 2209 mannen, vrouwen en kinderen. Niemand van hen zou het vernietigingskamp overleven. Israel, zijn vrouw Carolina en hun zoon Jacob worden op 23 juli 1943 in Sobibor vermoord. De oudste zoon, Abraham, kwam op 1 mei 1945 om in Auschwitz.