Isaäc Goudeket is geboren op 19 mei 1882 in Amsterdam. Hij was de zoon van Simon Goudeket en Rebecca Warradijn. Zijn broer Isidore was een jaar jonger, zijn zuster Jeannette kwam elf jaar na Isaäc op de wereld.
Isaäc (Jacques) Goudeket
- Voornaam
- Isaäc (Jacques)
- Achternaam
- Goudeket
- Geboortedatum
- 18 mei 1882
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 09 april 1943
- Sterfplaats
- Sobibor
Op 28 augustus 1906 trouwde Isaäc, die zich Jacques noemde omdat dat deftiger klonk, met Catharina (Kitty) Spreekmeester, geboren op 12 mei 1881 te Amsterdam. Kitty was concertpianiste. Jacques studeerde vanaf 1902 rechtswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Twee maanden na zijn huwelijk, op 16 oktober 1906, promoveerde hij tot Doctor in de Rechtswetenschap. Bij zijn beroepen wordt later accountant, advocaat en plaatsvervangend rechter gemeld. Hij droeg de titels Mr. Dr. I. Goudeket. Het gezin Goudeket woonde in Amsterdam op het adres Nicolaas Witsenkade 5 in Amsterdam.
Het echtpaar kreeg drie dochters. De oudste was Rebecca Bloeme (Peggy) (1907-1995), daarna kwam Florence (Flory) (1908-1943) en de jongste dochter was Helena Elisabeth (Lenie) (1910-1943). In 1936 trad dochter Lenie in het huwelijk. Vier jaar later is ze gescheiden. Ze ging daarna, op 9 juni 1940, in Heemstede wonen bij haar oudere zuster Peggy Goudeket (getrouwd met Von Hartsveld Müller) op het adres Molenlaan 3. Lenie was kunstenares, en in het huis van haar zuster was in de garage een atelier voor haar ingericht. Daar schilderde Lenie onder andere haar zus en haar zoontje Peter. Op 19 juli 1941 is Lenie naar Amsterdam teruggekeerd.
Ze trok weer in bij haar ouders aan de Nicolaas Witsenkade. De man van de oudste dochter Peggy was actief in het studentenverzet. Dit gezin overleefde de oorlog door onder te duiken. De middelste dochter Flory, zij was beeldhouwster, was in 1929 getrouwd met Maurits Gezang en moeder van twee zonen: Edward en Koenraad. Zij woonde in Den Haag. Van Flory weet men dat zij apart van haar man en twee zonen onderdook. Flory ging terug naar haar ouders. Haar man en oudste zoon vluchtten naar Parijs en wisten de oorlog te overleven.
Haar jongste zoon Koenraad Huib, een baby van 8 maanden, werd door een pleeggezin te vondeling gelegd, later geplaatst in de kindercrèche tegenover de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, maar moest later toch naar kamp Westerbork en vandaaruit op transport naar Sobibor. Hij was ruim 1 jaar toen hij daar werd vermoord. De identiteit van dit vondelingetje, tot die tijd Remi van Duinwijck genoemd, bleef onbekend tot in 2002. Toen lukte het zijn oudere broer om via oude foto’s te weten te komen wat er met zijn broertje was gebeurd en om het jongetje zijn ware naam terug te geven.
Het leek veilig, maar in december 1942 werden de duikjoden na verraad gearresteerd door de Gestapo en meegenomen naar een kleine koude cel aan de Amstelveenseweg, waar ze weken sliepen op een bed van stro.
Over de onderduik van Jacques, Kitty en hun dochters Flory en Lenie is in het boek ‘Spartacus’ door Erik Brouwer het volgende te lezen:
‘Een paar dagen later vond er een spoedfamilievergadering plaats in het pand van Isaäc Goudeket aan de Nicolaas Witzenkade. Er werd gehuild en de Goudekets schoven rond de grote eettafel om een overlevingsplan te maken. Alle waardevolle spullen, zoals de schilderijen van Helena Goudeket en de schilderijen van alle oude Vlaamse en Hollandse meesters, werden verborgen bij een bevriende familie en half september 1942 doken de aanwezigen onder.
Isaäc Goudeket, zijn vrouw Catharina en hun dochters Florence en Helena deelden maandenlang dezelfde ruimte als de vader en moeder van Maurits Gezang. Het leek veilig, maar in december 1942 werden de duikjoden na verraad gearresteerd door de Gestapo en meegenomen naar een kleine koude cel aan de Amstelveenseweg, waar ze weken sliepen op een bed van stro.’
Op 3 april kwam het gezin Goudeket aan in kamp Westerbork. Ze werden als strafgevallen geplaatst barak 66. Abraham en Catharina Gezang waren al op 27 maart 1943 aangekomen en werden geplaatst in barak 63.
Het gezin Goudeket en vader en moeder Gezang moesten op 6 april 1943 op transport naar Sobibor. Daar werden ze op 9 april 1943 vermoord.
Isaä (Jacques) Goudeket, Catharina (Kitty) Goudeket-Spreekmeester, Florence (Flory) Gezang-Goudeket en Helena Elisabeth (Lenie) Goudeket waren respectievelijk 60, 61, 34 en 33 jaar oud. Abraham en Catharina Gezang waren beiden 65 jaar oud.
Kleinzoontje Koenraad zou anderhalve maand later op dezelfde plaats om het leven komen, 1 jaar oud.