Isaac Kurk

Isaac Kurk werd geboren op 21 maart 1918 te Amsterdam. Hij was de zoon van Levie Kurk (1880) en Margaretha (Grietje) Bonte (1888). Van beroep was Isaac rijwielhersteller. Hij was de tweede zoon van het echtpaar. Zijn broer Abraham was in 1917 geboren.

Isaac Kurk

Voornaam
Isaac
Achternaam
Kurk
Geboortedatum
21 maart 1918
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
21 augustus 1943
Sterfplaats
Neukirch (D)

Het gezin dat de eindjes toch al moeilijk aaneen kon knopen, werd in 1942 getroffen door diefstal zo weten we uit een politierapport. Op 24 maart 1942 werd er 16 gulden en een Philips scheerapparaat gestolen. Isaac deed aangifte bij de politie.

 

 In oktober 1942 vond aan de President Brandstraat in Amsterdam een razzia plaats. Toen het duidelijk werd wat er gebeurde, vluchtte zoon Abraham naar de zolder, hij wilde blijkbaar vluchten. Zijn broer Isaac dacht daar anders over en rende hem achterna. Op zolder vond er een felle woordenwisseling tussen beiden plaats. Isaac was van mening dat het gezin bij elkaar moest blijven, Abraham vond dat in ieder geval zij beiden moesten vluchten. Isaac verweet zijn broer dat hij de familie in de steek liet. Dat weerhield Abraham er niet van om toch via het dakraam te vluchten. Via de brede regengoten slaagde deze erin om naar een ander pand te vluchten en zo de dans te ontspringen door onder te duiken. Volgens zijn dochter Marga heeft haar vader de rest van zijn leven geworsteld met zijn beslissing, hij heeft immers zijn familie nooit meer teruggezien.

Abraham heeft na zijn vlucht veel gedaan in het verzet, met name in De Kwakel, een klein plaatsje tussen Uithoorn en Aalsmeer. Het valse persoonsbewijs, met daarop de naam Piet Schenk, heeft hem daarbij beslist geholpen. Na de oorlog vertrok Ab voor een periode naar Belgisch Congo. Na terugkomst in Nederland trouwde hij en ging naar Suriname om voor de Staatsolie Suriname te werken. Hier werden ook zijn drie kinderen, Bernhardine, Abraham en Margaretha (Marga) geboren.

Op zolder vond er een felle woordenwisseling tussen beiden plaats. Isaac was van mening dat het gezin bij elkaar moest blijven, Abraham vond dat in ieder geval zij beiden moesten vluchten.

Isaac kwam tussen 3 en 5 oktober 1942 aan in Westerbork. Twintig dagen verbleef hij in het kamp. Zijn ouders heeft hij er niet gezien want zij kwamen pas 3 maanden later aan in het kamp op 9 januari 1943. Mogelijk waren ze eerst nog vrijgesteld vanwege de zwakke gezondheid van Levie. Zij waren maar kort in Westerbork, werden gedeporteerd naar Auschwitz en zijn op 21 januari 1943 in dat kamp vermoord.

Isaac behoorde tot de groep van ongeveer 9.800 joden die in het plaatsje Cosel, zo’n 80 kilometer ten westen van Auschwitz uit de trein werden gehaald om te werken voor bedrijven in de omgeving. Op 23 oktober 1942 is hij uit Westerbork vertrokken. Met veel machtsvertoon, rake klappen en onder het uitschreeuwen van “Männer rauss” door de SS, moesten mannen de trein verlaten op een zijspoor. Dit buiten het zicht van het reguliere treinverkeer om te voorkomen dat er onrust zou ontstaan onder de plaatselijke bevolking. De mannen op het perron zagen hun gezin weer vertrekken, misschien nog steeds met de gedachte dat alles goed zou komen. Regelmatig kwam het voor dat de mannen urenlang op hun hurken moesten blijven zitten voor ze verder gingen. Wie dat niet kon volhouden, kon rekenen op een portie klappen met een wapenstok of de kolf van een geweer.

Station Cosel in de huidige tijd

Isaac kwam terecht in kamp Breslau-Neukirch waar werk werd verricht aan het spoor voor de Duitse spoorwegen. Het werk was zwaar en het eten en omstandigheden erg slecht. Op 21 augustus 1943 kwam Isaac om het leven, waarschijnlijk door uitputting.

Gedenkteken in Cosel

 

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.