Ida van Rhijn is op 3 augustus 1903 geboren in Assen. Zij is de dochter van Eva de Groot en Abraham van Rhijn. Ida heeft twee zussen en drie broers. Haar vader begint in 1895 een bakkerij aan de Brinkstraat 21. De zaak staat bekend als bakkerij voor de beter gesitueerden. Het gezin van Rhijn heeft zes kinderen: Henriette, Meijer Emanuel, Hartog, Ida, Emanuel en Rozalina.

Ida Mosis-van Rhijn

Op 25-jarige leeftijd trouwt Ida op 19 juni 1929 met de 27-jarige Melchia Mosis, handelsreiziger in manufacturen. Melchia werkt, net als zijn vader, zijn drie broers en zus, in het familiebedrijf, dat bekend is onder de naam A. Nijveen & Co en is gevestigd in de Rolderstraat.

Het gezin gaat wonen aan de Prins Hendrikstraat 22, waar op 22 augustus 1933 zoon Abraham wordt geboren. Ida heeft geen beroep en blijft thuis om voor het kind te zorgen. Vijf jaar later wordt dochter Anne Eva geboren. Het gezin woont dan in de Oranjestraat nummer 10.

Op 2 oktober 1942 moeten de ouders en kinderen zich melden op het plein van de Noordersingelschool. Vandaar gaat het naar kamp Westerbork.

In de ‘Kroniek van de Jodenvervolging te Assen’ staat in het dag- en nachtrapport van de Asser politie dat op 2 oktober een transport is vertrokken. Het rapport vermeldt ook het volgende: ‘Zaterdag 3 October 1942. 20.00 uur. In verband met het vertrek van de joden zijn onderstaande perceelen door ons verzegeld: Oranjestraat 7-10-15 (woonhuis van resp. gezin F. Engers-Lezer, familie M. Mosis, familie M. Hekscher).’

Het gezin wordt op 5 oktober gedeporteerd naar Auschwitz. Onderweg is Melchia uit de trein gehaald bij Cosel en tewerkgesteld. Hij is ergens in Midden Europa overleden, zijn overlijdensdatum is vastgesteld op 31 augustus 1943. Ida, Abraham en Anna Eva zijn direct na aankomst in Auschwitz vermoord. Ida is 39 jaar geworden, Abraham was 9 en Anna Eva 4 jaar oud.