Hildegard (Hilde) Berger en haar zusje Elfriede Gabriele waren kinderen die eind 1938 meekwamen met een kindertransport uit Duitsland, om te ontsnappen aan het nazisme. Hilde kwam terecht in het gezin van Maurits en Judith Belinfante, maar stierf uiteindelijk in Sobibor. Elfriede overleefde de oorlog door toedoen van de verzetsstrijdster Truus Wijsmuller-Meijer.
Hildegard Berger
- Voornaam
- Hildegard
- Achternaam
- Berger
- Geboortedatum
- 15 mei 1927
- Geboorteplaats
- Wenen
- Sterfdatum
- 04 juni 1943
- Sterfplaats
- Sobibor
Hildegard is geboren op 15 mei 1927, Elfriede Gabriele op 27 februari 1932, beiden in Wenen. Hun ouders waren Samuel Jakob Berger, geboren in Muntau, Rusland op 1 februari 1883 en Rosalia Kosulik Weissmann, geboren op 19 november 1891 in Sobotist, Tsjecho-Slowakije. De ouders waren getrouwd op 26 april 1926 in Wenen, ze hadden de Duitse nationaliteit. Vader was boekbinder.
Met het kindertransport van 11 december 1938 kwamen de meisjes aan in Nederland. Ze verbleven een maand in quarantaine in Den Haag, aan de Copernicusstraat 159. Op 10 januari 1939 gingen ze naar Huize Overvoorde aan de Van Vredenburchweg 174, Rijswijk, om vervolgens op 6 februari 1939 overgeplaatst te worden naar Huize Cromvliet aan de Penninglaan/Beetslaan, Rijswijk. Daar zouden ze tot 29 juni 1939 tezamen verblijven. Op deze datum kwam Hilde in het huis van het echtpaar Maurits (geb. 1896) en Judith (geb. 1894) Belinfante-Pimentel, aan de Noorder Amstellaan 213 hs te Amsterdam. Elfriede zou nog in Huize Cromvliet blijven tot 27 november 1939.
Bron: https://www.dokin.nl/deceased_children/hildegard-berger-born-15-may-1927/
Het echtpaar Belinfante-Pimentel was kinderloos, Maurits was leraar Wis- en Natuurkunde op het Gemeentelijk Lyceum voor Meisjes te Amsterdam.
Informatie over hoe het Hilde in de jaren bij haar pleegouders verging, is alleen te vinden op haar kaart van de Joodse Raad. Daarop staat dat ze het diploma Huishoudschool had, en dat ze eerder een Sperre had vanwege haar functie als leidster van de Afd. Buitenschoolse Jeugdzorg (BJZ). Over deze BJZ is het volgende geschreven:
De BJZ was voor Joodse kinderen een welkome afleiding van de zorgen van alledag. In de weinige beschikbare en nauwelijks bruikbare lokaliteiten trachtte de BJZ een ontspannen sfeer te creƫren. Joodse jeugdleiders hielden de kinderen bezig met activiteiten als handenarbeid, muziek, volksdansen en de Joodse geschiedenis. Ook werd er veel aan sport gedaan. Dit voorzag in een duidelijke behoefte omdat Joodse kinderen geen lid van sport- en andere ontspanningsverenigingen mochten zijn. (Bron: https://www.omnia.ie/index.php?europeana_query=BJZ&navigation_function=3)
Informatie over hoe het Hilde in de jaren bij haar pleegouders verging, is alleen te vinden op haar kaart van de Joodse Raad.
Daarop staat dat ze het diploma Huishoudschool had, en dat ze eerder een Sperre had vanwege haar functie als leidster van de Afd. Buitenschoolse Jeugdzorg (BJZ).
Hilde kwam op 25 mei 1943 naar kamp Westerbork, ze werd geplaatst in barak 62.
Op 1 juni 1943 volgde haar transport naar Sobibor, waar ze op 4 juni 1943 werd omgebracht. Hildegard Berger was 16 jaar.
Haar pleegouders Maurits en Judith Belinfante-Pimentel behoorden tot de groep Portugese Joden die aanvankelijk van deportatie waren vrijgesteld. Maar op 2 februari 1944 kwamen ze toch terecht in kamp Westerbork, om op 25 februari 1944 weggevoerd te worden naar Theresienstadt. Op 12 oktober 1944 werden Maurits en Judith doorgevoerd naar Auschwitz, waar ze op 14 oktober 1944 werden omgebracht. Maurits Joost Belinfante was 48 jaar, zijn echtgenote Judith Belinfante-Pimentel was 50 jaar.
De ouders van Hilde en Elfriede Berger overleefden de oorlog ook niet. Op 9 oktober 1942 werden zij vanuit Wenen naar Theresienstadt gedeporteerd. Moeder Rosalia Kosulik Weissmann overleed aldaar op 1 februari 1943, zij was 51 jaar. Vader Samuel Jakob Berger werd op 23 oktober 1944 naar Auschwitz getransporteerd, waar hij is overleden. Hij was 61 jaar oud.
Wanneer nu de data van de aanwezigheid in Theresienstadt van Hildes ouders en haar pleegouders naast elkaar gelegd worden, blijkt dat vanaf 25 februari 1944 Hildes vader en haar pleegouders alle drie daar aanwezig waren. Hildes moeder was toen al overleden. Zouden ze geweten hebben dat zij deze bijzondere band samen hadden? Ook blijkt dat ze alle drie, elf dagen na elkaar, naar Auschwitz vervoerd werden. Daar was hun lot hetzelfde.
Hildes zusje Elfriede kwam op 27 november 1939 in het Burgerweeshuis aan de St. Luciensteeg/ Kalverstraat 92 in Amsterdam. Verzetsstrijdster Truus Wijsmuller-Meijer kon op 14 mei 1940, dus vier dagen na de capitulatie van Nederland, 74 kinderen uit het weeshuis redden door ze met vijf bussen naar IJmuiden te brengen. De kinderen konden op de ss Bodegraven naar Liverpool varen. Elfriede Berger overleefde zo de oorlog.