De werkzaamheden in kamp Orvelte bestonden uit het ontginnen van heide en het rooien van aardappelen. “In het begin mochten die Joden nog gewoon rondlopen en deden ze inkopen in Westerbork of bij de boeren. Later mochten ze het kamp niet meer verlaten of bezoek ontvangen”.
Het gezin Rozeveld
- Voornaam
- Maurits Manuel
- Achternaam
- Rozeveld
- Geboortedatum
- 30 november 1901
- Geboorteplaats
- Dwingeloo
- Sterfdatum
- 31 juli 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Maurits Manuel Rozeveld, die kortweg Mau werd genoemd, werd geboren op 30 november 1901 in Dwingeloo als jongste kind van Meijer Rozeveld (Beilen 1 november 1859 – Assen 1914), een notarisklerk, en Hendrika van Rhijn (Hoogeveen 22 november 1860 – Auschwitz 8 oktober 1942). Zij had geen beroep. Haar broer, Abraham van Rhijn, was een bekende bakker uit Assen.
(Zie *1 voor broers en zusters van Mau.)
Provinciale Drentsche en Asser courant, 8 januari 1902
Toen Mau 13 jaar was overleed zijn vader.
De weduwe M. Rozeveld, zoals Mau’s moeder in de krant werd aangeduid, verkocht in 1928 het huis aan de Rolderstraat 16 en 18 in Assen waar ze met haar man had gewoond op een veiling en kocht later een ander pand.
Provinciale Drentsche en Asser Courant, 28 januari 1928
Provinciale Drentsche en Asser Courant, 13 december 1934
Nog weer later ging Hendrika bij haar dochter Flora wonen aan de Javastraat 4.
Mau deed een opleiding aan de Avondschool voor Handelsonderwijs in Assen, waar hij in 1919 zijn einddiploma haalde. Hij werd handelsagent voor Carp’s garenfabrieken, een bedrijf dat gevestigd was in Helmond. Het bedrijf was begonnen als roodververij van garens, voor export, en vanaf 1917 had Carp’s naaigarens geproduceerd, en zich tot een groot textielbedrijf ontwikkeld. In Helmond hadden ze behalve de garenspinnerij een klossendraaierij, een cartonagefabriek en een drukkerij voor de eigen producten en ook fabrieks- en kantoorgebouwen en zelfs woonhuizen voor het hoger personeel. In de oorlog kwam het bedrijf in beheer van een Verwalter. Na de oorlog bloeide het bedrijf weer op, maar werd in 1969 gesloten omdat het niet meer kon concurreren met fabrieken in lageloonlanden. Mau verkocht voor het bedrijf met name splitzijde aan de groothandel en grote zaken voor garens.
Kantoorgebouw Carp, hier in 1917, zoals het was tot de brand in 1928
Na de brand is het pand opgebouwd tot twee bouwlagen in plaats van vier.
Op 7 mei 1936 trouwde Mau in Kampen met Hinderika (Riek) Goudsmid. Haar ouders waren Joel Goudsmid (Kampen, 5 september 1867 – 8 november 1941), een handelaar in kalveren, schapen en huiden, en Sientje Leip (Vos) (Assen, 16 april 1877 – Auschwitz, 27 november 1942). Ze had een zus, Johanna, die in Kampen was geboren op 9 november 1913. Johanna woonde bij haar ouders en werkte op het kantoor van de melkfabriek aan de IJsseldijk in Kampen. Ze speelde in het amateurtoneel.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 14 april 1936
Getuigen bij het huwelijk waren Riek’s ouders, een oom van haar en haar zus Johanna.
Kampen, 7 mei 1936
Na het huwelijk woonden Mau en Riek in de Oranjestraat 16 in Assen. Mau was actief in de Joodse gemeenschap in Assen, zo blijkt uit onderstaande krantenberichten:
NIW, 1938
Provinciale Drentsche en Asser Courant, 1940
Mau was ook een enthousiast voetballer:
Jaren ’20 - Uit: FJ Hulst en HM Luning: De Joodse gemeente Assen.
Mau op de derde rij van achteren, helemaal rechts. Zijn zus Flora, voorste rij rechts.
Eind jaren ’20 of begin jaren ’30. Uit: FJ Hulst en HM Luning: De Joodse gemeente Assen.
Riek en de kleine Hendrika Sientje werden, net als Mau’s zuster Henriëtte Alida, die bij hun in huis woonde, ook in de nacht van 2 oktober 1942 naar Westerbork gevoerd.
Op 27 september 1937 werd Mau en Rieks enige kind geboren, een dochter, Hendrika Sientje, genoemd naar haar beide grootmoeders.
Prov. Dr. en Asser Courant, 29-09-1937
Rika Rozeveld (links) met haar buurmeisje Anna Eva Mosis
De oorlog brak uit en de anti-Joodse maatregelen van de bezetter kwamen hard aan voor de familie. Mau verloor zijn baan en dus ook zijn inkomen. Dochter Rika mocht niet meer naar school.
Opgave van Joodse leerlingen
In het politierapport van 11 april 1942 lezen we dat ene De Jonge het volgende heeft gemeld: een onbekende turfschipper heeft op 8, 9 en 10 april meerdere vrachten turf (geen aanmaakturf) gebracht bij zijn buurman M. de Levie, Oranjestraat 11. De Jonge vermoedt dat hier fraude in het spel is daar Levie geen recht heeft op een dergelijke hoeveelheid turf.
Maandag 13 april 1942: naar aanleiding van bovenstaande is bij onderzoek gebleken dat bedoelde De Levie driemaal een partijtje persturf heeft ontvangen van drie honderd stuks. Hiervoor werden door De Levie geldige turfbonnen verstrekt, een bon van hemzelf, een bon van zijn thans bij hem inwonende zoon, terwijl de derde bon afkomstig is van M Rozeveld, voor wie ter plaatse de turf is opgeborgen. Deze Rozeveld is inwonende bij B. Levie, Javastraat alhier en was hem wegens plaatsgebrek niet mogelijk om daar bedoelde turf behoorlijk droog op te bergen. De klacht was derhalve ongegrond (waarvan de aanklager meededeling is gedaan).
Het is niet waarschijnlijk dat Mau en zijn gezin ook werkelijk woonden bij zijn zus en zwager, Flora en Benjamin Levie, in de Javastraat. Zijn moeder woonde daar wel, en ook zijn broer Emanuel David. Mau en Riek woonden tot hun deportatie aan de Oranjestraat 16, wat tegenover het huis van De Levie op nummer 11 was.
Politierapport van zondag 19 juli 1942: ….is door ondergetekende aan de volgende personen een oproeping uitgereikt om morgen, maandag om 9.45 te verschijnen voor het Station der Nederlandsche Spoorwegen om in het werkkamp Orvelte te worden geplaatst.
Bij de 29 mannen die werden opgeroepen hoorden M.M. Rozeveld, Oranjestraat 16, en E.D. Rozeveld, Javastraat 4, Mau en zijn broer Emanuel David.
De werkzaamheden in kamp Orvelte bestonden uit het ontginnen van heide en het rooien van aardappelen. 's Middags zorgden de kameroudsten er voor dat iemand uit de groep de 'lunchpakketten ophaalde, die meestal bestonden uit brood met kaas'.
Na afloop van het werk gingen de arbeiders zich wassen, om vervolgens in de kantine te biljarten of naar de radio te luisteren. Bijzonder was het optreden van het bekende duo Johnny en Jones in het kamp.
'In het begin mochten die joden nog gewoon rondlopen en deden ze inkopen in Westerbork of bij de boeren. Later mochten ze het kamp niet meer verlaten of bezoek ontvangen. Het was verboden pakketjes te ontvangen en te versturen. Ik smokkelde deze in een kar met dubbele bodem of een melkbus het kamp binnen. Het ging vooral om brood gekocht met bonnen door familie opgestuurd. Melk en karnemelk mocht vrij het kamp in. Van de karnemelk werd dan hangop gemaakt', aldus A.Maris, de kantinebeheerder.
Maurits Manuel Rozeveld staat, met schep, als tweede van links.
Op 2/3 oktober 1942 werden de dwangarbeiders naar kamp Westerbork gestuurd. De kantinebeheerder kon zich nog herinneren dat hij 's morgens het kamp niet in mocht. Toen hij 's middags terugkwam was het kamp leeg.
Op 2 en 3 oktober werden inderdaad alle werkkampen in de noordelijke provincies leeggehaald en werden de mannen naar Westerbork gebracht. De Joodse inwoners van Assen, en andere Noord-Nederlandse gemeenten, werden uit hun huizen gehaald, in Assen ging het om 234 personen. Na spertijd van 8 uur verscheen de politie met een paar Duitse vrachtwagens in de Rolderstraat. Nadat ze waren volgeladen, vertrokken ze meteen richting Westerbork. De overige mensen werden bijeengebracht op het plein van de Noordersingelschool. Daar stonden ze bepakt en bezakt en dicht tegen elkaar aan gedrukt in afwachting van de terugkomst van de vrachtwagens. Vroeg in de morgen vertrok het laatste transport. Het politierapport van die nacht vermeldt: bij het Jodentransport hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
Van al die Joodse mensen die die nacht op het schoolplein stonden, bleven er slechts twee over die het konden navertellen.
Riek en de kleine Hendrika Sientje werden, net als Mau’s zuster Henriëtte Alida, die bij hun in huis woonde, ook in de nacht van 2 oktober 1942 naar Westerbork gevoerd. Daar zagen ze Mau terug. Samen werden ze met het transport van 5 oktober 1942 naar Auschwitz gedeporteerd waar Riek, 33 jaar, en Hendrika Sientje, vijf jaar, meteen werden vermoord.
Ook Henriëtte Alida werd vermoord op 8 oktober 1942. De officiële sterfdatum van Mau is 31 juli 1943; hij is of bij Cosel uit de trein gehaald en vanuit een strafkamp waar de gevangenen onder moeilijke omstandigheden dwangarbeid moesten verrichten naar Auschwitz gebracht en daar omgebracht of hij is in Auschwitz tewerkgesteld en daar omgekomen of vermoord. Hij werd 41 jaar.
Hendrika van Rhijn, de moeder van Mau, werd samen met haar dochter Flora en schoonzoon Benjamin Levie ook op 2 oktober naar Westerbork gebracht. Zij ging samen met Mau en Riek met het transport van 5 oktober 1942 naar Auschwitz en werd daar bij aankomst op 8 oktober 1942 meteen vergast. Zij was bijna 82 jaar oud.
Flora(51 jaar) en Benjamin (57 jaar) werden met het transport van 2 november 1942 naar Auschwitz gedeporteerd en daar bij aankomst op 5 november 1942 vergast. Hun twee dochters overleefden de oorlog.
De moeder van Riek, Sientje Goudsmid – Leip en haar dochter Johanna werden op 17 november 1942 van huis in Kampen gehaald en naar de Buitensociëteit in Zwolle gebracht, vanwaar ze de volgende dag naar Westerbork werden vervoerd. Ze werden vermoord in Auschwitz op 29 november 1942.
Stolpersteine bij het adres Oranjestraat 16, nu nummer 40
Oproep van de bewindvoerder van de hele familie Rozeveld aan een ieder die spullen
die aan de familie toebehoorden in bezit heeft daarvan aangifte te doen.
Provinciale Drenthsche en Asser courant 8 september 1945
*1 Broers en zusters van Maurits Manuel Rozeveld:
• Flora Salomina (Dwingeloo 28/2/1888 – 5/3/1888)
• Henriëtte Alida (Dwingeloo 20/3/1889 – Auschwitz 8/10/1942)
• Flora (Dwingeloo 14/3/1891 – Auschwitz 5/11/1942) X Benjamin Levie (Assen 7/3/1885 – Auschwitz 5/11/1942) twee dochters overleefden
• Eva Bertha (Dwingeloo 26/4/1893 – Sobibor 26/3/1943) huishoudster in Den Haag. Zoon Herman Bert (Leiden 25/12/1930 – Sobibor 26/3/1943)
• Emanuel David (Dwingeloo 15/3/1895 – ergens in Midden-Europa 31/8/1943) juridisch adviseur
• Helena Harmanna (Dwingeloo 9/10/1897 – Haifa 1973) X Engbert Arp (Arnhem 1900 – Makassar 1942)
• Harmanna Roza (Dwingeloo 27/2/1900 – Sobibor 28/5/1943) X Simon de Vries (Winschoten 29/1/1877 – Buchenwald 2/5/1942) . Ze was in 1938 met hem getrouwd. Hij had 5 kinderen uit eerder huwelijk, een overleefde.