Hermann Wolff

Op 16 juli 1942 liep Hermann naar het station van Groningen. Een buurtbewoner herinnert zich dat hij wel drie keer is teruggegaan naar huis om zijn vrouw een afscheidskus te geven.

Foto links: struikelstenen voor de familie Wolff in Aurich.
(bron: website Stolpersteine Aurich: https://stolpersteineaurich.com/wp-content/uploads/2013/03/71.jpg)

Hermann Wolff

Voornaam
Hermann
Achternaam
Wolff
Geboortedatum
29 oktober 1893
Geboorteplaats
Aurich
Sterfdatum
27 januari 1945
Sterfplaats
Buchenwald

Hermann Wolff werd geboren in Aurich, Duitsland, niet ver van de grens met de provincie Groningen, op 29 oktober 1893 als zevende van de negen kinderen van Samuel Wolff (Aurich, 2 januari 1846 - 30 november 1929) en Caroline Löwenthal (1 oktober 1846 – Aurich, 3 mei 1916). Van de negen kinderen was na de oorlog alleen de jongste nog in leven. De oudste was al overleden toen de oorlog uitbrak, alle anderen werden door de nazi’s vermoord. (*1 voor broers en zusters van Hermann Wolff).

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Hermann militair. Voor zijn moed en verdiensten ontving hij het IJzeren Kruis, een belangrijke militaire onderscheiding.

Hermann Wolff (bron: Digitaal Joods Monument:
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/623893/hermann-wolff.jpeg


Op 1 maart 1920 trouwde hij in Aurich met Jeanette Wolff, geboren op 18 juli 1899 in Grossefehn, vlakbij Aurich. Zij zullen vast een familieband hebben gehad, maar ze waren geen volle neef en nicht. Zij was het jongste kind van de zes kinderen van David Abraham Wolff (Aurich, 16 maart 1860 - Berlijn, 22 augustus 1932) en Martha Samson (Aurich, 29 augustus 1863 - Aurich, 4 juli 1917). (*2 voor broers en zusters van Jeanette Wolff).

Hermann en Jeanette kregen in Aurich vijf zonen: Adolf, geboren op 18 oktober 1920, Siegbert op 25 december 1921, Werner op 12 november 1924, Louis op 26 maart 1929 en Ewald op 21 april 1931. (*3 voor de zonen van Hermann en Jeanette).

Hermann Wolff was veehandelaar in Aurich. In 1933, toen Hitler aan de macht kwam, besloot Hermann, die in het nazibewind een bedreiging zag, met het gezin naar Nederland te verhuizen. Ook andere familieleden vluchtten naar Nederland (zie *1). De familie Wolff kwam in Haren te wonen, aan de Meerweg 58, in de helft van een twee- onder- een- kap woning. In de andere helft woonde de familie Lacoste, en een kostganger, Eemke van der Veen, die gemeentesecretaris was in Haren. Hij hielp de familie Wolff in 1937 aan een huis aan de Waterhuizerweg, nummer 26.
In 1938 kwam een neef uit Duitsland bij de Wolffs inwonen: Ernst Wolff. Hij was de zoon van Hermanns broer Daniel Samuel Wolff.
Omdat het niet goed lukte om als veehandelaar in Haren de kost te verdienen, ging Hermann als veekoper aan de slag voor slager Groefsema aan de Rijksstraatweg. Hij kocht vee in voor de slager, bijvoorbeeld op de veemarkt in Groningen.
Adolf ging naar de ambachtsschool en leerde het timmermansvak bij aannemer Veldman. Hij werd lid van de muziekvereniging Apollo, waar hij hoorn speelde. De familie was lid van Buurtvereniging Ons Belang en Adolf gaf zich op bij de korfbalclub.

Siegbert en Werner gingen naar de Openbare Lagere School aan de Kerkstraat.

Kees Bouwman herinnert zich: Toen kwamen er opeens twee Joodse jongetjes bij ons op school, Siegbert en Werner Wolff. Dat vond ik een indrukwekkend moment. Twee jongens in aparte jasjes met alpinopetjes op. Als ze op school kwamen, meldden ze zich bij meester Zondag en daarbij deden ze hun alpinopetje af. Dat waren ze zo gewend. Meester Zondag zei onmiddellijk vriendelijk dat dat niet hoefde.

Na de lagere school ging Siegbert in de leer bij schoenmaker Bernard Muller. Werner wilde banketbakker worden en ging aan de slag bij bakker Steendam. Louis ging eerst naar dezelfde school als zijn broers, maar na de verhuizing naar de Waterhuizerweg gingen Louis en Ewald naar de Tuindorpschool. Louis werd Loetsie genoemd.

Klas 4 van de Tuindorpschool in 1938: derde rij van beneden, vierde van rechts, met bril is Ewald Wolff, rechts naast hem, met haarlok, Louis Wolff (Bron: https://www.groningen4045.nl/stolpersteine/ernst-wolff-en-hilde-pander)

Jaap Bakker woonde met zijn ouders aan de Tuindorpweg. Louis en Ewald kwamen bij hem in de klas op de Tuindorpschool en Jaap raakte met de broers bevriend. Hij kwam er ook thuis en at nogal eens mee, want het eten was goed bij de familie Wolff: “Altijd flink vlees, daar zorgde vader Wolff wel voor. Er werd daar gebeden voor het eten en daarbij moesten al die jongens een hoed op. Ewald vond dat maar niks, die zat mij dan aan te gluren van onder die hoed. Ze waren religieus: op zaterdag gingen vader en moeder Wolff naar de synagoge. Vader Wolff was een wijze man. Hij stond vaak buiten en dan stonden wij allemaal in een kring om hem heen. Dan besprak hij de toestand in de wereld. Hij wist veel te vertellen over de Eerste Wereldoorlog en over het Duitse leger.”

Ook Bertus Burema, die een eindje verderop aan de Waterhuizerweg woonde, zat bij de jongens Wolff in de klas. Maar, anders dan Jaap Bakker, kwam hij nooit bij de familie over de vloer. Bertus: “Wij speelden vaak achter hun huis. Daar was een watergat, het Bosmansgat. Als ik dan langs het huis liep, keek ik naar binnen en dan zag ik vader Wolff in de kamer een pijp roken, een heel mooie lange pijp, helemaal versierd”. Die pijp werd door de kinderen gestopt, na het eten, herinnert Jaap Bakker zich. “Die pijp was wel tachtig centimeter lang en had de vorm van een saxofoon”.

Mevrouw P. Brontsema - Tingelaar kende Adolf Wolff van de korfbalclub in Tuindorp. Haar moeder was Duitse van geboorte en zodra de familie Wolff aan de Waterhuizerweg kwam wonen, bezocht zij mevrouw Wolff regelmatig om haar een hart onder de riem te steken en om te praten over de situatie in hun beider vaderland, waar zij het beiden moeilijk mee hadden.

Toen werd het oorlog. Vader Wolff maakte zich weinig zorgen. Hij dacht dat hij, als drager van het IJzeren Kruis, niet door de Duitsers aangepakt zou worden. In maart 1942 werd hij korte tijd opgepakt wegens illegaal slachten. Slager Groefsema had “door misbruik van gezag” illegaal een groot aantal koeien en kalveren laten slachten door twee van zijn werknemers. Hermann had deze koeien en kalveren voor Groefsema ingekocht. Hij kreeg voor zijn aandeel in deze frauduleuze handel twee maanden gevangenisstraf.

RECHTSZAKEN Economische Rechter Groningen Zitting van Maandag 30 Maart. Harener volksparasieten staan terecht. Hoofdschuldigen krijgen acht maanden gevangenisstraf.. "Agrarisch nieuwsblad : (waarin opgenomen het orgaan Landbouw en maatschappij)". Meppel, 01-04-1942, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 04-08-2025: https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010892599:mpeg21:p002

"Die dag heb ik verscheidene volwassen mensen zien huilen.”

In september 1941 kwamen Loetsie en Ewald niet meer naar school. Door de leerkrachten werd niets uitgelegd. Maar in het speelkwartier stonden Loetsie en Ewald achter het hekje naar het schoolplein te kijken. Ze vertelden dat ze niet meer naar school mochten en dat ze ook niet op het schoolplein mochten komen.
Henny Jobing was, evenals haar zussen en broers, lid van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC). Op zondag maakte een groepje jongelui vaak een fietstocht naar Noordlaren, naar het Natuurvriendenhuis. De oudere jongens Wolff en neef Ernst gingen graag mee. Op een dag mochten de Joodse jongens niet langer naar binnen in het Natuurvriendenhuis. Toen is de hele groep buiten gebleven.

Ewald en Louis Wolff (bron: Van kwaad tot onvoorstelbaar erger - W. Legemaat)

Bij de familie Wolff kwam in juli 1942 de oproep voor vader Hermann en zonen Adolf, Siegbert en Werner om zich te laten keuren voor een werkkamp. Eemke van der Veen, de kostganger van de buren aan de Meerweg, had aangeboden om onderduikadressen te zoeken, maar de familie Wolff wilde bij elkaar blijven en niet op verschillende adressen onderduiken.

Op 10 juli vertrokken Siegbert en Werner samen met andere Harener Joodse mannen met de bus vanuit de Emmalaan naar Westerbork. In tegenstelling tot de andere mannen werden Siegbert en Werner niet op 15 juli 1942 met het eerste transport vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd.



Siegbert Wolff (bron: Van kwaad tot onvoorstelbaar erger - W. Legemaat)

Werner Wolff (bron: Van kwaad tot onvoorstelbaar erger - W. Legemaat)



Waarom Hermann niet met de jongens meeging is niet duidelijk, maar hij vertrok zes dagen later naar Westerbork. Op 16 juli liep hij naar het station van Groningen. Een buurtbewoner herinnert zich dat hij wel drie keer is teruggegaan naar huis om zijn vrouw een afscheidskus te geven. In Haren probeerden Jeanette en Adolf het gezin draaiende te houden. Er kwam regelmatig bericht van Hermann en de jongens uit Westerbork, dus heel erg ongerust maakten ze zich niet.

Op 27 november 1942 kwam Adolf Wolff bij een bevriende familie, de ouders van Kees Bouwman, langs. Hij vertelde dat ze een oproep hadden gekregen om de volgende dag weg te gaan. “Hij moet wantrouwen hebben gehad, want hij legde een stuk of vijf familiefotootjes neer zonder iets te zeggen. Mijn ouders zeiden niets en hebben de foto’s goed opgeborgen”.

In Haren was bekend dat de familie Wolff met de trein uit Groningen zou vertrekken. Binnen muziekvereniging Apollo werd het snel doorverteld. Kees Bouwman: “We wisten wel hoe laat die trein ongeveer door Haren kwam. Bij de Onnerweg stonden mensen, ik stond bij de Molenkampsteeg en bij de andere spoorwegovergangen was het net zo. Toen reed de trein langs. Iedereen zwaaide en probeerde een glimp van Adolf en de anderen op te vangen. De trein heeft nog even stilgestaan bij het rangeerterrein. Die dag heb ik verscheidene volwassen mensen zien huilen.”

Op 28 november arriveerden Jeanette Wolff, Adolf, Louis, Ewald en neef Ernst in Westerbork. Jeanette was de enige Harense vrouw die haar man en zonen daar nog aantrof. Als Duitse Joden en met Hermann als drager van het IJzeren Kruis, is het de familie gelukt om lang te worden vrijgesteld van transport. De hele familie bleef in Westerbork tot begin 1944. Iedere week stuurde de familie Wolff een kartonnen doos met wasgoed naar Haren. Mevrouw Lacoste stuurde de schone was weer terug en sloot daar vaak iets lekkers bij in. Als dank stuurde Louis een blikken spaarpotje in de vorm van een boek met bloemetjes, dat hij in de werkplaats van het kamp had gemaakt. Na een tijdje werden de contacten verboden.

Jeanette Wolff (bron: Van kwaad tot onvoorstelbaar erger - W. Legemaat)

Adolf Wolff (bron: Van kwaad tot onvoorstelbaar erger - W. Legemaat)

 

Begin januari 1944 hadden Siegbert en Werner Wolff roodvonk. Precies in die periode werden de anderen op transport gesteld. Op 18 januari 1944 werden Hermann, Jeanette, Adolf, Louis, Ewald en neef Ernst naar Theresienstadt afgevoerd.

Siegbert is in de zomer van 1944 nog een keer terug geweest in Haren. Hij kwam op bezoek bij de familie Bouwman aan de Onnerweg. Kees Bouwman: “Ergens in het laatste jaar van de oorlog zaten wij te eten en toen stond opeens Siegbert Wolff bij ons in huis. We wisten niet wat we zagen, vroegen hem het hemd van het lijf. We wisten toen nog niets van dood en verderf. Siegbert is aan tafel bijgeschoven en at met ons mee.” Hij bezocht bij die gelegenheid ook de familie Lacoste. Daar werd hem aangeraden onder te duiken, maar Siegbert wilde gewoon terug naar het kamp, waar hij toen al twee jaar verbleef.

Op 4 september 1944 werden Siegbert en Werner met het laatste transport dat naar Theresienstadt ging, gedeporteerd. Daar in het kamp Theresienstadt werd de familie herenigd en daar trouwde Adolf Wolff met Hilde Pander, die hij in Westerbork had leren kennen.

Hilde Pander, geboren op 25 maart 1923, groeide op in het Duitse Bochum, als enig kind. In november 1938, toen Hilde vijftien jaar was, werd haar vader, de edelsmid en klokkenmaker Max Pander, in de Kristallnacht opgepakt en een maand geïnterneerd in concentratiekamp Sachsenhausen. Direct na haar vaders vrijlating stuurden haar ouders Hilde met een kindertransport naar Nederland. Zij kwam terecht in Bergen aan Zee, waar ze vier maanden verbleef, vol heimwee naar haar ouders. Zodra de gelegenheid zich voordeed, ging Hilde naar Amsterdam; zij hoopte vandaar naar Bochum te kunnen terugreizen. Ondertussen lukte het vader Pander om tegen woekerprijzen drie tickets te kopen voor het schip St. Louis, dat in mei zou uitvaren om ruim 900 Joodse emigranten naar Cuba te brengen. Max Pander liet zijn dochter terugkeren uit Nederland en op 13 mei 1939 ging het gezin in Hamburg aan boord. Maar toen de St. Louis drie weken later Cuba naderde, weigerden de autoriteiten het schip toe te laten. Na weken heen en weer varen tussen Cuba en Miami, zat er niets anders op dan terug te keren naar Europa. Max, zijn vrouw Bertha en Hilde werden in het Nederlandse kamp Heiplaat opgevangen. In februari 1940 werd het gezin in kamp Westerbork ondergebracht, toen nog een Nederlands opvangkamp voor Duitse vluchtelingen. Hilde werkte in het vluchtelingenkamp als dienstmeisje bij de familie Broere, de kampadministrateur, die woonde in de dienstwoning naast de commandantswoning.

De familie Broere voor de dienstwoning bij kamp Westerbork met dienstmeisje Hilde Pander rechtsachter.
(collectie HcKW - https://collecties.kampwesterbork.nl/werk/https%3A%2F%2Fdata.kampwesterbork.nl%2Fwork%2FHCIS.00007078)

Hilde met haar moeder in het vluchtelingenkamp (collectie HcKW)

Na de Duitse inval veranderde het karakter van het kamp al snel: in de zomer van 1942 werd het een doorgangskamp naar de gaskamers.

In januari 1944 werden de families Pander en Wolff met hetzelfde transport naar Theresienstadt gestuurd. Het feit dat Max Pander en Hermann Wolff in de Eerste Wereldoorlog hadden gediend in het Duitse leger, maakte dat zij met hun gezinnen naar modelkamp Theresienstadt werden gezonden en niet direct naar een vernietigingskamp.

De ouderparen gaven Adolf en Hilde toestemming om te trouwen. Een eveneens gedetineerde rabbijn voltrok het huwelijk op 25 juni 1944. De bruiloft werd enigszins overschaduwd door de zorgen over de gezondheid van de jongste zoon, Ewald, twaalf jaar oud. Hij zag er met de dag slechter uit en vermagerde snel. Op de huwelijksdag werd duidelijk hoe dat kwam. Met een stralend gezicht bood Ewald zijn broer en schoonzusje een huwelijkscadeau aan: een papieren zakje met suiker. Wat bleek? Ewald had een maand lang zijn broodrantsoen geruild tegen schepjes suiker. Hilde, die de oorlog overleefde, was er in 1999 nog ontroerd door: “Dat was het waardevolste geschenk dat ik ooit kreeg!”

Op 28 september 1944 werden Hermann, Adolf, Siegbert en Werner op transport gesteld naar Auschwitz. Hermann Wolff werd vervolgens naar Buchenwald gebracht waar hij op 27 januari 1945 is omgekomen; hij werd 51 jaar. Adolf Wolff heeft in Auschwitz dwangarbeid moeten verrichten. Zijn overlijdensdatum is 28 februari 1945, hij werd 24 jaar. Zijn vrouw Hilde Pander en haar moeder bleven in Theresienstadt tot de bevrijding en zijn uiteindelijk teruggekomen in Nederland. Haar vader Max Pander was met Hermann en de oudste zonen naar Auschwitz gevoerd en daar vermoord. Siegberts overlijdensdatum is dezelfde als die van zijn oudere broer, 28 februari 1945. Deze datum geeft aan dat de jongens voor of op die datum de dood vonden. Siegbert Wolff werd 23 jaar. Werner is via Auschwitz in Buchenwald terecht gekomen, net als zijn vader. Zijn overlijdensdatum is 13 februari 1945. Werner Wolff werd 20 jaar.

Moeder Jeanette werd met Louis en Ewald op 4 oktober 1944 vanuit Theresienstadt naar Auschwitz gedeporteerd. Louis en Ewald werden direct na aankomst op 6 oktober 1944 naar de gaskamers gebracht en vermoord. Louis Wolff werd 15 jaar, Ewald Wolff 13 jaar. Jeanette Wolff staat als vermist geregistreerd, maar zeer waarschijnlijk is ook zij op 6 oktober 1944 vergast. Jeanette Wolff - Wolff werd 45 jaar.

struikelstenen voor de familie Wolff in Haren
(bron: https://www.groningen4045.nl/stolpersteine/ernst-wolff-en-hilde-pander)

 

Neef Ernst Wolff, die samen met Jeanette, Adolf en de twee jongste jongens naar Westerbork ging op 28 november 1942 en met de familie op 18 januari 1944 naar Theresienstadt ging, werd daar tot zijn vreugde herenigd met zijn ouders en broer. Hij werd met hetzelfde transport als zijn oom en neven naar Auschwitz gevoerd, maar is later teruggestuurd naar Theresienstadt en heeft de oorlog overleefd. Zijn ouders en broer werden in oktober 1944 in Auschwitz vermoord. Via onderstaande link is te lezen hoe het Ernst na de oorlog verging: https://www.groningen4045.nl/stolpersteine/ernst-wolff-en-hilde-pander

De historische vereniging van Haren heeft het verhaal dat Ernst Wolff in 2015 over zijn leven heeft verteld opgetekend. Het is te lezen via www.oldgo.nl
https://www.oldgo.nl/images/harens-old-goud/Scan_Harens_Old_Goud_2015_nr_1.pdf


Voor dit portret is gebruik gemaakt van de tekst over de familie Wolff in het boek Van kwaad tot onvoorstelbaar erger van Wil Legemaat.

In het Duitse Aurich, waar de familie lange tijd woonde, zijn in januari 2015 ook Stolpersteine gelegd voor de familie Wolff. (https://stolpersteineaurich.com/1914/01/27/hermann-wolff/)

Een emotionele gebeurtenis vond plaats in 2011. De toen inmiddels 87-jarige Ernst Wolff kreeg toen de trouwringen van zijn oom Hermann en tante Jeanette overhandigd. De sieraden waren door het echtpaar vóór hun deportatie in bewaring gegeven bij de Harener gemeentesecretaris en verzetsman Eemke van der Veen. Die had ze vervolgens weer doorgegeven aan de dochter van zijn vriendin, Anje Minnes, omdat hij door zijn illegale werk zelf risico liep om opgepakt te worden. Dat gebeurde ook, hij werd in 1944 gearresteerd en werd op 8 juli 1944 in kamp Vught gefusilleerd. Anje beloofde de ringen weer terug te bezorgen bij de familie of nabestaanden. Haar onophoudelijke inspanningen – eerst vanuit Nederland, en na haar emigratie vanuit Canada – hadden pas na bijna zeventig jaar succes. In het voorjaar van 2011 vond de dochter van Anje, Joanne van Tongeren, eindelijk een nabestaande van de familie Wolff, een bejaarde heer in een verzorgingshuis in de buurt van Haifa in Israël. Dat was Ernst Wolff. De eveneens bejaarde Anje bracht persoonlijk de trouwringen van Canada naar Israël. Toch een klein wondertje. (https://www.groningen4045.nl/75-verhalen/een-groot-drama-en-een-klein-wondertje---de-familie-wolff-uit-haren)

*1: broers en zusters van Hermann Wolff:
● Wilhelm Samuel Wolff (Aurich 1881 - 1924) X Henriette Wallheimer (Aurich 30/3/1889 - Buenos Aires?)
➢ Siegfried Wolff (Aurich 20/10/1908 - Buenos Aires 9/5/1995) X Eva Wallheimer (Aurich 13/3/1911 - Buenos Aires ?) Zij hadden twee kinderen. Dit gezin is in 1936 naar Nederland gevlucht en vervolgens naar Argentinië.
➢ Bertha Wolff (Aurich 2/4/1910 - Auschwitz 17/7/1942) X Hans Gottheim (Berlijn 6/8/1902 - Auschwitz 8/8/1942) Zij hadden een kind Heinz Willy Gottheim (Amsterdam 2/1/1942 - Auschwitz 17/7/1942) Dit gezin was in 1937 naar Nederland gevlucht.

Joods Weekblad 9 januari 1942

● Benjamin (Benno) Wolff (Aurich 5/2/1883 - Ghetto Minsk nov. 1941) X Regine Wolff (Aurich 14/4/1890 - Ghetto Minsk nov. 1941)
➢ Fanni Wolff (Aurich 24/9/1921 - Israël 29/12/1954) X Ruben Weitzner (Kalusz Ukraine 22/12/1915 - Israël 15/11/2007)
● Levi Wolff (Aurich 13/3/1884 - Auschwitz 5/11/1942) X Marianne Karseboom (Emden 7/11/1894 - Auschwitz 5/11/1942)
➢ Lydia Wolff (Emden 8/9/1922 - Auschwitz 30/11/1942) Dit gezin was in 1937/38 naar Nederland gevlucht en via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd.
● Minna Wolff (Aurich 18/1/1887 - KZ Kulmhof, Polen 4/5/1942) X Gerson Stoppelmann (Schapen Dld 13/12/1883 - KZ Kulmhof, Polen 4/5/1942)
➢ Norbert Nathan Stoppelmann (Beesten Dld 27/3/1912 - Aurich 19/2/1935)
➢ Siegfried Stoppelmann (Aurich 5/10/1913 - Bremen 31/12/2002)

● Frieda Feilchen Wolff (Aurich 25/11/1888 - KZ Kulmhof, Polen 4/5/1942) X Adolf Abraham Schönthal (Osteel Dld 1/11/1885 - 1/4/1934)
➢ Recha Schönthal (Norden 30/11/1921 - KZ Kulmhof, Polen 4/5/1942)
➢ Simon Schönthal (Marienhafe 13/1/1923 - Israel 21/2/1965) X Sara Hirschberg (1921 - ?) Een kind.
➢ Willy Wolf Schönthal (Norden 6/3/1926 - KZ Kulmhof, Polen 4/5/1942)
● Iwan Wolff (Aurich 17/6/1891 - Auschwitz 26/2/1943) X Caroline Zeligman (Meerssen 2/1/1894 - Auschwitz 26/2/1943) Hij had met zijn eerste vrouw een zoon:
➢ Wilhelm Wolff (Quetzen Dld 16/10/1924 - Natzweiler 2/12/1944)
● Daniel Samuel Wolff (Aurich 18/10/1895 - Auschwitz sept 1944) X Henny Hartogsohn (Emden 29/8/1891 - Auschwitz okt 1944)
➢ Caroline Wolff (Aurich 5/2/1921 - ?) voor de oorlog al naar Palestina gegaan
➢ Senta Wolff (Aurich 26/8/1922 - Ghetto Zamasc, Polen 1942)
➢ Ernst Wolff (Aurich 19/2/1924 - Israël ) Hij was de neef die bij Hermann Wolff en gezin in Haren kwam wonen.

➢ Helmut Wolff (Aurich 8/5/1929 - Auschwitz okt 1944)
● Jonas Wolff (Aurich 14/2/1897 - Aurich 1983) X Senta Wolff (Aurich 30/6/1903 - Alameda USA 4/7/1973)
➢ David Wolff (Aurich 22/1/1933 - California USA 12/5/2001)
➢ Emily Wolff (Aurich 24/1/1935 - 1972) X Stanley Farber (San Francisco 27/11/1933 - 19/1/2005)
 
*2: broers en zussen van Jeanette Wolff:
● Hanna Wolff (Aurich 17/9/1892 - Ghetto Minsk 28/7/1942) X Jakob Mozes Cohen (Aurich 4/12/1882 - Ghetto Minsk 1942/43)
➢ Mija (Minka) Cohen (Aurich 1923 - ?) X Joseph Foss (?) Kinderen hebben oorlog overleefd
➢ David Jacob Cohen (Aurich 9/3/1925 - Israel 13/3/2009)
➢ Martha Cohen (Aurich 9/8/1927 - Ghetto Minsk 28/7/1942)
➢ Manfred Cohen (Aurich 14/3/1930 - Ghetto Minsk 28/7/1942)
● Abraham Wolff (Aurich 4/10/1893 - 23/9/1915)
● Auguste Wolff (Aurich 31/7/1895 - ?)
● Wilhelm Wolff (Aurich 15/10/1896 - Santiago, Chili 21/9/1964)
● Frieda Wolff (Aurich 28/12/1897 - ?)
 

* 3: zonen van Hermann en Jeanette Wolff- Wolff:
● Adolf Wolff (Aurich 18/10/1920 - Auschwitz 28/9/1944) X Hilde Pander (Bochum Dld 25/3/1923 - Chicago 13/3/2020)
● Siegbert Wolff (Aurich 25/12/1921 - Auschwitz 28/2/1945)
● Werner Wolff (Aurich 12/11/1924 - Buchenwald 28/2/1945)
● Louis Wolff (Aurich 26/3/1929 - Auschwitz 6/10/1944)
● Ewald Wolff (Aurich 21/4/1931 - Auschwitz 6/10/1944)

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.