Herman van Hessen is op 5 augustus 1912 geboren in Groningen. Tijdens de oorlog duikt hij onder, wordt opgepakt en op 19 mei 1944 naar Auschwitz gedeporteerd. 

Herman (Hans) van Hessen

Hermans vader, Leo van Hessen, was van beroep slager en overlijdt in 1933. Herman woont dan met zijn moeder Nanny van Hessen-de Beer in Groningen op het adres Oude Kijk in ’t Jatstraat 38b. Zijn twee jaar oudere broer Albert Bernard was mede-oprichter van de cartonnagefabriek Heskon. Hij overlijdt in 1941 in Hellendoorn. Herman van Hessen, ook vaak Hans genoemd, is van beroep leraar lichamelijke opvoeding.

                                                                     

Zijn moeder is in 1942 ernstig ziek en wordt verpleegd in Assen. Aan Derkje Meijer-van Dijk uit Eelde, die vroeger bij haar in huis werkte, vraagt ze of haar zoon als het nodig mocht zijn bij haar kan onderduiken. Derkje en haar man Jan Meijer stemmen hier direct in toe.

De moeder van Herman overlijdt op 18 mei 1942 in Assen. Herman komt in 1943 dan bij de familie Meijer in huis. In de schuur van de boerderij met de naam ‘De Duinen’ komt een geheime schuilplek onder de grond. Op moment van onraad kan Herman zich daar verstoppen. Als later een zwager van Derkje Meijer die gevlucht is uit Duitsland ook komt onderduiken op de boerderij, dan wordt een kuil in de tuin ingericht als onderduikershol.

Gedurende zijn onderduikperiode was het voor Herman nauwelijks mogelijk om buiten te komen. Ook het ontvangen van bezoek was nagenoeg uitgesloten, een enkele keer kwam zijn vriendin langs. Zo nu en dan hield hij zich bezig met zijn fotografiehobby. Zo maakte hij in 1943 een foto van zijn onderduikfamilie en zichzelf

                   

Op een donderdag in maart 1944 is er een inval in de boerderij. De auto’s die in de schuur staan worden in beslag genomen en precies een week later volgt een nieuwe inval. Herman wordt opgepakt en ook in het huis van de familie Meijer vindt een inval plaats. Derkje zegt tegen haar man dat hij zich moet verstoppen in de geheime ruimte in de schuur. Zij zal het wel afhandelen, want een vrouw zullen ze verder wel met rust laten. Nadat het hele huis overhoop is gehaald worden Herman van Hessen en Derkje Meijer-van Dijk meegenomen.

Derkje is via kamp Vught uiteindelijk terecht gekomen in Ravensbrück en daar omgekomen. Herman komt volgens de gegevens op zijn registratiekaart op 22 april 1944 in kamp Westerbork terecht. Omdat hij ondergedoken was wordt hij ondergebracht in barak 67, één van de strafbarakken.

Op 19 mei 1944 gaat hij als strafgeval op transport naar Auschwitz. Dit is het transport dat door Rudolf Breslauer is vastgelegd op film. In de beelden die gemaakt zijn kort voor vertrek van de trein is de koffer van Herman met daarop zijn naam deels even kort in beeld.

Koffer van Herman van Hessen deels zichtbaar in het midden.

In Auschwitz wordt Herman geselecteerd voor werk. Voordat Auschwitz in januari 1945 bevrijd wordt, zijn de meeste gevangenen naar andere kampen gebracht. Uit de verklaring van een andere gevangene die Herman van Hessen gekend heeft blijkt dat Herman in een subkamp van Mauthausen (Oostenrijk) dat Melk heette terechtgekomen is. Daar werden ondergrondse ruimten voor metaalindustrie aangelegd. Herman is daar op 14 maart 1945 overleden aan de gevolgen van dysenterie.

     
Het monument bij de onderduikplek in Eelde.