Henriëtte Kolthoff werd geboren op 7 februari 1862 te Assen. Ze was de tweede dochter van Benediktus Kolthoff (1826-1896) en Martha Kolthoff-Lezer (1831-1910). Haar oudere zus was Hendrika, en na Henriëtte kwamen nog zeven kinderen, namelijk Abraham, Israël Benedictus, Betje Marianne, Jakob Mozes Benediktus, Izaak Benedictus, Samuel Benedictes en Jeltje.

Henriëtte Kolthoff

Onderstaande foto uit ca. 1895 toont het gezin met volwassen kinderen. Vader Benediktus overleed een jaar later.

Henriëtte Kolthoff kwam uit een rijk gezin. Haar vader Benediktus had een eigen grossierzaak in gebreide goederen, confectie, garen, band etc. en handelde, naast deze eigen zaak ook in textiel, kruideniers- en koloniale waren. Ook had hij pakhuizen en winkels/woonhuizen in Hoogeveen. Het gezin woonde aan de Groningerstraat 19. Dit was tevens de plek van waaruit de handel bedreven werd, ze woonden boven hun winkel.
Na de dood van hun vader nam Henriëttes ongetrouwde broer Samuel de zaak over. Net als Henriëtte bleef hij wonen in het geboortehuis.

In het buurhuis, Groningerstraat 21, woonde het gezin van haar broer Jakob en zijn vrouw Henderika. De panden aan de Groningerstraat 19 en 21 liepen in elkaar over en deelden een binnenplaats, waarop bij ieder huis een waterpomp stond.
De familie Kolthoff stond bekend als een zeer religieus gezin. Ze woonden schuin tegenover de synagoge in de Groningerstraat.

Tijdens de Asser razzia van 2 en 3 oktober 1942 werden Henriëtte en haar broers Samuel en Jakob opgepakt en met een vrachtwagen naar kamp Westerbork vervoerd. Ook de huishoudster van Jakob, Johanna Cohen (Brielle, 1883) was slachtoffers van deze razzia. Jakobs vrouw Henderika was al in 1935 overleden.

Een plaquette aan de muur van de Noordersingelschool te Assen.

Samuel, Jacob en Johanna werden op 26 oktober 1942 getransporteerd naar Auschwitz en werden op 29 oktober 1942 vermoord. De officiële registratieplaats van overlijden van Samuel en Jakob is in het werkkamp Sakrau, dichtbij Auschwitz. Maar waarschijnlijker is, dat de broers, gezien hun leeftijd van 71 en 69 jaar, niet in dit werkkamp geweest zijn, maar net als Johanna Cohen in Auschwitz werden vermoord.
Samuel Benediktus Kolthoff is 69 jaar geworden. Zijn broer Jakob Mozes Kolthoff werd 71 jaar. Jakobs huishoudster Johanna Cohen werd 59 jaar.

Henriëtte Kolthoff vertrok niet met het transport van 26 oktober omdat ze toen in het ziekenhuis van het kamp verbleef. Enkele maanden later vertrok ze alsnog. Dat was met het transport van 2 februari 1943. Direct na aankomst op 5 februari 1943 werd Henriëtte vermoord. Zij zou twee dagen later 81 jaar geworden zijn.

Broers en zussen
Op 29 oktober 1942, op dezelfde dag als Samuel en Jakob, kwamen in Auschwitz Izaak Kolthoff en zijn vrouw om. Hun dochter overleefde.
Israel Benedictus Kolthoff en zijn vrouw werden op 14 mei in 1943 in Sobibor vermoord. Hun enige zoon was al in 1942 omgekomen in Auschwitz.
Jeltje Frijda-Kolthoff en haar man werden op 21 mei 1943 in Sobibor om het leven gebracht. Hun oudste dochter en haar man pleegden zelfmoord op 15 mei 1940, hun jongste dochter overleefde.
De oudste van de negen kinderen, Hendrika, was in februari 1940 overleden. Abraham stierf in september 1940. Betje stierf in 1942, na een langdurige ziekte