Heinrich Lazarus

Heinrich Lazarus was een van de vele Joodse dwangarbeiders die begin 1942 tewerkgesteld werd in werkkamp Gijsselte. De toen twaalfjarige Roelof Wever woonde met zijn ouders en broer in een boerderijtje vlakbij het kamp. Roelof was geraakt door de aanblik van de gevangenen, hij haalde bij boeren in de omgeving geregeld eten op, dat door zijn vader en oudere broer op een afgesproken plaats voor de hongerige dwangarbeiders verstopt werd. Ook logeerden Heinrichs vrouw en zoontje een week of vier bij de familie Wever.
In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werden alle dwangarbeiders naar kamp Westerbork overgebracht en later doorgevoerd naar Auschwitz. Heinrich Lazarus overleefde Auschwitz niet.

Heinrich Lazarus

Voornaam
Heinrich
Achternaam
Lazarus
Geboortedatum
09 januari 1901
Geboorteplaats
Flensburg
Sterfdatum
15 november 1942
Sterfplaats
Auschwitz

Heinrich Lazarus is geboren in Flensburg op 9 januari 1901. Hij was het jongste kind van Louis Lazarus (1859- 1942) en Cora Lazarus-Salomon (1867-1951). Heinrich had drie oudere zussen: Annie (1895), Ellie (1896) en Hertha (1898).
Vader Louis werkte aanvankelijk in het bedrijf van zijn vader, een herenkledingzaak, later runde hij een privébank, gevestigd aan de Grosse Straße 15/19 in Flensburg.
Als beroep van Heinrich wordt zowel koopman als chauffeur en monteur genoemd.

Heinrich Lazarus trouwde op 3 januari 1931 in Essen met Hilde Elsbach. Zij is geboren op 23 mei 1906. Het echtpaar ging wonen in Essen, waar op 22 augustus 1931 hun zoontje Manfred werd geboren.

Tijdens de Kristallnacht, de nacht van 9 op 10 november 1938, was Heinrich bij zijn ouders in Flensburg. Ook de zaak van Heinrichs vader Louis werd doorzocht en Heinrich en zijn ouders werden opgepakt. Heinrichs vader en moeder kwamen spoedig vrij, maar Heinrich werd via de politiegevangenis in Kiel naar concentratiekamp Sachsenhausen gebracht. Wie wilde emigreren, werd vrijgelaten uit het kamp. Heinrich wilde wel weg uit Duitsland. Hij vertrok in december 1938 met zijn gezin naar Amsterdam, waar ze gingen wonen aan de Tweede Helmersstraat 5 II. Heinrichs ouders Louis en Cora Lazarus-Salomon vertrokken in 1939 naar hun dochter Annie in Kopenhagen, waar Louis in 1942 op 82-jarige leeftijd overleed.

Heinrich werd begin 1942 opgeroepen om zich te melden voor een werkkamp. Hij kwam terecht in Gijsselte, dicht bij Hoogeveen. Dit werkkamp was gebouwd in 1938 als werkverschaffingskamp voor Amsterdamse werklozen, zij werden aangesteld voor ontginningswerk. Tijdens de bezettingsjaren kwam kamp Gijsselte onder Duits bewind te staan en moesten de Amsterdamse arbeiders plaats maken voor ruim 200 Joodse dwangarbeiders die opdracht kregen de heide te ontginnen en paden aan te leggen. De werkzaamheden werden uitgevoerd onder toezicht van de Heidemij.

Ze werden heel slecht behandeld. Ze moesten heel hard werken en kregen bijna geen eten. Ze stonden soms in de rij bij de boeren in de buurt om eten te bedelen.

Eerder genoemde Roelof Wever vertelde hier als zeventigjarige over:

'In de oorlog werden deze kampen voor andere doelen gebruikt. Een van die kampen, dat weet ik nog, werd gebruikt om joden onder te brengen. Die moesten het heideveld ook ontginnen. Deze mensen hadden hier natuurlijk ook helemaal geen verstand van, want de meeste joden verdienden de kost met de handel.
Ze werden heel slecht behandeld. Ze moesten heel hard werken en kregen bijna geen eten. Ze stonden soms in de rij bij de boeren in de buurt om eten te bedelen. Destijds werden er voor de varkens aardappelen in de kookpot gekookt. Het gebeurde nogal eens dat de varkens helemaal niet aan de beurt kwamen, omdat ze, het waren bijna allemaal jonge mannen, de kookpot hadden leeggegeten.
Ik was toen nog een schooljongen, maar ik weet nog dat we speciale adressen hadden, waar we eten op konden halen voor de joden in het kamp.
Ik haalde vaak eten op uit Pesse en dan brachten mijn vader en mijn broer het ’s avonds in het donker met de kruiwagen naar een van tevoren afgesproken plaats in het veld, zodat ze de volgende morgen het konden nuttigen. Het waren van die houten kruiwagens. Polderkruiwagens noemden wij ze. Als de Duitsers de joden betrapten met het eten, dan waren de rapen gaar, want dan moesten ze voor straf helemaal afgezonderd alleen werken.'

Uit: Stichting Historie van Ruinen, dec. 2001

In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 werd werkkamp Gijsselte ontruimd. De Joodse dwangarbeiders werden onder bewaking naar kamp Westerbork gebracht. Het was niet het enige werkkamp dat ontruimd werd, alle werkkampen werden leeggehaald. Ook de gezinnen van de mannen werden uit heel Nederland opgehaald. Dat zorgde voor een enorme toename van het aantal gevangen in kamp Westerbork. Met de meer dan 12.000 nieuw aangekomen gevangen raakte kamp Westerbork dat weekend overvol. In de weken daarna werden de meesten van hen op transport gesteld naar Auschwitz en daar direct na aankomst vermoord.

Heinrich Lazarus was een van de velen die kort na aankomst in kamp Westerbork naar Auschwitz werd getransporteerd, niet bekend is op welke datum. Hij werd op 15 november 1942 op 41-jarige leeftijd in Auschwitz vermoord.
Een Stolpersteine is voor hem neergelegd aan de Große Straße 15/19 in Flensburg.

Hilde Lazarus-Elsbach en de toen 11-jarige Manfred doken op tijd, apart van elkaar, onder. Manfred kwam eerst terecht in Oosterwolde. Onder de schuilnaam Freddy verbleef hij daar twee jaar. Vlak voor de grote razzia van 6 juli 1944 had hij vanuit Oosterwolde moeten vluchten en kwam in Elburg terecht. Daar werd hij opgenomen in het gezin van Henne en Jentje Kruithof-Weijenberg. Hij ging daar gewoon naar school. Manfred/Freddy maakte op 19 april 1945 de bevrijding van Elburg mee. Hij bleef nog ongeveer anderhalf jaar in die plaats wonen, voor zijn moeder hem ophaalde. Moeder en zoon zijn in 1948 naar de Verenigde Staten geëmigreerd. Ze gingen wonen in Reno, in de staat Nevada. Hilde Lazarus-Elsbach overleed in 1981, Manfred Lazarus in 2010, beiden in de VS.

Dorpsgenoot Kees Opmeer verwerkte het verhaal van de jonge Roelof Wever in het boekje ‘Kleine Held’. Hierin is ook te lezen hoe Heinrichs vrouw Hilde en zijn zoon Manfred vier weken op hun boerderij logeerden, zodat hij ze een enkele maal, clandestien, kon zien. Roelofs ouders sliepen in die tijd op de grond. Roelof heeft het boek Dik Trom dat Manfred meebracht uit Amsterdam, altijd bewaard.

Het is ook aan Roelof Wever te danken dat het monument ‘Kamp Gijsselte’ er kwam, ter nagedachtenis aan de 200 Joodse dwang¬arbeiders die vanaf begin 1942 tot 2 oktober van datzelfde jaar in het werkkamp ondergebracht werden.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.