Hartog Simon (Harry) Blein stamt uit een geslacht dat rond 1800 uit Hessen-Kassel naar Nederland kwam. Sporen van deze familie zijn nog te vinden in Dalfsen, Gramsbergen en Hardenberg. Net als veel van zijn familieleden was hij van beroep slager. Harry werkte samen met zijn broer Simon in de slagerij van zijn vader David Blein, aan de Voorstraat 30 in Hardenberg.

Harry Blein

Behalve een broer had Harry ook nog een zus, Eva. Zij overleed in 1925 op 17-jarige leeftijd.

                   
 Overijsselsche Courant, 30 april 1925

Naar het schijnt is zij de laatste die begraven is op het zogenaamde Jeudenbarchien, de oude Joodse begraafplaats bij de rivier de Vecht in Hardenberg.

Harry Blein trouwde in 1938 met de dertigjarige Johanna Zilverberg uit Coevorden. Zij kregen één kind, Regina Bertha (Ginie). Ginie werd geboren op 19 december 1938.

Ginie

Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft Blein nog geprobeerd via België, Frankrijk en Spanje naar Engeland te ontsnappen. De Hardenbergse kleermaker Mannes Meijer werd ingeschakeld om hen naar Breda te begeleiden, waarbij werd gedaan alsof de vrouw van Harry Blein de echtgenote van Meijer was. Na aankomst in Breda vertrok Meijer weer met de trein naar Hardenberg. De volgende dag kon hij het echtpaar weer ophalen. De vluchtpoging was mislukt, omdat ze waren ontdekt bij het oversteken van de grens. Al hun bezittingen (waardepapieren, goud, zilver) waren ze op de vlucht kwijtgeraakt.

De familie Blein, met Ginie op schoot bij opa en oma.

Toen in april 1943 de laatste Joden uit Hardenberg weg moesten, zijn ook de Bleins vertrokken. Ze kwamen terecht in het kamp Vught. Met de zogenaamde kindertransporten van 6 en 7 juni werden Ginie en haar moeder vanuit Vught naar kamp Westerbork overgebracht op 7 juni. De trein kwam op 8 juni ’s ochtends vroeg rond 4:30 uur aan in het kamp en het grootste deel van de nieuw aangekomenen waaronder Ginie en haar moeder werd enkele uren later naar Sobibor gedeporteerd.

De trein die op 8 juni om 11:00 uur uit kamp Westerbork vertrok kwam drie dagen later aan in Sobibor. Daar werden alle 3017 gedeporteerden direct na aankomst vermoord.
Harry werd vanuit Vught in het buitencommando Moerdijk tewerkgesteld. Op 3 juli 1943 werd hij doorgestuurd naar kamp Westerbork waar hij verbleef in barak 62. Tien dagen later ging hij op transport naar Sobibor waar ook hij direct na aankomt, op 16 juli 1943, is vermoord.

Harry’s broer Simon, die ook in de slagerij werkte, is de enige overlevende van de familie Blein. Simon was al in 1941 naar het buitenland gevlucht, maar moest in Frankrijk negen maanden wachten op reisdocumenten voor de VS. In deze tijd heeft hij vluchtelingen geholpen om van België naar het toen nog veilige deel van Frankrijk te komen. Wanneer hij zijn vriendin Geertje Paulina Levie-Philipson de grens over wil helpen, loopt Simon tegen de lamp. Simon en Geertje worden naar Westerbork gebracht, waar ze trouwen. Beiden worden gedeporteerd. Simon overleeft en wordt op 11 april 1945 bevrijd in Buchenwald, Geertje is op 25 september 1942 in Auschwitz vermoord.

                     De Vechtstreek, 26 mei 1945 

Na de oorlog begint Simon een slagerij in Amsterdam en verhuist op latere leeftijd naar Frankrijk.

                           Het Parool, 4 februari 1965

In 2012 zijn er struikelstenen gelegd in Hardenberg. Aan de Markt zijn de stenen voor het gezin Blein te vinden.