Hans Joachim Engelbert

Hans Joachim Engelbert is geboren op 9 oktober 1925 in Rodewisch, een plaatje in Duitsland, tegen de grens van Tsjechië. Hij was het enige kind van Abraham Engelbert (Gudensberg 1889) en Irma Engelbert-Nordheim (Walldorf 1896). Het gezin woonde voor de oorlog in Dresden (Duitsland).

Foto: dokin.nl

Foto links: M. Pinkhof, Uit 'De jeugdalijah van het Paviljoen Loosdrechtse Rade'

Hans Joachim Engelbert

Voornaam
Hans Joachim
Achternaam
Engelbert
Geboortedatum
09 oktober 1925
Geboorteplaats
Radewitz
Sterfdatum
02 april 1943
Sterfplaats
Sobibor

Met de opkomst van het nationaalsocialisme vluchtte Hans Joachim eind 1938 of begin 1939 naar Nederland. Hij was toen 13 jaar. Zijn ouders bleven achter in Duitsland.
Van Hans is bekend dat hij op 5 januari, samen met andere jonge Duitse vluchtelingen, verbleef in het Dommelhuis in Eindhoven. Het Dommelhuis was gebouwd als ‘gezellenhuis’ van Philips en bood in 1939 onderdak aan Joodse jongens die gevlucht waren uit Duitsland en Oostenrijk.

Het Dommelhuis in Eindhoven

Op 14 maart kwam Hans in Huize Kraaybeek in Driebergen. Eind mei 1940 moesten de vluchtelingen hier vertrekken, de Nazi’s wilden dit landhuis voor hunzelf. De groep uit Kraaybeek vertrok naar de Oostelijke Handelskade in Amsterdam. Dit verblijf was maar kort, op 4 juni 1940 werd Hans overgebracht naar de Valkenburgerstraat 186 in Amsterdam. Daar was de Matze-bakkerij ‘De Haan’ gevestigd. Zo’n veertig jongens moesten op de verdieping boven de bakkerij verblijven. De omstandigheden hier waren niet erg goed en voor de jongens werd een alternatief gezocht.

Matze-bakkerij ‘De Haan’

 Hans kwam op 28 augustus in het ‘Paviljoen Loosdrechtsche Rade’ in Loosdrecht. In dit paviljoen woonde de ‘Alijah-jeugd’, ook wel ‘Palestina-pioniers’ genoemd. Dat was een groep Duits-sprekende Joodse jongeren die zonder ouders of andere familie naar Nederland gevlucht waren. Het was een zionistische beweging die ernaar streefde een Joods Nationaal Tehuis in Palestina op te bouwen. Overdag werkten ze bij boeren en ambachtslieden in de omgeving om het vak te leren.

Jeugd Alija in Loosdrechtsche Rade

Palestina-pioniers. Foto links: M. Pinkhof, Uit 'De jeugdalijah van het Paviljoen Loosdrechtse Rade'.

Hans Joachim werd ook wel Joëli genoemd. Hij stond bekend als een erg stille en teruggetrokken jongen, die nooit klaagde en die je overal aan het werk kon zetten.

Hans Joachim werd ook wel Joëli genoemd. Hij stond bekend als een erg stille en teruggetrokken jongen, die nooit klaagde en die je overal aan het werk kon zetten.
Natuurlijk werd ook het ‘Paviljoen Loosdrechtsche Rade’ niet ontzien bij de pogingen van de Nazi’s om alle Joden te deporteren.

Mirjam Waterman en haar latere echtgenoot Menachem Pinkhof waren leiders van Paviljoen Loosdrechtsche Rade. Zij voorzagen de Duitse inval en maakten een plan om de jongens allemaal te laten onderduiken.

Hieronder een fragment uit het boek van Mirjam Pinkhof-Waterman: ‘De jeugdalija van het Paviljoen Loosdrechtsche Rade 1939- 1945’

Ze stelden alles in het werk om ‘hun’ kinderen te redden. Daartoe was het contact met de niet-Joodse onderwijzer Joop Westerweel, die Mirjam op de school van Boeke had leren kennen, van cruciaal belang. Met hem werden de mogelijkheden besproken om de groep Palestina-pioniers in één keer te laten verdwijnen. Er werd een duik- en een noodplan opgesteld. Toen via een medewerkster van de Joodsche Raad bekend werd dat de ontruiming van het Paviljoen op handen was, werd tussen 14 en 18 augustus 1942 het noodplan uitgevoerd. Resultaat: een leeg Paviljoen toen de Duitsers met hun arrestatiewagens voorreden. ‘Het was een moment’, aldus Mirjam, ‘om nooit te vergeten’.
De Westerweel-groep was geboren. In totaal wist deze verzetsgroep zo’n 200 Joden uit de klauwen van de Duitsers te redden. Van de negenenveertig Palestina-pioniers overleefden er vijftien de oorlog niet. Vanwege de vaak maar tijdelijke onderduikadressen was de Westerweel-groep gedwongen om ontsnappingsroutes naar het buitenland te zoeken. Acht pioniers liepen net over de Belgische grens rechtstreeks in de armen van Gestapo als gevolg van een onbetrouwbaar contact; de andere zeven werden op hun onderduikadres gepakt.

Dat Hans bij de groep onderduikers hoorde blijkt uit de oproep in het Algemeen Politieblad van 3 september 1942, waarin de burgemeester van Loosdrecht de opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Hans Joachim Engelbert verzocht, die in strijd met de voorschriften zonder toestemming van woonplaats was veranderd. Met deze omschrijving werden Joden aangeduid die waren ondergedoken.

Hans heeft de oorlog niet overleefd. Hij kwam op 23 maart 1943 aan in kamp Westerbork. Hij werd geplaatst in barak 66, de strafbarak.
Naast zijn Loosdrechtse adres werd ook genoemd: Drukkerstraat 21 te Zutphen. Het is niet bekend of Hans daar ook daadwerkelijk geweest is.
Hans Joachim Engelbert werd op 30 maart 1943 op transport gesteld naar Sobibor. Daar werd hij op 2 april 1943 vermoord. Hans was toen 17 jaar.

De ouders van Hans kwamen om in Auschwitz. Vader Abraham Engelbert werd op 28 juli 1942 getransporteerd naar Theresienstadt. Op 12 oktober 1944 kwam hij aan in Auschwitz. Daar staat hij als ‘vermist’ opgegeven. Wat er daarna met hem is gebeurd is onbekend.

Irma Engelbert-Nordheim kwam op 2 of 3 maart 1943 aan in Auschwitz, waar ze op 3 of 4 maart 1943 is vergast.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.