Grietje Härtz-van der Hoeden

Grietje van der Hoeden is geboren te Nijkerk op 28 november 1911 als dochter van Simon van der Hoeden en Johanna Turksma. Grietje trouwde op 10 augustus 1938 in Nijkerk met Abraham Härtz. Na hun trouwen gingen ze wonen aan de Weidemeesterlaan 11 (destijds Weisteeg 11) in Harderwijk. Ze kregen een dochtertje; Jetje, geboren op 22 januari 1940. Grietje was lid van de toneelvereniging 'Hierna Beter' en poseerde op de foto hiernaast in kostuum. 

Grietje Härtz-van der Hoeden

Voornaam
Grietje
Achternaam
Härtz-van der Hoeden
Geboortedatum
28 november 1911
Geboorteplaats
Nijkerk
Sterfdatum
28 mei 1943
Sterfplaats
Sobibor

Abraham, de man van Grietje, werkte met zijn broers Benjamin en Levie in de manufacturenzaak van hun vader Hartog Härtz in de Luttekepoortstraat.

Abraham Härtz
Hij trok er elke dag op uit met textiel en manufacturen. Abraham reed op een transportfiets met een mand voor- en achterop. Opa Hartog wandelde geregeld met kleindochter Jetje door de straten van Harderwijk.

Opa Hartog met kleindochter Jetje.

Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende invoering van de anti-Joodse maatregelen moesten Abraham en zijn broer Levie op 22 juni 1942 hun fiets op het politiebureau inleveren. Niet veel later moest Abraham zich melden voor de werkverschaffing. Hij kwam op 25 september 1942 samen met zijn broer Levie in werkkamp ’t Wijde Gat in Staphorst terecht. In oktober 1942 werd hij van daar naar kamp Westerbork gebracht. Met het transport van 23 oktober werd Abraham gedeporteerd naar Auschwitz. Hij kwam als dwangarbeider terecht in de steengroeve van Breslau (Wroclaw) en kwam daar om het leven. Zijn sterfdatum is 31 augustus 1943.

Grietje was waarschijnlijk ten einde raad en wist niets beters te bedenken dan met Jetje naar haar schoonvader Hartog te gaan die in Harderwijk was blijven wonen.

Grietje en Jetje zijn in oktober 1942 gaan onderduiken op de boerderij van de familie Van de Brink in Ermelo. Hier zaten ze ruim vijf maanden toen Van de Brink hoorde dat er razzia’s gehouden zouden worden. Grietje was waarschijnlijk ten einde raad en wist niets beters te bedenken dan met Jetje naar haar schoonvader Hartog te gaan die in Harderwijk was blijven wonen. De burgemeester van Putten, een NSB’er, deed samen met een officier van de Marechaussee en een opperwachtmeester uit Harderwijk in de nacht van 29 op 30 maart bij familie Van de Brink een inval. Hij had gehoord dat er een Jodin met haar kind op de boerderij verborgen zat. Grietje en Jetje waren echter al weg. Van de Brink werd stevig ondervraagd en men dreigde hem zwaar te straffen als hij de verblijfplaats van de onderduikers niet bekend zou maken. Een paar uur later moest Van de Brink in een auto mee naar Harderwijk waar ze stopten voor de woning van Hartog Härtz. Die nacht werden Grietje, Jetje en Hartog, samen met Floor, de zus van Abraham, opgepakt en per auto naar kamp Westerbork gebracht waar ze op 30 maart 1943 aankwamen en een plek kregen in barak 61. Na een week werden Hartog en Floor doorgestuurd en vermoord.

Op 25 mei 1943 moesten Grietje en dochter Jetje op transport naar Sobibor waar ze beide meteen na aankomst op 28 mei 1943 werden vermoord. Grietje is 31 jaar oud geworden, haar dochter Jetje 3 jaar.

Gegevens en foto’s bij dit verhaal zijn ontleend aan het boek Joodse Harderwijkers van A. Daniëls en N. de Bruijne.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.