Grete de la Parra-Czopp

Grete Czopp werd geboren in Rotterdam op 15 december 1910. Ze was een dochter van August Czopp (1881-1935) en Henriette Czopp-Katz (1886-?). Haar ouders waren afkomstig uit Oostenrijk en hadden zich omstreeks 1910 in Rotterdam gevestigd. Grete had een oudere broer, Gustav (1909- Dachau 1944) en jongere zus, Francisca (1919-?) Gustav was nauw betrokken bij de opkomst van de radio en schreef verschillende hoorspelen.

Grete de la Parra-Czopp

Voornaam
Grete
Achternaam
de la Parra-Czopp
Geboortedatum
15 december 1910
Geboorteplaats
Rotterdam
Sterfdatum
30 september 1942
Sterfplaats
Auschwitz

Grete trouwde in november 1937 met Jacob/Jankiel Schijje Jerozolimsky. Jacob was 22 jaar ouder dan Grete, hij was op 20 december 1888 geboren in Polen. In maart 1937 was Jacob weduwnaar geworden van Andrea Jerozolimsky-Kingsbergen. Jacob bezat een papierwarenfabriek aan de M.J. Kosterstraat in Amsterdam.

Een jaar na hun huwelijk, op 9 november 1938, werd hun dochter Ruzia geboren.

Weer een jaar later, op 24 december 1939 overleed Jacob Jerozolimsky op 51-jarige leeftijd.

Grete hertrouwde op 9 november 1941 met Herman Marinus de la Parra. Ze gingen wonen aan de Rembrandtlaan 49 in Naarden. Herman is geboren in Paramaribo, Suriname op 24 september 1909.

Herman was voor dit huwelijk huisarts in Emmen. Hij was toen getrouwd met Willy Benjamins (20-10-1912). Ze hadden twee kinderen: Elsa Hermine (1936) en Mieke Tine (1937). Dit huwelijk liep in 1940 op een scheiding uit, zijn eerste vrouw vertrok met hun twee dochtertjes naar haar moeder in Amsterdam.

Door de anti-Joodse maatregelen moest Herman zijn praktijk begin 1941 opgegeven. Herman opende in mei 1941 een nieuwe praktijk aan de Graaf Janlaan 28 in Naarden-Bussum, ‘Uitsluitend voor Joodsche patienten’.

In de zomer van 1942 werden Herman en Grete gearresteerd na verraad van een buurman. Zij woonden toen vermoedelijk niet meer op hun eigen adres, maar wilden er spullen halen om in bewaring te geven.

In de zomer van 1942 werden Herman en Grete gearresteerd na verraad van een buurman. Zij woonden toen vermoedelijk niet meer op hun eigen adres, maar wilden er spullen halen om in bewaring te geven. En Herman bleek in het bezit te zijn van een illegale radio. Hermans inwonende broer Max, tandarts, en Gretes dochter ontsnapten aan arrestatie en doken onder.

Grete de la Parra-Czopp werd naar Westerbork gevoerd, Herman werd gestraft met kamp Amersfoort. Hoewel hij er hooguit drie maanden bleef viel hij op door zijn hulpvaardigheid. Dr. L. de Jong schrijft erover in deel 8-2 van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog (p. 572 en 284):
Frans Goedhart, oprichter van het Parool, kreeg in het kamp dysenterie. De opzichter van de ziekenafdeling was een communistische gevangene die niets over had voor Goedhart. De kamparts, een NSB’er, liet hem echter naar de ziekenzaal brengen. Daar was De la Parra aan het werk. Herman gapte opium uit de voorraad van de SS en redde Goedhart daarmee het leven. Een andere gevangene, G. Tuynenburg Muys, was zeer teleurgesteld over het gedrag van hoogopgeleide gedetineerden als notarissen, doctoren, dominees, kapelaans en ambtenaren. Hij maakte een uitzondering voor twee jonge dominees en een ‘edele Joodse arts’. Dit was vermoedelijk Herman de la Parra.

Vanuit kamp Amersfoort werd Herman op transport gesteld naar het beruchte strafkamp Mauthausen in Oostenrijk. Daar kwam hij aan op 3 oktober 1942. Op 6 oktober 1942 om 10.35 stierf hij. Doodsoorzaak: ‘Auf der Flucht erschossen’.
Herman Marinus de la Parra was 33 jaar.

Wanneer Grete de la Parra-Czopp aankwam in kamp Westerbork is niet bekend. Op haar kaart staat op de plek waar meestal de aankomstdatum staat: ‘Amersfoort??’. Wellicht werd ze eerst samen met haar man naar Amersfoort vervoerd.
Haar transport naar Auschwitz was op 24 juli 1942. Uiterlijk op 30 september 1942 is ze daar omgekomen.
Grete de la Parra- Czopp was 31 jaar.

Els en Mieke, de dochters uit Hermans eerste huwelijk, woonden samen met hun moeder Willy bij grootmoeder Benjamins op de Stadionweg in Amsterdam. Op een gegeven moment werd Willy Benjamins opgepakt en naar Westerbork gebracht, waarna de familie het raadzamer vond de kinderen te laten onderduiken. Het was puur geluk dat zij niet ook werden opgepakt: het kamertje waarin zij zaten werd overgeslagen.
Els en Mieke zaten allebei in Brunssum, bij verschillende families. Willy Benjamins, die niet meer met een ‘vol-Jood’ getrouwd was, wist in Westerbork de Antragstelle, die ging over eventuele vrijstellingen, er van te overtuigen dat ze zelf niet-Joods was. Een niet-Joodse neef had een groot aantal leden van haar familie een zgn. Calmeyer-sper bezorgd, berustend op bewijzen van niet of slechts gedeeltelijk Joods-zijn. Dit maakte haar claim geloofwaardig. Na driekwart jaar Westerbork kwam zij terug naar Amsterdam. Els en Mieke doken weer op en brachten de hongerwinter met hun moeder bovengronds in Amsterdam door.
Ook de dochter van Greet overleefde. Zij ging na de oorlog naar een tante in Israël.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.