Gertrud Leyser-Schwarz

Op de foto is de Mädlerkoffer te zien waarmee Gertrud Leyser-Schwarz in 1939 uit Essen vluchtte naar Amsterdam. Later gaf zij de koffer mee aan haar schoondochter toen die zich, na enige tijd bij Gertrud gewoond te hebben, weer bij haar man voegde die een woonplek had gekregen in Huizen. Daar werd deze koffer in 2007 op zolder teruggevonden. De koffer is nu opgenomen in de tentoonstelling van het Herinneringscentrum Kamp Wersterbork.

Getrud Schwarz was een sterke vrouw, met initiatief en doorzettingsvermogen. Ze werd op 10 juli 1890 geboren te Sulmierzyce, Polen. Haar ouders namen haar mee naar Essen. Gertrud ontmoette daar Leo Leyser, die in Essen geboren was. Hij dreef een snoepwinkel aan de Gänsemarkt nummer 10. Zij trouwden op 23 november 1919 en kregen twee kinderen: Lothar (1920) en Ruth (1922). Leo Leyser stierf in 1930, nog maar 45 jaar oud. Vanaf dat moment stond Gertrud er alleen voor.

Gertrud Leyser-Schwarz

Voornaam
Gertrud
Achternaam
Leyser-Schwarz
Geboortedatum
10 juli 1890
Geboorteplaats
Sulmierzyce
Sterfdatum
16 november 1943
Sterfplaats
Auschwitz

Na Hitlers aantreden in 1933 vond Gertrud dat zij maatregelen moest nemen voor haar familie en gezin. Ze besloot haar dochter Ruth, amper 15 jaar, naar een opleidingskamp ter voorbereiding op emigratie naar Palestina te laten gaan. Ze zagen elkaar nooit meer terug. Ook haar zoon stuurde ze begin 1938 weg, naar Nederland, naar het Joodsche Werkdorp Nieuwesluis. Zo kreeg deze de kans zich te bekwamen voor emigratie, ook naar Palestina. Gertrud bleef nog in Essen, bij haar ouders. Tijdens de Kristallnacht van 1938 werd ongetwijfeld ook haar winkel beklad, zo niet erger. Het snoepwinkeltje lag middenin de stad, vlak bij het centrum.

“Weet voor wie jij staat”, las zij vaak in de Hebreeuwse mozaïektekst boven de bronzen Ark, de Torah-schrijn, van de synagoge te Essen.

Weer nam Gertrud een ingrijpende beslissing. Ze verkocht begin 1939 haar winkeltje, betaalde de roof-tax op emigratie aan de Gestapo te Düsseldorf, pakte haar Mädlerkoffer in, nam haar beide oude ouders mee en reisde haar zoon achterna. Ze kreeg een visum en huurde tenslotte een etage aan de Dintelstraat 34hs in de Rivierenbuurt. Haar zoon Lothar was intussen getrouwd en kreeg twee dochters. Gertrud bood in haar huurhuis hulp en ruimte aan het jonge gezin, telkens wanneer dat nodig was. In de winter van 1941 stierven beide tachtigjarige ouders van Gertrud kort na elkaar.

De ruimte die zij achterlieten werd in november 1942 opgevuld door Lothars gezin dat uit het Gooi naar Amsterdam moest verhuizen. In juni 1943 werden Lothar, zijn vrouw en kinderen opgepakt, naar Westerbork gestuurd en later vermoord in Sobibor. Gertrud bleef alleen achter in het huis aan de Dintelstraat, een leeg huis. “Weet voor wie jij staat”, las zij vaak in de Hebreeuwse mozaïektekst boven de bronzen Ark, de Torah-schrijn, van de synagoge te Essen. Naar die woorden heeft zij zich gedragen. Ze stond voor haar familie. Op 29 juli 1943 gaf zij zich bij de zoveelste razzia gewonnen en kwam ze aan in Westerbork. Op 16 november 1943 werd zij naar Auschwitz doorgestuurd en daar op de dag van aankomst vermoord.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.