Froukje Cohen werd geboren te Assen op 2 maart 1882. Zij was de derde van in totaal zes kinderen van Bernhart Cohen en Sara Engers. Met haar broer Frederik dreef ze de slagerij die haar vader Bernhart was begonnen aan de Paul Krügerstraat in Assen.

Froukje Cohen

De jongste zus van Froukje, Cato, overleefde met haar gezin de oorlog en haar dochter Rosa weet zich over Froukje nog veel te herinneren. Zo weet ze dat Froukje verloofd is geweest met Cor, een pistonist bij de Asser stafmuziek. Omdat de familie van Cor niet achter de relatie stond liep deze stuk. Cor is later getrouwd met een vriendin van zijn zuster en trok weg uit Assen. Froukje, die nog steeds gek bleef op Cor, is daarna nooit getrouwd.
Na jaren kwam Cor met zijn vrouw terug naar Assen en begon daar een sigarenzaak. Voorts was hij dirigent van zangkoortjes in Assen en Beilen. Toen Rosa, het nichtje van Froukje, later naar zangles ging in zaal Merks aan de Vaart in Assen meldde ze zich bij Cor en zei: “Dag oom Cor, ik ben Rosa, de dochter van Cato en nichtje van Froukje , u weet wel!” Nog nooit heeft er iemand zo glazig gekeken. Later toen Cato in Hoogeveen woonde ging ze ’s avonds een keer met de bus naar Assen toen halverwege in Beilen Cor instapte.
Hij bleek elke dinsdag en donderdag met de bus naar zijn zangkoor in Beilen te gaan. Cato begreep verder van hem dat hij al jarenlang getrouwd was, maar dat het huwelijk niet gelukkig was. Onder valse voorwendselen heeft Cato toen Froukje een week later meegenomen in de bus. Eenmaal in de bus stapte Cato in Beilen uit terwijl Cor daar juist in de bus stapte. Hij passeerde Froukje en ze zei: “Dag Cor.” Tegelijk kregen ze het door. Cor, waarom Cato zo had doorgezaagd over de avonden van zijn koortjes in Beilen. Froukje, waarom ze zo laat nog de bus in was geloodst.

Dit speelde zich af in 1937. Na die tijd kwam Cor regelmatig bij Froukje op bezoek op de avonden dat haar broer Frederik dansles gaf in Assen, Rolde en Beilen. Ze hebben weleens bloed en tranen gezweet over het idee dat Rosa, die bij haar thuis woonde, ’s avonds laat naar de wc moest, want die moest dan door de woonkamer.

Froukje werd op 2 oktober 1942 opgepakt en vanuit het huis van Cato en haar echtgenoot, waar ze toen woonde, overgebracht naar kamp Westerbork. Een dag later stond Cor als een lamgeslagen hond voor de deur van Cato. Toen Froukje op transport werd gesteld eind oktober, is hij ziek geworden en enkele maanden later is hij op 2 maart 1943, de verjaardag van Froukje, overleden. Ze hadden in ieder geval nog 5 jaren liefde gevonden. Cato en Rosa legden bloemen op zijn graf uit naam van Froukje.

Recent werd bekend dat toen de politie op 2 oktober 1942 voor de deur stond om Froukje mee te nemen, ze hysterisch werd van angst en paniek. De politiemannen gaven haar toen een half uur de tijd om haar spullen te pakken. Daarna zouden ze terugkomen. De aanwezige familie, haar zuster Cato, Cato’s echtgenoot, haar neef Joseph en haar nicht Rosa, hadden niet in de gaten dat Froukje na de onheilstijding de deur was uitgelopen.
De man van Cato en haar zoon Joseph zijn boven gaan zoeken en toen ze haar daar niet aantroffen zijn ze intuïtief richting het kanaal gelopen, waar ze een wanhopige Froukje aantroffen. Ze hebben haar weer meegenomen naar huis, waar ze even later werd opgehaald. Na enkele weken in kamp Westerbork werd ze eind oktober op transport gesteld. Op 2 november 1942 werd Froukje Cohen in Auschwitz vermoord.