Frits Samuel Witteboon wordt op 24 januari 1906 in Amsterdam geboren als zoon van Salomon Witteboon (1875) en Bertha Lindenbaum (1872, Essen Duitsland). Hij heeft drie oudere zusters. Als Frits drie jaar is (29 mei 1909) verhuist het gezin Witteboon naar Bussum. Als volwassene keert Frits terug naar zijn geboortestad (1 mei 1937). Hij verdient dan de kost als ziekenverpleger en trouwt enkele maanden later (21 juli 1937) met Rosalie Levij (Amsterdam, 23 mei 1904). Uit hun huwelijk worden twee dochters geboren: Hester Bertha (Hetty, 20 februari 1938) en Carla Irene (13 oktober 1939). Het gezin Witteboon woont in de Kanaalstraat 8 tot zij in 1941 verhuizen naar de Noorder Amstellaan 123 (de tegenwoordige Churchillaan in Amsterdam).

Frits Witteboon

Het leven tijdens de oorlog wordt er niet gemakkelijker op en de dreiging in Amsterdam neemt toe. In september 1942 verlaten Frits Witteboon en zijn familie met hulp van een verzetsgroep Amsterdam. Zij duiken onder in de Beerten in het Noord-Brabantse Hilvarenbeek. Zij leven daar onder de schuilnaam 'Van Oort' en krijgen ook paspoorten op deze naam. De kinderen worden voor de veiligheid op een ander adres  in Hilvarenbeek ondergebracht. Rond mei 1943 worden de meisjes, dan 5 en 6 jaar oud, door iemand op de fiets teruggebracht naar hun ouders. Aan de Westrik is het te gevaarlijk geworden.

Drie maanden later, op zaterdag 21 augustus 1943 rond het middaguur, worden Frits en Rosalie (oom Frits en tante Riet) door de marechaussee opgepakt en naar de kazerne aan de Diessenseweg gebracht. De dag daarna komt het bevel dat ook de kinderen, Hetty en Carla, afgeleverd moeten worden op de marechausseekazerne.

Op maandag 23 augustus wordt het hele gezin Witteboon naar het Kamp Westerbork afgevoerd waar zij terecht komen in de strafbarakken. Van daaruit worden zij de volgende dag, dinsdag 24 augustus per trein naar Auschwitz gedeporteerd. In diezelfde trein worden in totaal 1001 Joden afgevoerd waaronder 121 kinderen, 233 mannen, 263 vrouwen in de leeftijd tot 50 jaar en 384 ouderen.

Op 26 augustus komen Frits, Rosalie, Hester en Carla aan in Auschwitz. De volgende dag 27 augustus 1943, wordt de familie Witteboon, samen met 717 andere Joden, in de gaskamers omgebracht.