Frits Huyse & Mettie Blok

Na de oorlog probeerden de overlevende Joden hun leven zo goed en zo kwaad als het ging weer op te pakken. De mensen gingen weer aan het werk, kwamen met de overlevenden in familieverband bij elkaar en hielden contact met hen die zij in de kampen hadden leren kennen.

Frits Huyse & Mettie Blok

Ook werd er weer getrouwd, zoals op 10 september 1946. Die dag traden Mettie Blok (1918) en Frits Huyse (1917) in het huwelijk. Mettie was op 14 september 1943 samen met haar eerste man Eli Mesritz (1909) - beide zionist - na 9 maanden kamp Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Mettie wist Auschwitz I, het blok waar medische experimenten op vrouwen werden gedaan te overleven; Eli werd vermoord in Monowitz (Auschwitz III), op eerste kerstdag 1943.

Van de huwelijksdag van Mettie en Frits zijn bijzondere filmbeelden bewaard gebleven. Frits Huyse was een enthousiast filmer. Zijn huwelijksfilm was Frits’ tweede film, die hij met een vriend in elkaar zette. Z’n eerste film ging over de intocht door de Canadezen bij de bevrijding van Amsterdam. De filmcamera had hij gekregen van zijn Joodse buren die in de onderduik de oorlog hadden overleefd. De filmcamera was al die jaren onder de dakpannen bewaard gebleven. De buren zijn ook op de filmbeelden te zien. Hun zoon, de eigenaar van de camera, werd in de kampen in ‘het Oosten’ vermoord. 

Hun dochter Rietje, die ook op de filmbeelden te zien is, overleefde de kampen. Net als Mettie verbleef zij in Auschwitz I. Omdat het huis van haar ouders tijdens hun onderduik geconfiskeerd was, boden Frits en zijn moeder - hun buren - hen na de bevrijding een vrijgekomen verdieping in hun huis aan. Opa die daar woonde was overleden. Zo kwam Mettie, die bij Rietje op bezoek kwam, daar op de trap Frits tegen. Zij waren snel 'smoor verliefd’ en trouwden.

Zoon Frits Huyse (1947):

'De essentie van de film is de sfeer die er vanaf straalt. Mijn moeder had voorafgaand aan de bevrijding in Bergen-Belsen waar ze na een dodenmars uit Auschwitz terecht was gekomen twee weken in coma gelegen terwijl zo nog geen 35 kilo woog. Ruim een jaar na haar bevrijding trouwt zij opnieuw. Op de bruiloft komen de overgebleven leden van zes Joodse families bijeen. Vier van hen hadden Auschwitz overleefd; de anderen waren in de onderduik de oorlog doorgekomen.

Ze komen bijeen om de bruiloft van één van hen - onze moeder - te vieren met een niet-Joodse man, onze vader. De vitaliteit en de zin om een nieuw leven te beginnen stralen ervan af. Dat aspect wordt ook goed in de titel van de film weergegeven, ‘Er was eens…’, een sprookje.

En dat is hun huwelijk ook geworden. Allereerst omdat zij ondanks de gynaecologische experimenten twee kinderen kreeg, mijn broer en ik. Wie had dat verwacht na zo’n voorgeschiedenis. Daarnaast heeft mijn vader altijd het geluk van mijn moeder centraal in zijn leven gesteld. En daar is hij aardig in geslaagd.'

Mettie is op haar 78e in 1996 overleden; Frits op zijn 90e in 2008.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.