Florence (Flory) Goudeket is geboren op 17 september 1908 in Amsterdam. Haar vader was Isaäc (Jacques) Goudeket (1882-1943), zijn beroep was accountant en advocaat. Flory's moeder was Catharina (Kitty) Spreekmeester (1881-1943). Zij was concertpianiste. Het gezin Goudeket woonde aan de Nicolaas Witsenkade 5hs te Amsterdam.
Florence (Flory) Gezang-Goudeket
- Voornaam
- Florence (Flory)
- Achternaam
- Gezang-Goudeket
- Geboortedatum
- 17 september 1908
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 09 april 1943
- Sterfplaats
- Sobibor
Flory was de middelste van de drie dochters van het gezin. De oudste was Rebecca Bloeme (Peggy) (1907-1995) en Helena Elisabeth (Lenie) (1910-1943) was het jongste kind. Van Flory is bekend dat ze beeldhouwster was.
Flory en haar zus Lenie werden lid van de sterk Joods georiënteerde Amsterdamse turnvereniging Spartacus. Hun oom Isidore was een topturner geweest en had meegedaan aan de Olympische Spelen van 2008. De turnvereniging nam nog steeds een belangrijke plaats in bij de familie Goudeket. Flory werd verliefd op een van de topturners van Nederland en ook lid van Spartacus: Maurits Gezang. De liefde was wederzijds. Op 28 augustus 1929 trouwde Flory met Maurits Gezang ((1882-1983). Zijn beroep was bedrijfschef en later, in de oorlogsjaren, bezat hij een bedrijf dat stropdassen reinigde.
Op 10 augustus 1930 werd hun eerste zoon Edward Bram geboren en op 29 januari 1942 volgde hun tweede zoon Koenraad Huib. In 1942 woonde het gezin aan de Noordwijkschelaan 9 in Kijkduin in Den Haag.
Ook zij slaagden er niet in de Zwitserse grens over te komen. Ze moesten onverrichterzake weer naar Nederland terugkeren.
In 1942 is het orthodox-Joodse echtpaar Gobets-Zeldenrust gaan inwonen bij het gezin Gezang, nadat ze hun huis in Den Haag hadden moeten verlaten. Beide gezinnen besloten onder te duiken. In een reconstructie van de gegevens moet dit als volgt gegaan zijn:
In augustus van dat jaar probeerden beide families naar Zwitserland te vluchten, met de bedoeling van daaruit tenslotte via Spanje de Verenigde Staten te bereiken. Tijdens de vluchtpoging besloot het echtpaar Gobets in België achter te blijven: zij hadden familie in Antwerpen wonen en hoopten via hen een onderduikadres te vinden. Daarna moeten ze toch opnieuw geprobeerd hebben naar Zwitserland te komen. Dit is mislukt, ze zijn gearresteerd en via het Franse doorgangskamp Drancy naar Auschwitz gedeporteerd.
Na het achterlaten van het echtpaar Gobets reisde het gezin Gezang verder. Ook zij slaagden er niet in de Zwitserse grens over te komen. Ze moesten onverrichterzake weer naar Nederland terugkeren.
Het gezin ondernam daarna een nieuwe onderduikpoging, nu gescheiden van elkaar. Baby Koen werd achtergelaten bij een tante van de familie. Deze bracht Koentje naar een familie in Overveen. Enkele dagen later, op 16 oktober 1942, werd Koen te vondeling gelegd voor het huis van de familie Van de Bunt aan de Duinwijckweg 1 te Bloemendaal. Dit echtpaar ving de baby op en gaf hem de naam Remi van Duinwijck.
Koentje, alias Remi, mocht daar van de bezetter niet blijven. Hij moest naar de kindercrèche tegenover de Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam. Daar verbleef hij tot 14 april 1943. Hij werd vervolgens doorgestuurd naar het weeshuis in kamp Westerbork.
Op 18 mei 1943 werd Koenraad Huib Gezang, alias Remi van Duinwijck op transport gesteld naar Sobibor. Op 21 mei werd hij vermoord.
Pas in 2002 kwam zijn oudere broer Edward te weten wat er met zijn broertje was gebeurd. Via oude foto’s kwam hij achter de ware identiteit van Remi van Duinwijck en kreeg het kind zijn naam terug.
Over de onderduik van Flory is in het boek ‘Spartacus’ door Erik Brouwer het volgende te lezen:
‘Een paar dagen later vond er een spoedfamilievergadering plaats in het pand van Isaäc Goudeket aan de Nicolaas Witzenkade. Er werd gehuild en de Goudekets schoven rond de grote eettafel om een overlevingsplan te maken. Alle waardevolle spullen, zoals de schilderijen van Helena Goudeket en de schilderijen van alle oude Vlaamse en Hollandse meesters, werden verborgen bij een bevriende familie en half september 1942 doken de aanwezigen onder.
Isaäc Goudeket, zijn vrouw Catharina en hun dochters Florence en Helena deelden maandenlang dezelfde ruimte als de vader en moeder van Maurits Gezang. Het leek veilig, maar in december 1942 werden de duikjoden na verraad gearresteerd door de Gestapo en meegenomen naar een kleine koude cel aan de Amstelveenseweg, waar ze weken sliepen op een bed van stro.'
Flory moet begin oktober 1942 zijn ondergedoken, samen met haar ouders en zus Lenie in Amsterdam. Haar man Maurits en zoon Edward hebben uiteindelijk Parijs kunnen bereiken, waar ze leefden onder de schuilnaam Maurits en Eddie Wiedeman. Ze werden op 24 augustus 1944 in Parijs bevrijd.
Op 3 april kwam het gezin Goudeket aan in kamp Westerbork. Ze werden als strafgevallen geplaatst barak 66. Abraham en Catharina Gezang waren al op 27 maart 1943 aangekomen en werden geplaatst in barak 63.
Het gezin Goudeket en vader en moeder Gezang moesten op 6 april 1943 op transport naar Sobibor. Daar werden ze op 9 april 1943 vermoord.
Fragment transportlijst 6 april 1943
Isaäc (Jacques) Goudeket, Catharina (Kitty) Goudeket-Spreekmeester, Florence(Flory) Gezang-Goudeket en Helena Goudeket (Lenie) waren respectievelijk 60, 61, 34 en 33 jaar oud. Abraham en Catharina Gezang waren beiden 65 jaar oud.
Zoontje Koenraad zou anderhalve maand later op dezelfde plaats om het leven komen, 1 jaar oud.