Eva ('Evi') Voss werd op 25 mei 1930 geboren in Traben Trarbach en woonde de eerste jaren van haar leven in Dortmund, waar haar vader Joseph Voss schoenenverkoper was. Vader Joseph, moeder Martha Voss-Schömann en Evi ontvluchten Duitsland apart. Evi komt in november 1938 alleen naar de Israëlitische Gezondheids Kliniek (IGK) in Monster, wordt vervolgens in een weeshuis in Driebergen geplaatst, en belandt uiteindelijk bij vrienden van de familie in de Amandelstraat in Den Haag.

Eva Voss

Evi, jong als ze is, droomt ervan om modetekenares te worden en weigert om ook maar één woord Duits te spreken. Ze is leerling van de Openbare Lagere School in de Vlierboomstraat zolang het mag, maar moet vanaf december 1941 naar de Joodse School in de Bezemstraat, waar ze elke dag braaf naartoe loopt, want Joden mogen niet meer in de tram.

 

Vader Joseph en moeder Martha 

Een aanbod om onder te duiken bij de familie Van der Vennen in de Mispelstraat in Den Haag door zich voor te doen als het zusje van haar schoolvriendinnetje durft ze niet aan te nemen. In augustus 1942 wordt het gezin herenigd in Kamp Westerbork, en ze blijven daar relatief lang. Haar beste vriendin daar is Ruth Wolff, ook uit barak 12. Op 4 september 1944 vertrekt Evi uiteindelijk met het een-na-laatste transport naar Theresienstadt. Vervolgens moet ze op 4 oktober 1944 samen met haar moeder door naar Auschwitz, waar ze onmiddellijk bij aankomst vermoord is. Haar vader was haar voorgegaan op 29 september 1944.

Collage over Eva Voss