Het Poolse meisje Esther Stecher is geboren in Berlijn op 15 oktober 1926. Haar vader was Fischel Stecher (1897 of 1898) en haar moeder heette Michalina Blattberg (1893). De ouders zijn beiden in Polen geboren. Het adres van Esther in Berlijn was Rijkestrasse 4.
Op 31 januari 1939 is Esther in Nijmegen. Ze is als alleenstaande gekomen. Haar vader is al in 1933 naar de Verenigde Staten vertrokken. In Esthers documenten staat dat er sindsdien niets van hem is vernomen. Esthers moeder Michalina Blattberg was kleermaker. Bij haar staat genoteerd dat ze geprobeerd heeft om naar Schotland te reizen. Op 6 maart 1943 is Michalina met het 35e transport van Berlijn naar Auschwitz afgevoerd en daar vermoord.

Foto's: https://www.dokin.nl/

Esther Stecher

Esther komt op 3 februari 1939 aan in het Emmahuis te Wijk aan Zee. Dit was een katholieke vakantiekolonie, oorspronkelijk bedoeld voor de ‘stadse bleekneusjes’.

Het Emmahuis 

De opvang van de Joodse vluchtelingen in deze kolonie is tijdelijk, Esther verhuist op 12 juli van hetzelfde jaar naar de Friedman Stichting in Hilversum.

Vanuit Hilversum gaat Esther naar haar eerste pleeggezin: de familie J. Krim in Rotterdam. Dat is op 15 augustus 1939. Ook dit verblijf is tijdelijk, haar volgende adres is aan de Sint Anthoniesbreestraat 34 in Amsterdam. Daar komt ze terecht in het gezin van Joseph en Judith van Gelderen-Rubens. Op dat moment hebben Judith en Joseph een dochtertje, Catharina, geboren in 1936. In 1941 wordt in het gezin zoontje Ruben Izak geboren.
Joseph en Judith hebben in de Sint Anthoniesbreestraat een restaurant, ofwel een ‘Joodsch Lokaal’. Eerder was dit een handel in vleeswaren.

Esther stond onder toezicht van de Joodse Raad. Volgens de kaart van de Joodse Raad had ze een 3-jarige opleiding ‘huishouding en naaien’ gedaan en was een ‘vlot, handig, goedwillende meisje, dat graag met kinderen omgaat’.
Ze werkte als pettenmaakster (op de kaart van de Joodse Raad staat: Pettenmaakster J.C.B. Westeinde 17 (15-07-1942). Vanwege deze functie had Esther een Sperre.

Ook haar pleegouders Judith en Joseph hadden een Sperre. Ondanks de Sperren van Esther en haar pleegouders werden zij, met hun kinderen Catharina en Ruben opgepakt. Ze kwamen op 26 mei 1943 in kamp Westerbork aan en werden geplaatst in barak 57.
Op 1 juni 1943 volgde voor Judith, Joseph, Catharina en Ruben hun transport naar Sobibor. Daar werden ze op 4 juni 1943 vermoord.

Esther Stechers transport naar Sobibor was ruim anderhalve maand later, op 20 juli 1943. Zij werd omgebracht op 23 juli 1943 in Sobibor. Esther was toen16 jaar oud.
Uit de opmerkingen op haar kaart van de Joodse Raad is op te maken dat Esther eerst nog werd ‘teruggesteld van transport’, in afwachting van een Albersheimverklaring (een medische verklaring, op grond waarvan men kon aantonen lichamelijk geschikt te zijn voor het pionierswerk) en een Palestina-certificaat. Op 15 augustus 1943 werd op de kaart genoteerd: ‘Verdere stappen doelloos’. Dat omdat ze inmiddels gedeporteerd was.