Esther Klein

Esther Klein is geboren in een gezin met een traditie van godsdienstonderwijzers. Haar vader Marcus Klein en haar opa Daniel Klein waren dit ook. De drie kinderen in het gezin Klein zetten de traditie door en werden allen ook godsdienstonderwijzer.
Esthers laatste betrekking was in het Centraal Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis aan de Roodenburgerstraat 1a.in Leiden. Daar gaf ze les in zowel godsdienst als in gymnastiek. En ze was er ook dienstbode en hulpnaaister.
Tijdens de grote razzia op 17 maart 1943 in Leiden werd het weeshuis ontruimd. Esther behoorde bij de groep kinderen en personeelsleden die werd afgevoerd naar kamp Westerbork. Ze zou op 26 maart 1943 omgebracht worden in Sobibor.

(Foto links: https://www.joodsmonument.nl/nl/page/131246/esther-klein

Esther Klein

Voornaam
Esther
Achternaam
Klein
Geboortedatum
17 augustus 1909
Geboorteplaats
Oldenzaal
Sterfdatum
26 maart 1943
Sterfplaats
Sobibor

Esther Klein kwam uit Oldenzaal. Ze was het tweede kind van Marcus Klein (1874) en Jette Klein-Cohen (1877). Ze is geboren op 17 augustus 1909. Haar broer Daniel kwam op 6 september 1908 ter wereld en de jongste van het gezin Izak werd geboren op 5 december 1910.
De familie woonde ten tijde van de geboortes van de kinderen aan de Kerkstraat 22 in Oldenzaal. Het gezin Klein heeft op meerdere adressen in Oldenzaal gewoond.

 (Bron: https://www.joodsmonument.nl/nl/page/131246/esther-klein. Foto beschikbaar gesteld door Frans Hoek, Leiden)

Esther haalde in oktober 1931 te Amsterdam haar diploma godsdienst-hoofdonderwijzeres. Niet bekend is wanneer ze haar lesbevoegdheid voor gymnastiek behaalde.
Sinds oktober 1938 woonde Esther aan het Kastanjeplein 3 II in Amsterdam. In september 1939 vertrok ze naar de Roodenburgerstraat 13 te Leiden. Toen aanvaardde ze ook haar functie als onderwijzeres in godsdienst en gymnastiek, en werd ze dienstbode in het Centraal Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis. Ze was er ook hulpnaaister. Dit weeshuis was gevestigd in dezelfde straat als haar woonadres, namelijk aan de Roodenburgerstraat 1a.

Het weeshuis te Leiden (bron: Wikipedia, https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Bestand:Centraal_Israelitisch_Wees-_en_Doorgangshuis_Leiden.jpg)

Toen aanvaardde ze ook haar functie als onderwijzeres in godsdienst en gymnastiek, en werd ze dienstbode in het Centraal Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis. Ze was er ook hulpnaaister.

Het Centraal Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis was een landelijk weeshuis voor Joodse kinderen van twee tot achttien jaar. Het werd op 18 juni 1929 geopend. De Hebreeuwse naam van het weeshuis was Machseh Lajesoumim: Toevlucht voor het Kind. Vanaf eind jaren dertig werden er ook Duitse kinderen opgenomen die na de Kristallnacht naar Nederland waren gevlucht.
De directeur van het weeshuis was Nathan Italie. Ondanks waarschuwingen van verzetsmensen weigerde Italie de kinderen te laten onderduiken omdat hij zijn verantwoordelijkheid niet uit handen wilde geven. Hij hield wel rekening met een naderende ontruiming en liet rugzakken met kleding en schoenen klaarzetten.

Tijdens een grote razzia op 17 maart 1943 werden vele Leidse Joden opgepakt. Ook het weeshuis werd ontruimd. Enkele van de 74 bewoners van het weeshuis wisten onder te duiken voor het werd ontruimd.
Alle 51 nog aanwezige kinderen en 9 personeelsleden werden gedeporteerd naar kamp Westerbork en van daaruit naar Oost-Europa. Op 4 na zijn alle kinderen en personeelsleden vermoord in de concentratiekampen.

Hoewel Esther vanwege haar functie een Sperre had, hoorde ook zij bij deze groep. Ze kwam op 19 maart 1943 aan in kamp Westerbork en werd geplaatst in barak 66.

Op haar kaart van de Joodse Raad staat dat ze ‘goed met kinderen en publiek kan omgaan.’ Verder staat er op de kaart dat er nog een verzoek van de Joodse Raad Den Haag was om Esther vanwege haar functie als godsdienstonderwijzeres te werk te stellen in Westerbork. Op 22 maart 1943 wordt genoteerd: ‘Niet mogelijk betr. hier te werk te stellen.”

Op 23 maart 1943 werd Esther getransporteerd naar Sobibor. Daar werd ze op 26 maart 1943 vermoord. Esther Klein was 33 jaar.

Ook Esthers familie kwam om in de oorlog. Haar ouders Marcus en Jette kwamen al op 14 november 1942 aan in kamp Westerbork. Ze zouden op 30 november 1942 verder op transport gaan, maar Marcus werd opgenomen in het ziekenhuis te Groningen waar hij op 28 november 1942 overleed, 68 jaar oud. Zo’n twee weken later, op 12 december 1942, volgde Jettes transport naar Auschwitz, waar ze op 15 december 1942 werd omgebracht. Ze was 65 jaar.

Esthers oudste broer Daniel werd, ondanks zijn Sperre vanwege zijn functie als leraar Hebreeuws en wiskunde, opgepakt. Hij kwam op 20 juni 1943 aan in kamp Westerbork. Zijn transport naar Sobibor was precies een maand later op 20 juli. Daniel werd tewerkgesteld in kamp Dorohucza, een werk/turfkamp. Bijna alle gevangenen die hier nog verbleven in het najaar van 1943 zijn vermoord. Zij hebben als sterfdatum 30 november 1943. Zo ook Daniel Klein. Hij werd 35 jaar.

Esthers jongste broer Izak overleed in het tweede oorlogsjaar in Den Haag, op 17 april 1941. Zijn vrouw Estella en hun twee kinderen kwamen waarschijnlijk op 22 april 1943 aan in kamp Vught. Van daaruit gingen ze op 7 juni 1943 met het zogenaamde kindertransport naar kamp Westerbork. Op Estella’s kaart van de Joodse Raad staan aantekeningen over een aanvraag voor plaatsing op de Palestina-lijst. Ze was actief in de Zionistische jeugdbeweging.
Dit mocht niet baten. Hun transport naar Sobibor was op 20 juli 1943, waar ze op 23 juli 1943 werden vermoord. Estella was 31 jaar, haar kinderen 4 en 2 jaar oud.

Bron: https://oorlogsdodenoldenzaal.nl/personen/slachtoffers-k-t-m-m/2088-2/

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.