Esther (Esje) Colthof

Esther (Esje)Colthof werd geboren in Gorredijk op 4 januari 1925, ’s ochtends om 10 uur. Ze had geen broers of zussen. Haar ouders waren Marcus Colthof, geboren 22 mei 1889 in Gorredijk, en Liena Gudema, geboren 13 september 1881 in Onstwedde. Esther is vernoemd naar de moeder van Marcus, die al op 35-jarige leeftijd overleed. Esther woonde met haar ouders aan Langewal 38 in Gorredijk. Levie Colthof, de neef van Esther, woonde ook bij hen in huis.

Foto: Museum Opsterlân, Gorredijk

Esther (Esje) Colthof

Voornaam
Esther (Esje)
Achternaam
Colthof
Geboortedatum
04 januari 1925
Geboorteplaats
Gorredijk
Sterfdatum
26 februari 1943
Sterfplaats
Auschwitz

De familie Colthof kwam rond 1800 vanuit Coevorden naar Friesland. Van de nakomelingen kwam een deel in Leeuwarden terecht en een deel in Gorredijk. ‘Col-tof’ kan worden vertaald met ‘al het goede’ (het Hebreeuwse ‘tov’ is in het Jiddisch ‘tof’ geworden). Marcus, de vader van Esther, was slager van beroep. Marcus kwam uit een groot gezin.

Klassenfoto's van Esther. Op de onderste is ze het meisje in het midden met de geblokte blouse.

... als 't kan een paar kousen of kniekousen en een paar directoirs, verder een beetje zout, haarspeldjes, tandeborstel, haarwater. Lastig ben ik hè, maar ik kan er heus niks aan doen.

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog telde de bevolking van Gorredijk nog elf Joden, later nog aangevuld tot zestien, met een Joods gezin uit Heerenveen en familieleden van andere gezinnen die naar Gorredijk terugkeerden.
Op 27 januari 2020, op de vooravond van de dag dat de Russen 75 jaar geleden vernietigingskamp Auschwitz bevrijdden, herdenkt Gorredijk de veertien Joodse dorpsgenoten die als gevolg van de Holocaust nooit meer terugkeerden. Als de naam van de 18-jarige Esther Colthof valt, klinkt ergens vanuit de kring: “Mei Esje ha ik noch op skoalle sitte.” ("Met Esje heb ik nog op school gezeten.") Dit zegt de 95-jarige Steffen van de Werf, oud-schipper van beurtschip de Tjerk Hiddes. Hij herinnert zich Esje Colthof, zijn Joods klasgenootje van weleer, nog goed. “In leaf en rêstich famke.” (“Een lief en rustig meisje.”) Vlak voordat Esje zich moest melden, maakten ze met een vriendengroep nog een vaartochtje met roeibootjes. Uit een beduimeld pakje uit zijn binnenzak vist de oude baas een oude zwart-wit foto: drie meiden en twee jongens leunend in het boerenland tegen een hek “Sjoch, dy ha ik makke. Esje is it lytse famke yn de midden, se wie doe 18 jier.” (“Kijk, ik heb deze gemaakt. Esje is het kleine meisje in het midden, ze was toen 18 jaar.”) Die dag heeft Steffen nog geprobeerd haar in zijn bootje te krijgen. “Mar dat slagge net. Se woe ne.” (“Maar dat is niet gelukt, ze wilde niet.”)

Vader Marcus zat al vanaf 20 augustus 1942 in kamp Westerbork. Op 2 oktober 1942 kregen Esther en haar moeder Liena het bevel om de volgende morgen naar kamp Westerbork te gaan. Esther en haar moeder gingen vrijwillig. Een buurman hielp hen de volgende morgen de bagage naar de tram sjouwen. Esther zei, terwijl ze instapte: ‘Dan sjogge wy noch ris wat fan de wrâld.’ (“Dan zien we nog eens wat van de wereld.”) Een veldwachter was de dag tevoren bij hen gekomen en had meegedeeld dat ze ook naar Westerbork moesten. De man heeft moeder en dochter toen gevraagd, er niet in de nacht vandoor te gaan, omdat hij anders de hele nacht voor hun huis aan de Brouwerswal op wacht moest staan. Dat hebben ze hem beloofd. Zo vergezocht was die gedachte van de politieman niet. Hij wist het wel niet, maar er zijn nog mensen van het verzet bij Liena en Esje geweest, die zeiden: “Wij kunnen jullie wel aan een onderduikplek helpen.” Ze zijn er niet op ingegaan.

In kamp Westerbork werd Liena verpleegster en ook Esther kreeg een baantje in het ziekenhuis. Vanuit het kamp schreef Esther brieven naar haar vriendinnen in Gorredijk. Deze zijn bewaard gebleven en te zien in Museum Opsterlân in Gorredijk, tezamen met meer informatie over Esther Colthof:

http://www.esther.museumopsterlan.nl/Infozuilen/Zuil-1/joden/joodsinfo.php

Ook haar vader schreef. Ook van hem is een brief bewaard gebleven. Marcus vraagt op 23 december 1942 aan kennissen in Gorredijk of Alie (Alie Foppes, vriendin van Esje) even naar de bakker wil gaan om te vragen ‘of het in orde komt voor Esje haar verjaardag.’ Esther vierde op 4 januari haar 18e verjaardag in het kamp. Het kwam in orde, Esther ontving een taart uit Gorredijk en een koek van haar vriendin Alie. Esther schreef haar op 18 januari 1943: ‘Alie bedankt voor de koek hoor, hij was heerlijk.’

Uit de brieven van Esther:
13 januari 1943
Kunnen jullie nog een overall voor vader verzorgen ik geloof maat 48 en zijn er soms nog witte schorten voor moeder te krijgen. Verder nog graag een paar kleinigheden als 't kan een paar kousen of kniekousen en een paar directoirs, verder een beetje zout, haarspeldjes, tandeborstel, haarwater. Lastig ben ik hè, maar ik kan er heus niks aan doen.

11 februari 1943:
't Is vandaag schrijfdag en ik zal jullie maar gauw eens even schrijven. Hier is gelukkig alles goed, hopende bij jullie hetzelfde... Alie jouw brief ook ontvangen (voor een paar week dan) en was ik blij eens een brief te krijgen, schrijf je nog eens gauw weer. Is de fam. uit Almelo nog geweest? Zeg vraag ook Diny of ze eens schrijft en Anneke en Wike als je ze ziet, aan alle meisjes, die ik ken maar want 't is zo fijn post te krijgen. Was de zanguitvoering van Canto mooi? De pakjes ontvangen we geregeld in goede staat... Wat is het vandaag heerlijk weer niets geen winter gelukkig maar de kou kan nog wel komen maar we zullen er 't beste van hopen. Geke uit Oldeberkoop was van de week ook jarig hè. En Bennie was ook jarig ik heb er de hele dag aan moeten denken. Is onze poes nog bij Schaafsma. Alie kan jij nog ergens tandpasta voor mij krijgen als 't kan ook graag nog een kaartje haarspeldjes je raakt ze zo licht kwijt en is 't gemakkelijk een paar in 't voren te hebben en een paar haken en ogen want die zijn van mijn rokje af. Lastig ben ik , hè, maar ik vind het zelf ook vervelend. Doen jullie fam.. en verder alle andere bekenden de hartelijke groeten en ook van mijn ouders en weest gegroet en van ons allemaal. Esther. Alie doe jij de groeten aan Diny, Atte en Minne.

Op 23 februari 1943 schreef Esje Colthof haar laatste woorden. In de briefkaart aan haar kennissen in Gorredijk schrijft ze:
Nog een laatste briefkaart want ik moet straks op transport naar D. Ik hoop dat alles nog maar goed wordt. Mijn ouders blijven hier nog en gaan niet met mij mee. Vele groeten en weest allen hartelijk gegroet. Esje. Ook de groeten aan al de bekenden. Daag.

Op 23 februari 1943 moest Esther alleen op transport naar Auschwitz waar ze drie dagen later, op 26 februari 1943 werd vergast. Marcus en Liena Colthof-Gudema werden op 20 juli 1943 naar Sobibor gedeporteerd en stierven daar op 23 juli 1943.

Uit de collectie van Museum Opsterlân

De voormalige school van Esther, nu Museum Opsterlân met o.a. de geschiedenis van dochter Esther en van de Joodse gemeenschap in Gorredijk.
 
 Foto’s Museum Opsterlân, Gorredijk en  Wieske Veldhuis

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.