Erich Strelitz

Erich Strelitz werd geboren op 1 augustus 1896 in Bromberg, dat toentertijd in het oosten van Duitsland lag. Het is nu Pools grondgebied.
Erich Strelitz, zijn vrouw Dorothea Strelitz-Dobrin en hun jongste dochter Gerda staan vermeld in het bevolkingsregister van Amsterdam. Er is te lezen dat ze in september 1937 vanuit Berlijn naar Nederland zijn gekomen en gingen wonen aan de Zuider Amstellaan 12 h in Amsterdam. Hun oudste dochter Ursula woonde toen al in Nederland, zij trouwde in 1936 met Rudolf Jacob.

Foto links: NIOD-archief

Erich Strelitz

Voornaam
Erich
Achternaam
Strelitz
Geboortedatum
31 juli 1896
Geboorteplaats
Bromberg (Duitsland)
Sterfdatum
31 januari 1944
Sterfplaats
Warschau

Erich Strelitz is de zoon van Abraham Adolf Strelitz en Gertha Strelitz-Levy. Zijn ouders overleden nog voor de Eerste Wereldoorlog. Erich had een oudere zuster, Emmy Strelitz. Erich was getrouwd met Dorothea Strelitz-Dobrin. Het geboortejaar van Dorothea is1896. Ze hadden twee dochters, de oudste was Ursula Gerda Sara, geboren in Berlijn op 20 september 1917, en de jongste Gerda (Gertie) geboren op 22 mei 1921, ook in Berlijn.

Dorothea op latere leeftijd (Foto: geni.com)

Op de website van het Anne Frankhuis is te lezen over de oudste dochter Ursula. Zij is op 1 september 1936 getrouwd met Rudolf Jacob. Hun zoon Ralph Henry Jacob kwam ter wereld op 25 februari 1939. 

Rudolf werd opgepakt tijdens de tweede grote razzia van Amsterdam op 11 juni 1941. De nazi’s arresteerden toen ongeveer 300 jonge Joodse mannen en brachten ze via kamp Schoorl naar Mauthausen. Ursula schreef een briefkaart naar haar man, met onder het adres van kamp Schoorl: ‘Falls nicht mehr anwesend bitte zurück senden.’ De kaart kwam terug, Rudolf was inmiddels afgevoerd naar Mauthausen en overleed daar op 16 september 1941.

Het verhaal over Rudolf Jacob en meer informatie over Erich Strelitz is te lezen in het boek 'Anne Frank is niet alleen, het Merwedeplein 1933-1945' door Rian Verhoeven en op de website: https://www.annefrank.org/nl/anne-frank/verdieping/de-tweede-razzia-amsterdam/

Ursula Jacob-Strelitz en haar zoontje overleefden de oorlog in onderduik. Ook haar zuster Gertie, haar man en kind(eren) overleefden, evenals hun moeder Dorothea.

9 uur. Zijn de verd. Strelitz en Belinfante per pol. auto door de ambt. Hinze en Rutgers van de Zentrall Hallen naar de Joodsche Schouwburg overgebracht…

Op 22 augustus 1942 was Erich (nog) niet ondergedoken. Hij ondertekende toen een arbeidsovereenkomst ‘voor werkzaamheden van zeer tijdelijken aard’ bij de firma W. Wessels’. Onderaan het contract staat als arbeidsvoorwaarde: ‘De dienstbetrekking zal een einde nemen door opzegging. De opzeggingstermijn bedraagt één dag.’

Dit ‘Heeren-kleedingmagazijn’ was opgericht door de uit Rotterdam afkomstige Wessel Wessel. Er waren twee winkels. De hoofdvestiging was op Dam 4, met een dependance aan de Kalverstraat 208. Het atelier was gevestigd aan de Goudsbloemstraat 122-128.
In 1942 werd door de Duitse autoriteiten een Treuhänder (bewindvoerder) aangesteld met de opdracht de Joodse zaak te liquideren. Het atelier bleef in gebruik ten behoeve van de oorlogsindustrie. Joodse werknemers kregen een arbeidsovereenkomst ‘voor werkzaamheden van zeer tijdelijken aard’. Op het arbeidscontract werden groot de letters N.A. geschreven, om aan te geven dat de werknemer 'niet-Arisch' was. Met zo’n contract waren de Joodse werknemers voor enige tijd gevrijwaard van deportatie. Toch zijn de meesten van hen later alsnog gedeporteerd.

(Bron: NIOD-archief)

In het politierapport van 19 augustus 1943 wordt ’s avonds om 23.00 uur vermeld dat

‘Erich Strelitz, geb. Bromberg (D) 1-8-1896, won. Z. Amstellaan H alhier
Wordt 20-8-1943 te 9 uur afgehaald.

Erich Strelitz zat toen ondergedoken bij Zoltán Schwarcz in de de Cornelis Anthonisz.straat in Amsterdam. (Uit: Kopgeld, Ad van Liempt).

In het politierapport van de volgende dag staan de personen vermeld die werden opgehaald, daaronder inderdaad Strelitz.
Het rapport vervolgt:

‘9 uur. Zijn de verd. Strelitz en Belinfante per pol. auto door de ambt. Hinze en Rutgers van de Zentrall Hallen naar de Joodsche Schouwburg overgebracht…’

Op 26 augustus 1943 werd Erich Strelitz vanuit de Joodse Schouwburg doorgezonden naar kamp Westerbork. Hij was een strafgeval en kwam in barak 67. Dit kan inderdaad op een eerdere onderduik wijzen.
Vijf dagen later, op 31 augustus 1931, werd hij doorgestuurd naar Auschwitz-Birkenau en van daaruit naar kamp Warschau.

Kamp Warschau was gebouwd op de resten van het getto van Warschau dat eerder dat jaar door de Duitsers was ontruimd. In het getto van Warschau werden voor de ontruiming zo’n half miljoen Joden gevangen gehouden. Na de ontruiming moest alles met de grond gelijk gemaakt worden, niets mocht er nog aan herinneren. De dwangarbeiders kregen de opdracht tussen de resten van het getto waardevolle materialen te zoeken, zoals bakstenen, stukken ijzer, lood en koper en de porseleinen potten van elektriciteitsmasten.
Er zouden tussen de 400 en 500 Nederlandse Joden in kamp Warschau gewerkt hebben. Overlevenden spraken over 1200 tot 1700 Nederlanders. Van hen zouden nog geen dertig mensen het kamp hebben overleefd.
Kort voor de Russen kwamen werd concentratiekamp Warschau ontruimd en werd de kampadministratie vernietigd.

De puinhopen van het getto van Warschau

Ook Erich Strelitz overleefde kamp Warschau niet. Volgens A. Roodveldt is hij begin 1944 overleden aan tyfus en dysenterie. Zijn overlijdensdatum is vastgesteld op 31 januari 1944. Erich Strelitz is 47 jaar geworden.

Pauline Broekema en Helma Coolman schreven over het concentratiekamp Warschau het boek ’In het puin van het getto’.

 

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.