Emile Albertus Eckstein

In april 2018 werd voor het huis aan de Houtmarkt 8 in Hulst een struikelsteen geplaatst voor de op 22-jarige leeftijd omgekomen Emile Eckstein.
Emile werd op 9 april 1943 vermoord in Sobibor. Hij kwam met een straftransport uit kamp Vught op 31 maart aan in kamp Westerbork, waar hij terechtkwam in barak 57. Hij heeft nog geprobeerd bewijsstukken te verkrijgen voor het feit dat hij geen Jood was, hij was Rooms-Katholiek opgevoed. Het mocht niet baten, Emile moest een kleine week later op transport naar Sobibor, waar hij direct na aankomst werd vermoord.

Houtmarkt in Hulst

Emile Albertus Eckstein

Voornaam
Emile Albertus
Achternaam
Eckstein
Geboortedatum
15 mei 1920
Geboorteplaats
Hulst
Sterfdatum
09 april 1943
Sterfplaats
Sobibor

Emile Albertus Eckstein werd geboren in Hulst op 16 mei 1920. Hij was het vierde kind van de Joodse Mozes Eckstein (Appingedam 1885 – Amsterdam 1961) en zijn Rooms-Katholieke echtgenote Maria Clotilda Stevens (St. Jansteen 1880 – Amsterdam 1961). Mozes Eckstein en Maria Stevens trouwden op 10 juli 1914 in Sint Gilles Waes (België). Ze kregen zes kinderen: Maria (1916), Petrus (1917), Carolus Ludovicus 1918), Emile Albertus (1920), Antonius Camilius (1921) en Amandus (1923). De kinderen werden Rooms-Katholiek gedoopt.
Mozes was kleermaker, en het gezin woonde aan de Houtmarkt 8 in Hulst.

Familie Eckstein met vier van hun zes kinderen.

Na zijn schooltijd vond Emile werk als chauffeur/automonteur. Hij vroeg een paspoort aan, dit werd uitgereikt op 14 september 1939 en verlengd op 6 september 1941.

 

‘Stuur geel kaartje en bewijsstukken dat ik geen jood ben.’

Het gezin Eckstein moest vanwege het feit dat vader Mozes Jood was Zeeland verlaten. Ze verhuisden in juli 1942 naar Amsterdam. Daar gingen ze wonen aan het Rapenburg 99.
Op 27 mei 1943 werd vader Mozes vanwege zijn Joodse achtergrond opgepakt en naar kamp Westerbork vervoerd. Hij probeerde op grond van het feit dat hij Rooms-Katholiek getrouwd was vrij te komen. Op zijn kaart van de Joodse Raad staat onder andere:

28 mei 1943: Arierafstammingsbewijzen
30 mei 1943: Hebben nog verklaringen omtrent kerkelijke gezindte van ouders en grootouders nodig.
31 mei 1943: Stukken moeten uit België komen.
7 juni 1943: Stukken uitgereikt. Verzoek lopende.

Mozes Eckstein kwam vrij. Hij, zijn vrouw en vijf van hun kinderen overleefden de oorlog. Maar tijdens de gevangenschap van Mozes leefde zijn zoon Emile al niet meer.

Emile kwam op 23 maart 1943 aan in kamp Vught. Het schijnt dat hij wegens sabotage aan een Duitse vrachtwagen werd opgepakt. Een week later moest hij naar kamp Westerbork.
Ook Emile heeft geprobeerd te bewijzen dat hij geen Jood was. Op zijn kaart staat onder andere:

2 april 1943: Aan Maurits Eckstein, Rapenburg 99. ‘Stuur geel kaartje en bewijsstukken dat ik geen jood ben.’
2 april 1943: Diaconide: Arische papieren (zoals aangevr.)
5 april 1943: Stukken uitgereikt. Niets te bereiken.

De volgende dag, op 6 april 1943 vertrok zijn trein naar Sobibor, waar hij direct na aankomst, op 9 april 1943 werd vermoord.
Emile Albertus Eckstein is 22 jaar geworden.

Bron: http://struikelstenenzeeland.nl/

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.