Emanuel Hamburger werd geboren op 8 augustus 1901 te Nijkerk als zoon van Bernard Hamburger en Jeannette Mendels. Emanuel Hamburger was leraar Nederlands. Na het behalen van de akte Middelbaar Onderwijs was hij geschiedenisleraar geworden, eerst in Zierikzee, daarna in Dordrecht.
Emanuel Hamburger
- Voornaam
- Emanuel
- Achternaam
- Hamburger
- Geboortedatum
- 08 augustus 1901
- Geboorteplaats
- Nijkerk
- Sterfdatum
- 18 februari 1945
- Sterfplaats
- Heinenoord
Hij legde nog enkele Middelbaar Onderwijs-examens af en begon voor het staatsexamen te werken, waarop hij een studie in de rechten volgde. Filosofie in het algemeen en filosofie van de geschiedenis in het bijzonder boeiden hem. Daarnaast hadden vooral de 19e en 20e eeuw zijn belangstelling. Het proefschrift waaraan hij werkte had als onderwerp: ‘ Nederlands buitenlandse politiek in de laatste decennië’. Hij was ook actief in de politiek voor de SDAP in Dordrecht. Hij had zich namens de SDAP kandidaat gesteld voor de Provinciale Staten en meldde zich in april 1937 als kandidaat voor de Tweede Kamer. Tot Kamerlid is hij niet gekozen, tot Statenlid wel.
Intussen studeerde hij ook nog rechten. Hij wist ‘zeer vlug’ zijn Staatsexamen te behalen. Op Vlak 2 in Dordrecht, in een nog altijd bestaand reusachtig gebouw, opende Hamburger een kantoor.
Emanuel verloor zijn baan als leraar op 1 maart 1941. Hij werd ook gedwongen op te stappen als Statenlid in hetzelfde jaar. Joden, zo was nu eenmaal de regel, mochten geen openbare en vertegenwoordigde functies meer bekleden.
In de zomer van 1942 wendde hij zich tot de president van de Dordtse rechtbank, mr. H. Heuvelink, met het verzoek te mogen worden beëdigd als advocaat en procureur, uitsluitend om op te treden voor Joodse cliënten. Heuvelink speelde de bal door aan de secretaris-generaal van Justitie. Die beperkte zich ertoe te verwijzen naar de door zijn voorganger ook aan de rechtbank in Dordrecht verzonden circulaire van 24 mei 1941, waarin de benoeming van nieuwe Joodse advocaten werd verboden.
In de zomer van 1942 wendde hij zich tot de president van de Dordtse rechtbank, mr. H. Heuvelink, met het verzoek te mogen worden beëdigd als advocaat en procureur, uitsluitend om op te treden voor Joodse cliënten.
Sinds het najaar van 1942 was Emanuel Hamburger ondergedoken in Rotterdam. Hij had nog wel enige vrijheid van beweging, zo werkte hij nog wel op de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en was hij actief in het verzet. Blijkbaar was Emanuel nog zelfverzekerd en wist hij zich redelijk te redden in vijandig Dordrecht.
Uiteindelijk werd Emanuel verraden door een oud-leerling. Deze ex-hbs-scholier was werkzaam voor de Sicherheitsdienst en verraadde zijn ondergedoken docent. Emanuel werd in december 1944 gearresteerd en via het politiebureau aan het Haagsche Veer in Rotterdam overgebracht naar de strafgevangenis van Scheveningen.
Nadat op 17 februari 1945 een NSB-burgemeester was vermoord, werden Emanuel Hamburger en 9 andere mannen een dag later meegenomen naar de plek waar dit was gebeurd. Niet ver van Hamburgers’ woonplaats, ter hoogte van Heinenoord, bij de rijksweg door de Hoeksche Waard werden de 10 mannen als represaillemaatregel in de vroege ochtend van 18 februari 1945 gefusilleerd door een Duits vuurpeloton. Hamburger was 43 jaar.
Pas enkele maanden na de bevrijding werd deze moordpartij bekend voor zijn nabestaanden. Op 4 oktober 1945 werd hij in Dordrecht begraven. Op de plek van de moord in sinds 1950 een gedenkteken te vinden.
In Het Parool verscheen naderhand een In Memoriam, geschreven door J.P. van Praag:
'Hij was geneigd zijn eigen weg te gaan. Maar beschroomd was hij allerminst in zijn overtuigingen en zijn vele functies. Hij was een harde werker: als leeraar, op organisatorisch gebied, en niet minder op wetenschappelijk terrein. Als hij een historisch onderzoek aanpakte, dan deed hij het grondig. Maar voor alles was hij een strijder. Als hij een zaak voorstond, dan lette hij niet op persoonlijke gevoeligheden, dan streed hij zonder aanziens des persoons.'