In de periode dat kamp Westerbork fungeerde als doorgangskamp zijn er meer dan 200 kinderen geboren in het kamp. Het grootste deel hiervan werd enkele weken of maanden na de geboorte gedeporteerd. Zo ook Elly van Beem.

Elly van Beem

Elly werd op maandag 14 juni 1943 om half 11 ‘s ochtends geboren in kamp Westerbork. Waarschijnlijk in barak 5, die onderdeel was van het ziekenhuis van het kamp en waar zich de kraamafdeling, babyzaal en kinderafdeling bevonden.

De ouders van Elly waren Jozeph van Beem en Marianne van Beem-Montezinos, beiden nog 20 jaar oud ten tijde van de geboorte van hun dochter en afkomstig uit Amsterdam. Jozeph had er gewerkt als magazijnbediende en Marianne als naaister. Het stel had voordat ze werden weggevoerd gewoond aan de Onbekendegracht nummer 15 3hoog, meteen achter theater Carré.

Jozeph en Marianne zijn op verschillende momenten vanuit kamp Vught in kamp Westerbork aangekomen. Bij Marianne staat genoteerd dat zij op 20 februari 1943 in Westerbork aankwam en er in barak 62 en 64 verbleef. Jozeph kwam aan op 31 maart 1943. Met de geboorte van Elly meegerekend verbleven er op 14 juni 1943 9956 mensen in kamp Westerbork. En dat aantal groeide in de weken erna omdat er even geen transporten vertrokken.

Op 23 juni vierde Elly’s vader in het kamp zijn 21e verjaardag. De kampbevolking was op dat moment met enkele grote transporten vanuit Amsterdam gegroeid tot ruim 15.000 gevangenen. Op 29 juni vertrok er weer een Sobibor-transport. Een week later stonden ook de namen van het jonge gezin Van Beem op de transportlijst. Jozeph stond genoteerd bij de strafgevallen en zijn vrouw en dochter zijn genoteerd als toevoeging ‘Nachtrag’ op de eerder gemaakte lijst.

Fragment van de transportlijst van 6 juli 1943
Reden daarvoor is niet bekend. Elly, 3 weken en 1 dag oud, en haar ouders vertrokken op dinsdag 6 juli 1943 naar Sobibor. Daar werden alle 2417 gedeporteerden op de dag van aankomst, 9 juli, vermoord. Philip Mechanicus noteerde op de dag dat het transport vertrok in zijn dagboek: “Schreiende vrouwen. Schoonmaaksters hanteren snikkend de bezem, aan de open vensters staan vrouwen, badend in tranen. Vanmorgen zijn broers of zusters, vaders of moeders op transport gegaan. Mannen wordt het te machtig; zij slikken tranen weg. De trein gilt: de giftige slang begint te schuifelen. Twee aparte wagons met S-gevallen.”

Dagblad De Waarheid, 21 juli 1945