Het wegvoeren van de Rotterdamse Joden begon eind juli 1942 met de oproep om zich te melden aan 2000 Joden en het uiteindelijke vertrek van meer dan 1000 mensen op die 30e juli. In de weken daarna volgden nog enkele duizenden gedeporteerden. Het echtpaar Elisabeth en Jacob van Dijk-Vieijra werd meegenomen bij een van deze vroege transporten, ze kwamen op12 augustus 1942 aan in kamp Westerbork en moesten twee dagen later op transport naar Auschwitz. Daar werden zij beiden omgebracht.

Foto links: Lies van Dijk-Vieijra met twee buurkinderen

Elisabeth (Lies) van Dijk-Vieijra

Elisabeth (Lies) Vieijra werd op 22 maart 1906 in Amsterdam geboren. Ze was de dochter van David Vieijra (1867-1924) en Rebecca Vieijra-Lopes-Cardozo (1865-1926). Lies was het achtste kind van negen. In haar jeugd woonde ze een periode in Antwerpen, waar vader David zijn beroep als diamantslijper uitgeoefend zal hebben.

Lies trouwde op 18 november 1931 op 25-jarige leeftijd met slager Jacob (Jaap) van Dijk. Jaap was twintig jaar ouder. Hij werd geboren op 6 mei 1886 in Rotterdam. Zijn vader was Heiman van Dijk (1840-1907), zijn moeder was Klaartje van Dijk-Hoos (1840-1929). In het gezin van Jaap werden twaalf kinderen geboren, Jaap was de jongste. De oudste drie waren voor 1942 al overleden, de andere negen kinderen stierven in Auschwitz en Sobibor.

Het echtpaar woonde aan de Van der Meydestraat 7a in Rotterdam, onbekend is waar de slagerij van Jaap van Dijk was.

Volgens een niet-Joodse buurjongen leefde het echtpaar redelijk liberaal op het gebied van godsdienst, maar de sabbat werd in ere gehouden en werd op vrijdagavond ingeluid met een prachtig gedekte tafel met brandende kaarsen.
Naast het echtpaar Van Dijk woonde op nummer 8c een gescheiden Joodse moeder met haar drie zonen. Lies zorgde vrijwel wekelijks voor haar buurjongens op de dag dat hun moeder op familiebezoek ging. Een van deze kinderen, Abraham (Appie) van Kloeten, geboren in 1932, was klein van stuk en kon altijd hele gekke gezichten trekken. Hij kon feilloos het geblaf van Fikkie, het hondje van 'tante Lies', nadoen. ‘Tante Lies’ wordt ook herinnerd als iemand die de kinderen vaak spannende verhalen vertelde.

'Tante Lies', met staand buurjongetje Appie van Kloeten

Vrijwel alle gedeporteerde Joodse Rotterdammers vertrokken vanuit Loods 24 in het Rotterdamse havengebied. Daar zullen Lies en Jaap van Dijk-Vieijra ook wel naar toe gebracht zijn nadat ze opgepakt waren.

Haventerrein met loods 24 in 1958. Bron: Stadsarchief Rotterdam

Monument ‘De Muur', restant van de muur die het terrein omsloot waar Loods 24 stond. Bron: Rijnmond

Op 12 augustus 1942 kwamen Lies en Jaap van Dijk-Viejra aan in kamp Westerbork en op 14 augustus 1942 werden ze getransporteerd naar Auschwitz. Dit transport telde 505 mensen. Niemand van de gedeporteerden overleefde Auschwitz.
Van Lies en Jaap is de datum van overlijden vastgesteld op 30 september 1942. Elisabeth van Dijk-Vieijra was 36 jaar. Jacob van Dijk was 56 jaar.

Op 23 november 2021 zijn er aan de Van der Meydestraat 7a te Rotterdam twee Stolpersteine neergelegd voor het echtpaar.