Elisabeth Hekster werd geboren in Amsterdam op 22 januari 1924. Haar ouders zijn Alexander Hekster en Eva Hekster-Pais. Met haar ouders, haar broers Philip (1919) en Joseph (1914) en zus Jansje (1916) kwam Elisabeth in januari 1936, kort na haar twaalfde verjaardag naar Den Haag, waar het gezin ging wonen aan de Geleenstraat 66. Haar vader werkte als barbier. Het gezin woonde later aan het Stationsplein 47 in Den Haag.
Elisabeth Hekster
- Voornaam
- Elisabeth
- Achternaam
- Hekster
- Geboortedatum
- 22 januari 1924
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 02 juli 1943
- Sterfplaats
- Sobibor
In 1943 was Elisabeth ondergedoken op een boerderij in Noordwijkerhout. Haar niet-Joodse verloofde vertelt dat hij haar tijdens haar onderduik twee keer heeft kunnen bezoeken. “De tweede keer was met Pinksteren in juni 1943. Op die maandag vond ’s morgens een overval plaats. Zij lieten mij gaan, omdat mijn papieren in orde waren. Elisabeth werd opgepakt. Ze stapte als laatste de overvalwagen in. En huilend zei ze: ‘Ik zal flink zijn’. Ik kon niet anders doen dan haar uitzwaaien.”
"Ik kon niet anders doen dan haar uitzwaaien.”
Pinkstermaandag in 1943 was op 14 juni. Elisabeth is zeer waarschijnlijk nadat ze was opgepakt naar de gevangenis in Scheveningen overgebracht. Volgens de gegevens kwam ze op 29 juni 1943 aan in kamp Westerbork. Dit komt overeen met de groep S-gevallen die op die dag bij de binnenkomende transporten staat genoteerd.
Philip Mechanicus schreef op 29 juni in zijn dagboek: “Vandaag is weer een transport van tweeëntwintighonderd personen naar het Oosten vertrokken. Onze rust heeft dus slechts drie weken geduurd. Met dit transport zijn driehonderd zieken meegegaan en honderdvijftig S-gevallen, ondergedokenen die gisternacht waren aangekomen en zo als ze reilden en zeilden, zonder enige uitrusting, zijn doorgezonden.”
Elisabeth behoorde tot de beschreven groep strafgevallen. Ze werd ondergebracht in barak 97 en dezelfde dag alweer op transport gestuurd naar Sobibor. Daar werd Elisabeth, net als alle andere 2396 gedeporteerden van dit transport, direct na aankomst op 2 juli 1943 vermoord.
Haar zus Jansje maakte met haar man en dochtertje deel uit van hetzelfde transport. Haar ouders waren enkele weken daarvoor, op 28 mei 1943, in hetzelfde kamp om het leven gebracht en ook Elisabeths broers Joseph en Philip zijn via kamp Westerbork weggevoerd en vermoord.