Eveline, of Eefie, de Leeuwe werd geboren op 28 maart 1936 in Zwolle en was de dochter van Izaac de Leeuwe en Fanni Grüneberg. Haar vader Izaac de Leeuwe was geboren op 16 oktober 1908 in Zwolle en had een winkel in elektrische artikelen.

Moeder Fanni kwam uit Duitsland. Zij was op 7 mei 1915 geboren in Dortmund. In 1935 waren ze getrouwd. Het gezin woonde in Zwolle aan de Luttekestraat op nummer 40. Aan de Melkmarkt had Izaac een winkel waar hij rijwielen, rijwielonderdelen, radio’s en elektrische artikelen verkocht.

Eefie de Leeuwe

Eefie was ingeschreven op de Fröbelschool in Zwolle. Daar zou ze als ze 6 werd in 1942 naar school gaan. Vanwege de anti-Joodse maatregelen stond ze in het schooljaar 1942/1943 ingeschreven in klas 1 van de Joodse lagere school te Zwolle.

Onder de verordening tot verwijdering van Joden uit het bedrijfsleven werd in 1941de zaak van Izaac de Leeuwe geliquideerd. Evi’s vader werd in de zomer van 1942 opgepakt omdat hij zich na 8 uur ’s avonds op straat bevond. Izaac had een oproep ontvangen om zich op 7 juli te laten keuren voor plaatsing in een werkkamp. Samen met een aantal vrienden die ook een oproep hadden gekregen besloten ze de nacht kaartend door te brengen bij een van hen thuis in de Sassenstraat. Ze hoopten dat ze de volgende dag zo afgemat zouden overkomen, dat ze afgekeurd zouden worden. ’s Avonds op straat werd Izaac opgepakt. Op 17 juli 1942 werd hij met de andere opgepakte mannen via Arnhem naar Mauthausen gedeporteerd. Izaac de Leeuw is daar omgekomen op 27 oktober 1942.

Toen de Zwolse politie het overlijdensbericht wilde overbrengen aan Izaacs vrouw en dochter troffen ze een verlaten huis aan. Eefie en haar moeder waren ondergedoken in Amsterdam. Met een valse doktersverklaring hoopte Fanni veilig te zijn. Evi werd ondergebracht in het Joodse meisjesweeshuis aan de Rapenburgerstraat.

Bij de ontruiming van dit weeshuis kwam Eveline op 11 februari 1943 in kamp Westerbork aan. De meisjes uit het weeshuis werden ondergebracht in barak 66. Evelines moeder werd opgepakt en kwam na een kort verblijf in de gevangenis in kamp Vught terecht. Uit kaarten van de Joodse Raad blijkt dat er verzoeken zijn gedaan om Eefie in Westerbork te houden, zolang haar moeder in Vught was: ‘Moeder doet het verzoek dat ze graag haar kind bij zich wil hebben.’ Op 31 maart 1943 kwam Fanni in Westerbork aan. Op 8 mei schreef ze nog een brief naar bekenden in Amsterdam waarin ze vroeg om levensmiddelen te sturen en verder schreef dat: “het met Evelientje alweer veel beter gaat.”

De twee verbleven op dat moment, zo blijkt uit de ondertekening, in barak 81a. De laatste opmerking op de briefkaart luidt: “Zend ook een pyama voor papa, als u heeft. Eveline” Op 14 september 1943 volgde voor Eveline en haar moeder transport naar Auschwitz. Direct na aankomst werd zij met haar moeder daar vermoord.

In 2015 werden er aan de Luttekestraat in Zwolle struikelstenen gelegd voor Eveline en haar ouders.